Door Marc van Oostendorp
Wereldwijd komt de meeste taal binnen via onze oren: iedere seconden trillen er over de hele wereld miljarden trommelvliezen omdat er ergens in de buurt iemand aan het praten is. Maar taal is zo belangrijk dat het ook via onze ogen naar binnen kan komen. Zelfs als we afzien van schrijven, dat een indirecte manier is om met gesproken taal om te gaan: uit alle onderzoek blijkt dat gebarentalen volkomen equivalent zijn aan gesproken talen. Je kunt er net zo goed in spreken over abstracte onderwerpen, over diepe gevoelens. Je kunt er verhalen in vertellen of gedichten in reciteren. Doven met een hersenbloeding kunnen op dezelfde manier aan afasie lijden als horenden.
De precieze manier waarop taal je hoofd binnenkomt, doet er kennelijk niet zoveel toe. Uiteindelijk wordt het in ons hoofd omgezet in betekenis, waarbij de vorm van de taalboodschap er niet zozeer toe doet. En nu blijkt dat je taal ook kunt voelen.
Gebarentaal voelen
Mensen die doof én blind zijn, kunnen natuurlijk met gewone gesproken taal noch met gebarentaal zonder meer communiceren. In het verleden deden zij het wel met afgeleide vormen. Ooit werd er bijvoorbeeld het zogenoemde vingeralfabet gebruikt – iedere handvorm correspondeerde met een letter. Maar zo krijg je een vorm die is afgeleid van een vorm die zelf is afgeleide vorm (gebaren van schrijven van spreken). Dat blijkt weinig efficiënt.
Later kwam er een wat rechtstreeksere vorm: doofblinden leerden dan de handen van hun partner vast te houden die een gebarentaal gebruikte. Zo konden ze die gebarentaal dus voelen.
Proprioperceptie
Maar nu er vooral in Amerika een wat grotere en geëmancipeerdere groep doofblinden is ontstaan, met mensen die onderling contact hebben met elkaar, gebeurt er ook iets met die indirecte gebarentaal: die verzelfstandigt zich. Gebaren waarvan het verschil moeilijk te voelen is, groeien uit elkaar, mensen gaan gebruik maken van de specifieke mogelijkheden die het aanraken biedt. De Amerikaanse taal heeft een eigen naam, zij het een wat onhandige (pro-tactile ASL, waarbij die letters staan voor American Sign Language). De Amerikaanse website QZ had er vorige week een interessant artikel (met video) over.
Die taal werkt met gevoel – om precies te zijn met proprioperceptie, het vermogen om te voelen waar onze eigen ledematen zich in de ruimte bevinden. Degene die wil communiceren beweegt de handen en armen van de ander, zodat die voelt welk gebaar hij zelf aan het maken is.
Financiële economie
Het is een taal die natuurlijk wat beperkingen kent. Je kunt er waarschijnlijk alleen echt goed praten als je met zijn tweeën bent, of hooguit met zijn drieën. Een toespraak kun je er dus niet in houden. Omdat de gemeenschap heel klein is, en de taal heel jong, zal het vocabulaire op allerlei gebied niet heel omvangrijk zijn. Ik vraag me af hoe je ruzie maakt in een taal waarin het contact met je partner zo intiem is.
Maar de ontdekking van zoiets is vooral een reden om het menselijk taalvermogen te vieren. Taal kan niet alleen via ons gehoor en ons gezicht binnenkomen, maar ook in ons gevoel. Dat we ooit via geur of reuk over financiële economie zullen kunnen praten is erg onwaarschijnlijk. Maar helemaal uitgesloten lijkt zelfs dat niet.
gevangasteren zegt
Bij die eennalaatste zin moest ik anders meteen denken aan de uitdrukking “rijke stinkerd” LOL.