Iemand gooit haar eigen glazen in in ons managersfeuilleton De verleden tijd van lijken.
Door Marc van Oostendorp
“Marie”, zei de in een manager veranderde promovenda Femke. “Ik wil je wat goede raad geven.” Ze keek de UHD Geschiedenis van de neerlandistiek tot 1800 bezorgd aan. Deze keek enigszins verwonderd terug.
“Het gaat om de vergadering van daarnet. Ik vind het heel goed wat je zei, begrijp me niet verkeerd.”
“Het is onzin om Joop nu te bedreigen met zijn baan!” barstte Marie los. “Eerst heeft Wouter jarenlang lopen ziegezagen dat de studie van middelnederlandse voegwoorden niet maatschappelijk relevant is! En nu schrijft Joop dan eens af en toe een hartstikke maatschappelijk én kritisch artikel in de universiteitskrant, en dan is het wéér niet goed!”
“Ik denk dat Wouter vindt dat we vooral met onze A-publicaties de wereld moeten verbeteren!” zei Femke beteuterd.
“En wat als dat nu onmogelijk is! Wie luistert er ooit nog naar de wetenschap? Krijgt Wouter zelf nog weleens een uitnodiging bij EZ met zijn studies naar de financiële letterkunde?”
“Ik ben het natuurlijk met je eens. Je hebt helemaal gelijk,” zei Femke vastberaden. “Een academicus zou niet alleen maar artikeltjes moeten publiceren die behalve door de reviewers door niemand gelezen worden. We zouden juist ook van onze vrijgemaakte positie gebruik moeten maken. Maar de realiteit is nu eenmaal anders.”
Ze waren bij Maries kamer aangekomen. “Hè ja, vertel me eens over de realiteit, Femke,” zei de UHD, terwijl ze haar sleutel in het slot stak.
“Je weet dat Wouter definitief heeft besloten dat hij helaas te weinig tijd heeft voor de vakgroep,” doceerde de voormalige promovenda. “Hij treedt daarom terug als hoogleraar. We zoeken een opvolger. Joop kan dat, ondanks zijn vele kwaliteiten helaas niet zijn, want Joop is teveel bezig met de wereld buiten onze vakgroep. Als je almaar publiceert en lezingen geeft, dan heb je niet genoeg tijd voor de midterm review.”
“Jaja,” zei Marie. “Dat hebben we daarnet gehoord. Een goede hoogleraar is vriendelijk tegen alle medewerkers en aardig tegen het faculteitsbureau en probeert niet de wereld te veroveren als hij in dezelfde tijd ook een formulier kan invullen.”
Femke legde haar hoofd in de nek en lachte. “Ja! Zo is het precies! Wat weet jij het toch altijd geestig te zeggen. En begrijp me goed, niemand is daar gelukkig mee. Ik wel in de laatste plaats. Maar zo is wel de realiteit. En daarom zou ik – zouden we – het liefst zien dat jij die nieuwe positie inneemt.”
“Ik?” Marie trok van verbazing haar sleutel terug uit het slot.
“Ja, Marie. We hebben het er al over gehad. Maar het zou natuurlijk vervelend zijn als jij je eigen glazen ingooit met al te openhartige opmerkingen. Wij van de vakgroep zijn verliefd op je, vanwege je solidariteit. Maar de rector denkt daar allicht anders over.”
Laat een reactie achter