Door Marc van Oostendorp
Omdat het vandaag de Dag van de Herontdekte Klassieker is, heb ik mijn zondagochtendminicollege vandaag ook uitgeschreven – onder de video.
Als ik jou de afgelopen dagen nog niet heb gevraagd hoe je kangoeroe uitspreekt, ken ik je waarschijnlijk niet. Dat er variatie zit in de klinker is geen verrassing: sommige mensen zeggen kang[a]roe, sommigen kang[u]roe en sommigen kang[ə]roe. Die variatie laat zich ook in spelling vatten, en dus zijn er vragen en antwoorden op het internet te vinden.
Bij de informele enquêtes die ik erover hield, op het internet en daarbuiten, bleek een solide meerderheid te kiezen voor kang[ə]roe. Dat is ook logisch: de lettergreep is onbeklemtoond, en ombeklemtoonde lettergrepen zijn het liefst een toonloze [e]. (Dat sommige mensen [a] zeggen in plaats van de etymologische [u] is ook logisch. Als je die klinker toch een kleurtje wil geven, leen je er een van de buren links of rechts. (Dat het in de Twitter-enquête vaker de [a] was dan de [u], daar heb ik dan weer geen verklaring voor.)
Liever niet
Maar wat verbazingwekkender is: de meeste mensen zeggen een g (zoals in geel) voor die stomme e. Er zijn ook wel mensen die de ng ervoor uitspreken als in langer, maar de meeste mensen zeggen die g dus apart.
En dat is vreemd. In het Nederlands doen we dat eigenlijk niet: angel, engel, stengel, slungel, wringer, enzovoort, hebben geen g. Als er een andere klinker volgt is zo’n g (of eventueel die van goal) juist verplicht: mango, bingo, tanga. Ook in wangedrocht zeg je hem, maar dat komt waarschijnlijk omdat wan en gedrocht herkenbare aparte onderdelen zijn. Maar binnenin een woord, komt die g dus kennelijk liever niet.
In mijn proefschrift heb ik daar twintig jaar geleden ook een hele theorie over ontwikkeld, waarom dat niet zou kunnen. Maar aan kangeroe heb ik indertijd niet gedacht.
En dan is er nog een draaitje aan: hoe spreek je de n voor die g eigenlijk uit? Als de n in ban of als de ng in bang? Zeg je met andere woorden kang-geroe of kan-geroe? Ik vind dat moeilijk bij mezelf te bepalen. Ik kan het geloof ik allebei en het zou me niet opvallen als iemand het ene of het andere doet. Zoals ik ook helemaal niet zeker weet wat ik in mango of wangedrocht doe.
Omdat dit zo onduidelijk is, heeft het waarschijnlijk het ook geen zin het aan anderen te vragen. Het enige wat je kunt doen is grote hoeveelheden opnamen van Nederlanders heel nauwkerig te gaan meten om te zien of ze [ng] of [n] zeggen in kangeroe. De taalwetenschap gaat opwindende tijden tegemoet!
Wat zeg jij? ([g] is de beginklank van ‘geel’.)
— Marc van Oostendorp (@fonolog) 10 januari 2017
De neerlandistische familie Van der Wouden – Van Marion meldt overigens dat er in hun huisgezin oorlog is over de uitspraak van de familienaam Angenent: klinkt daar een wrijfklank of niet?
Marcel Plaatsman zegt
Bij ’n volgend onderhoud kan ik je mijn Noord-Hollandse nasale klinker nog wel laten horen: kã-gë-roe.
Marc van Oostendorp zegt
Het is dat ik nu al 6,5 minuut aan het woord was, maar op Twitter hadden mensen ook al gewezen op deze extra dimensie van de problematiek: de uitspraak van de medeklinker voor de g. De sequentie klinker – ng [ŋ] verandert soms in een nasale klinker, en vooral voor een wrijfklank zoals g ([ɣ]). Dat heeft er vermoedelijk mee te maken dat vanwege de een of andere, vermoedelijk aerodynamische oorzaak een nasaal en een volgende fricatief niet graag dezelfde plaats van articulatie hebben (ik noem dat ‘Padgett’s Generalisation’, naar Jaye Padgett).
Vanwege vermoedelijk diezelfde oorzaak zeggen sommige mensen overigens kan-geroe met een coronale n in plaats van een velaire ŋ.
Marcel Plaatsman zegt
Dat verband met ’n fricatief is ook voor mijn Tesselse studie relevant. In het Tessels verdwijnt de -n- in de klinker, die dus nasaal wordt, vóór -s, dus voor ’n wrijfklank, waardoor je woorden als “Eierlãs” (“Eierlands”) krijgt, met de voor het Tessels regelmatige wegval van /t/ voor /s/. Dank dus voor dit inzicht. 🙂
De klankwet voer ik zelf onbewust heel netjes door bij “kangeroe”, ook al is dat dier op Texel niet inheems. (Maar dat is de bunzing ook niet, en toch is “stinken als ’n bunzing” er ’n bekende uitdrukking, waarin dezelfde klankwet uiteraard ook weer terug te horen is).
Erik Bouwknegt zegt
Er is in elk geval nog een voorbeeldin het Nederlands, namelijk met het morfeem ‘ing’, zo spreek je namen op -inga uit als ‘ing-ga’, en dat geldt ook voor de plaatsnaam Appingedam. In het Drentse dorpje waar ik ben opgegroeid woont een familie die plaatselijk ‘Luning’ wordt genoemd, maar de geschreven vorm daarvan is ‘Luinge’, uitgesproken als ‘luin-ge’ of ‘luing-ge’.
Marcel Plaatsman zegt
Ik dacht ook nog aan de uitspraak koning-gin, die ik vooral met het zuiden associeer. Zelf zeg ik iets als “koni-jin”.
Pieter Vynckier zegt
In Vlaanderen (in Vlaams-Brabant toch) zeggen veel mensen ka[ŋ] -[ɣ]roe, alsof er kangroe staat, dus. Ik zelf ook, denk ik.
Greg van Buren zegt
hypothese: het in zwang raken van het woord goeroe (wijze, leraar) heeft wellicht door middel van gewenning bijgedragen aan de opmars van de kan[g]oeroe