Door Marc van Oostendorp
Het hoofdartikel van NRC Handelsblad had het afgelopen zaterdag, behoorlijk hysterisch, over ‘verziekte wetenschap’. Als medicijn voor alle ellende die de wetenschap volgens de krant over zichzelf had afgeroepen, raadde het aan dat ‘er serieus gekeken wordt’ naar een manifest dat een aantal wetenschappers ook al vorige week publiceerde in Nature Human Behaviour, en waaraan de krant ook eerder al aandacht had besteed.
Dat het ging om een artikel in een tijdschrift voor gedragswetenschappen negeerde de krant in beide artikelen volkomen. Precies in die tak van de wetenschap – de sociale psychologie voorop, natuurlijk – hebben zich inderdaad de afgelopen jaren inderdaad allerlei schandalen voorgedaan. Maar dat maakt nog niet ineens de héle wetenschap ziek.
Bovendien lijkt me dat manifest eigenlijk eerder een symptoom van de ziekte van die ‘gedragswetenschappen’ dan een medicijn.
Chemischereactiewetenschap
Het begint natuurlijk al met die naam ‘gedragswetenschappen’ (behavioural sciences). Waar redelijke mensen al eeuwenlang nieuwsgierig naar zijn is: wat is de mens, hoe zit hij in elkaar. De wetenschap die deze fascinerende vragen bestudeert zou je ‘menswetenschappen’ noemen. Om te weten komen hoe zo’n mens werkt zou je vervolgens bijvoorbeeld menselijk gedrag in beschouwing kunnen nemen, als aanwijzing van hoe het er daar binnen aan toegaat. Je kunt ook de producten van menselijk gedrag bestuderen, of overgaan tot zelfbeschouwing: er zijn tal van methoden, niet alleen het in een Excel-tabel plaatsen van ‘feiten’ over gedrag.
Maar je wetenschap noemen naar het soort data dat je hebt (‘gedragswetenschap’), is absurd. Scheikunde is ook geen chemischereactiewetenschap.
Flinterdunne inzichtjes
Ik weet wel waarom die gedragswetenschappers dat doen: omdat ze bang zijn om een theorie op te stellen die ook maar een millimeter verder gaat dan die feitjes. En precies dát heeft de problemen van de sociale psychologie volgens mij veroorzaakt. Men kwam maar met het enige grappige feitje na het andere – omdat het nooit hoefde te worden ingebed in een deugdelijke, complexe theorie over wat de mens nu precies is, maakte al die ontdekkingen niemand wat ooit. En dus kon je ze net zo makkelijk verzinnen, of een paar keer publiceren, of van iemand anders overschrijven.
Geen enkel feit had eigenlijk waarde, omdat die waarde alleen kan komen van een theoretisch kader dat wat dieper is dan flinterdunne inzichtjes die soms voor theorieën doorgaan en nauwelijks enig licht werpen op de vraag ‘wat is de mens’ (iemand die het moeilijker vindt om geld aan het goed doel over te maken als hij naast een pot m&m’s zit). Inzichtjes die meteen worden omvergeblazen (‘gefalsifieerd’) zodra blijkt dat er bij één experiment is gefraudeerd.
Regels der kunst
Het ‘medicijn’ dat NRC Handelsblad nu zo aanprijst, is vooral meer van hetzelfde. Begrippen als inzicht, begrip en theorievorming komen er nauwelijks in voor, en begrippen als data en statistics des te meer. De wetenschap wordt gezien als een instrument van ‘kennisvermeerdering’, dat wil zeggen als een opstapeling van meer feitjes. Alleen moeten die feiten sneller verzameld worden en betrouwbare zijn.
Het probleem van Stapels werk was volgens dit manifest niet dat het betekenisloos is of vleeseters nu wel of niet geneigd zijn tot sociaal gedrag, en dat je er dus niks mee opschiet om daar een experiment over te doen, maar dat niet iemand nóg een keer ging datzelfde experiment heeft gedaan om te zien of het wel helemaal volgens de regels der kunst is verlopen.
Dwaas pad
Het zat ook al in de onlangs door de KNAW geëntameerde discussie over de waarde van de wetenschap. Veel auteurs stelden ook in die discussie ‘meningen’ tegenover ‘feiten’ en plaatsten de wetenschap aan de kant van de ‘feiten’. Terwijl feiten in de wetenschap alleen zinvol zijn wanneer ze geplaatst kunnen worden in een kader van begrip en inzicht. Dát is waar het uiteindelijk om gaat.
Kennis alleen zien als een verzameling feiten en de wetenschap als ‘kennisaccumulatie’ in die zin, dát is het probleem. Dat nóg beter willen doen, haalt niks uit. Als krant de hele wetenschap ‘ongezond’ noemen en adviseren dat ze als geheel zo’n dwaas pad op moet: als je zelf geneigd bent tot hysterie, zou je het ‘verziekt’ kunnen noemen.
Lucas Seuren zegt
Men zou er goed aan doen om Trafimow (2014) te lezen over wat daadwerkelijk het doel zou moeten zijn van sociale wetenschappen: researchers should aspire to create unifying theories that are not causal.
Of zoals De Ruiter & Albert (2017) impliciet suggereren: hypotheses zonder theorie (context of justification) zijn net zo wetenschappelijk als astrologie.
Marc van Oostendorp zegt
Mij intrigeert die EIS dat de theorieën niet causaal moeten zijn. Ik kan me voorstellen dat je zegt dat zie niet altijd causaal kunnen zijn, en dat niet hoeven, maar causaliteit voelt voor de mens als een soort ultieme verklaring, dus ik kan me nauwelijks voorstellen dat je het uitbant.
Op zoek naar wat Trafimow (2014) zou kunnen zijn, kwam ik een reply uit 2014 tegen waarin hij vooral op lijkt te roepen om verschillende niveaus van causatie (op het niveau van de individu en dat van de groep) te hanteren. Maar dan zoek je dus nog steeds naar causaliteit.
Lucas Seuren zegt
Mogelijk dat we op een wetenschapsfilosofisch niveau langs elkaar heen gaan praten nu (wat is causaliteit), maar op de gok dat het goed gaat.
Wat Trafimow (volgens mij) bedoelt is dat causale relaties zoals die in veel sociale wetenschappen worden onderzocht niet meer zijn dan artefacten van onderliggende, veel abstractere relaties. (http://www.tandfonline.com/doi/abs/10.1080/14780887.2012.743202)
Hij gebruikt vaak klassieke mechanica ter vergelijking, dus dat ga ik ook maar even doen.
Als je een object van twee hoogtes laat vallen, h1 en h2, waarbij h2 hoger is dan h1, dan zal de impact van het object als het de grond raakt groter zijn bij h2. Met andere woorden, hoe groter de val, hoe groter de impact. Als je twee objecten van gelijke hoogte laat vallen maar ze hebben een verschillende massa – m2 is zwaarder dan m1 – dan zal de impact van object 2 groter zijn. (ik ga even uit van een vacuum, maar dat maakt verder niet uit voor het punt dat ik wil maken).
De manier waarop de sociale wetenschap veelal te werk gaat is nu als volgt. We hebben deze observaties gedaan. Laten we dus een model opstellen waarbij massa en hoogte onafhankelijk van elkaar van invloed zijn op impact. Er zijn dus twee onafhankelijke, causale verbanden.
Wat je op deze manier niet opmerkt is dat die verbanden verenigbaar zijn in een relatie: E=mgh. De potentiële energie van een object (E) is gelijk aan zijn massa (m), hoogte (h), en de gravitatiekracht van de aarde (g). Sterker nog, je zou helemaal niet doorhebben dat het gaat om energie, en daarmee dus ook niet zien hoe dat zich verhoudt tot de rest van de klassieke mechanica.
Natuurlijk heb je observaties nodig om tot zo’n relatie te komen, en natuurlijk speelt causaliteit daarbij een belangrijke rol. maar als je doel een causaal model is, dan zal je die nooit gaan vinden. Bovendien zal je nooit ontdekken dat de gravitatiekracht van de aarde van belang is; causale modellen negeren veelal constanten omdat ze niet te meten zijn met correlaties.
Hij geeft zelf trouwens nog een leuk voorbeeld over mediatieanalyses, waarbij hij de banen van de planeten beschrijft op die manier. Ik geloof in 2015, maar mogelijk 2016.
Marc van Oostendorp zegt
Interessant, ik ga me er in verdiepen!
esther zegt
Gerelateerd aan dit onderwerp is hier tevens een link naar een lezenswaardig stuk over het -voorzichtige- nieuwe beleid van de UMC in Utrecht:https://www.nrc.nl/nieuws/2016/10/27/weg-met-die-publicatiedwang-5015210-a1528791