Door Bas Jongenelen
Vorige week schreef ik over de geschiedenis van de sonnettenkrans in het Nederlands. Dat het altijd nog een beetje gekker kan, daar ga ik het zo over hebben. Bijna alle Nederlandstalige sonnettenkransen zijn geschreven door Nederlanders, er is één Vlaamse krans, die van Miguel Declercq. In ieder geval zijn er ook Groningse sonnettenkransen.
Sonnettenraam
Een variant op de sonnettenkrans is het sonnettenraam. Drs. P heeft deze variant voor het eerst gepubliceerd in 1984. Het sonnettenraam telt zestien sonnetten: het eerste sonnet bestaat uit de beginregels van de volgende veertien sonnetten en het zestiende sonnet bestaat uit de eindregels van die veertien sonnetten. De veertien tussenliggende sonnetten zijn niet met elkaar verweven zoals bij een sonnettenkrans (dat kan ook niet, anders zouden het eerste en het zestiende sonnet hooguit in versregelvolgorde van elkaar verschillen). Het is ook mogelijk om er nog een extra sonnet achteraan te plakken (dat wordt dan het zeventiende), dit sonnet is samengesteld uit de negende regels van de veertien kernsonnetten (P & de Wijs 1984, pp. 183-192).
De sonnettenkrans heeft inmiddels een beetje navolging gekregen, maar het sonnettenraam is tot nu toe nooit modieus geweest. Er is in het Nederlands naast drs. P slechts één dichter een raam geschreven heeft: Ko de Laat. Hij heeft in 2009 een beknopte biografie van de wielrenner Giancarlo Perini gepubliceerd in raamsonnetvorm, getiteld ‘Beknopte biografie van Giancarlo Perini’. De Laat heeft er voor gekozen een enkelvoudig sonnettenraam te schrijven, dus zonder zeventiende sonnet (Laat z.j., pp. 65-97).
Sonnettenkransenkrans
Eind 2015 vroeg Martijn Neggers (redacteur van een aantal sonnettenkransen) me of er ooit een sonnettenkrans van sonnettenkransen is gemaakt. Dat was volgens mij niet het geval. We zijn twee weken aan het rekenen geweest om tot een spreadsheet te komen waarin automatisch de kritieke regels doorgeplaatst werden naar veertien meestersonnetten en van deze meestersonnetten werden de hyperkritieke regels doorgeplaatst naar het grootmeestersonnet. Vervolgens zijn we auteurs gaan zoeken om (14 x 14=) 196 sonnetten te schrijven. Binnen zes weken was de zaak gepiept en in mei 2016 kwam de eerste sonnettenkransenkrans ter wereld, getiteld Een kruisweg van alledaags leed. We maakten er een boek en een poster (B0-formaat) van. Vooral de poster is spectaculair om te zien, ik wil hem u daarom niet onthouden. Hier is hij als PDF en als JPG (let op: dit jpg-bestand is erg groot). Bij ieder sonnet staat wie de auteur is, en door middel van kleuren kunt u volgen welke regels waar terugkomen (Jongenelen & Neggers 2016).
Groningen
Groningen is niet een variant op de sonnettenkrans, maar een geografische aanduiding. In het Gronings zijn door diverse auteurs sonnettenkransen en -ramen geschreven. Ik spreek geen Gronings en het is maar de vraag in hoeverre er hier op neerlandistiek.nl de Groningse literatuur behandeld dient te worden. Liever niet eigenlijk. De meeste Groningers zullen een Nederlands paspoort hebben, vandaar dat ze er toch een beetje bijhoren. Vooruit dan maar.
In 1963 ziet de eerste Groningse sonnettenkrans het licht. Hij is geschreven door Simon van Wattum en gepubliceerd in Cultureel Maandblad Groningen (later herdrukt in Wattum 1980, pp. 59-75). De titel is ‘Twijstried’ en het bijzondere eraan is dat het meestersonnet vooraan staat.
Jan J. Boer publiceert in 1982 De hoanetree, ’n kraans van sonnetten van ’t veujoar – geïllustreerd door Toos Boekhoven. Ook in deze krans staat het meestersonnet voorop (Boer 1982).
Voor mij niet te dateren zijn de drie sonnettenkransen en twee sonnettenramen van Fre Brouwer. Ze staan zonder verdere verantwoording in zijn bundel Wat blift uit 1994. Heeft hij deze gedichten eerder gepubliceerd? In ieder geval zijn ‘De raaize van de zot’ (Brouwer 1994, pp. 91-109), ‘Draaiernraime’ (Brouwer 1994, pp. 111-129) en ‘Doar ligt e din’ (Brouwer 1994, pp. 131-147) echte sonnettenkransen. ‘Rond de oogsttied’ (Brouwer 1994, pp. 149-167) en ‘Wat is n joar?’ (Brouwer 1994, pp. 169-186) sonnettenramen. Daarbij moet nog vermeld worden dat ‘Rond de oogsttied’ een extra sonnet (het zeventiende) heeft, samengesteld uit de negende regels van de veertien kernsonnetten.
1994 was blijkbaar een goed Gronings sonnettenjaar, want in dat jaar publiceerde Jurrie Bosker Hoog wotter. In deze bundel staan drie sonnettenkransen – zij het dat ze niet heel strak zijn. Bosker varieert hier en daar met de koppelende regels. En er is meer wat scheef gaat. Sonnet XV van de eerste krans (‘Gods rozen’) heeft niets met de voorgaande veertien te maken. De twee meestersonnetten van de andere twee kransen (‘Judasverzen’ en ‘Hoogwoatum’) sluiten wel aan. Geen enkele krans in deze bundel is echter perfect. (Bosker 1994)
Het zou heel goed kunnen dat ik sonnettenkransen, sonnettenkransenkransen en sonnettenramen over het hoofd heb gezien. Laat het me weten via het commentaarveld hieronder.
Gehanteerde literatuur
- Boer 1982: Jan J. Boer, De hoanetree, ’n kraans van sonnetten van ’t veujoar, Wildervank 1982
- Bosker 1994: Jurrie Bosker, Hoog wotter, Groningen 1994
- Brouwer 1994: Fre Brouwer, Wat blift, Groningen 1994
- Jongenelen & Neggers 2016: Bas Jongenelen & Martijn Neggers, Een kruisweg van alledaags leed (boek en poster), Tilburg 2016
- Laat z.j.: Ko de Laat, Ach ja, ’t is overal wel wat, z.p. (Tilburg) z.j. (2009)
- P & de Wijs 1984: Drs. P & Ivo de Wijs, Het Rijmschap Compleet en nog meer lief en leed, Den Haag 1984
- Wattum 1980: Simon van Wattum, Twijstried, Buitenpost 1980
HC zegt
Geen Vlamingen (die Nederlandstalige sonnettenkransen schrijven)? Je vermeldde Miguel Declercq vorige week. Dat is een Vlaming.
Bas Jongenelen zegt
Dan heb ik mij in zijn nationaliteit vergist. Ik zal het aanpassen hierboven.
Marc van Oostendorp zegt
Even voor de duidelijkheid: interessante observaties, gedachten en ideeën over – bijvoorbeeld – de Groningse letterkunde zijn hier van harte welkom. Ook als het geen sonnetten betreft.
Jaap Bakker zegt
En verder nog een Groninger sonnettenkranstrilogie: Gods Rozen, Judasverzen, Hoogwoatum, alledrie te vinden in “Hoog Wotter” van Jurrie Bosker, Groningen 1994 (Styx publications)
Bas Jongenelen zegt
Die ga ik opzoeken. Dank je wel.
Henk Scholte zegt
http://www.webloug.nl/jurrie-bosker/
Bas Jongenelen zegt
Het bericht hierboven is aangepast.
Jaap Bakker zegt
Ik ben gelijk maar aan het lezen geslagen in de bundel. Het is inderdaad niet overal even strak in de leer.
floorjongenelen zegt
Dat vind ik jammer, want met name zijn ‘Judasverzen’ zijn de moeite waard. Als het een echt strakke krans was het geweest, dan was het helemaal af.
Bas Jongenelen zegt
Om de een of andere reden schreef ik de vorige reactie onder een ander wordpressaccount.
Henk Scholte zegt
en verder nog een Groningstalige sonnettenkrans “De Gracht” van Peter Visser http://www.webloug.nl/peter-visser/
Bas Jongenelen zegt
‘Gracht’ is geen sonnettenkrans.
Henk Scholte zegt
Ook de Groninger schrijfster Annie van Dijken Hooghuis heeft er een aantal geschreven, die opgenomen zijn in haar bundel “t Olderliek Stee”.http://www.webloug.nl/annie-van-dijken-hooghuis/
Bas Jongenelen zegt
Volgens de NPE is dat een sonnettencyclus, ik betwijfel of het een echte krans is. http://www.nederlandsepoezie.org/dichters/d/dijken_annie.html