Verkort praatje bij de presentatie van de ‘Atlassen van de Nederlandse taal’ op 11 mei in Den Haag
Door Nicoline van der Sijs
Welkom bij de presentatie van de Nederlandse editie van de Atlas van de Nederlandse. Wat is er nieuw en bijzonder aan deze atlas? Het belangrijkste wapenfeit is dat deze atlas voor het eerst erkent dat de variëteiten van het Nederlands die in Nederland en in Vlaanderen worden gesproken, volkomen gelijkwaardig aan elkaar zijn. Dat is nog nooit eerder vertoond: er bestaat geen enkel ander boek dat in twee edities is verschenen, een voor Nederland en een voor Vlaanderen. Zelfs de bijbel niet.
Tot de 21e eeuw werd de Nederlandse taal uitsluitend neerlandocentrisch bezien, óók in het zuiden. Terwijl Nederland en België na 1830 in politiek opzicht ieder hun eigen weg gingen, bleef de Nederlandse taal zoals die in Nederland werd geschreven en gesproken, voor de Vlamingen het voorbeeld. Dit ondanks het feit dat er van meet af aan verschillen bestonden tussen beide variëteiten. In grammatica’s en woordenboeken gold de Nederlandse variant als de neutrale, ongemarkeerde, terwijl de Vlaamse variant werd gemarkeerd als ‘Belgisch-Nederlands’: dat werd bijvoorbeeld toegevoegd bij woorden als croque-monsieur en schepen. Bij de Nederlandse varianten tosti en wethouder ontbrak iedere nadere toelichting.
In de 21e eeuw hebben de woordenboeken hun leven gebeterd: inmiddels vermelden uitgevers als Prisma en Van Dale bij tosti en wethouder dat het gaat om zogenaamd ‘Nederlands-Nederlandse’ woorden. Een belangrijke rol bij de emancipatie van het Belgisch-Nederlands heeft ook onze gastheer hier, de Nederlandse Taalunie, gespeeld. Toen de Taalunie in 1980 werd opgericht, had dat tot doel de samenhang binnen de Nederlandse taal over de rijksgrens te waarborgen. Zo bestaat er één spelling voor Nederland en Vlaanderen. Sinds begin 21e eeuw staat de Taalunie nadrukkelijk op het standpunt dat de Nederlandse en Belgische variëteiten van de standaardtaal gelijkwaardig zijn. Daarom is het gepast dat deze tweeledige editie wordt gepresenteerd op deze plek.
Tijdens de bewerking van deze atlas viel mij telkens weer op hoe veel subtiele verschillen bestaan tussen het Belgisch-Nederlands en het Nederlands-Nederlands. In iedere alinea moesten de twee teams wel een kleine verandering aanbrengen voor de ‘eigen’ editie. Het verschil in de edities blijkt niet alleen op zinsniveau maar ook op macroniveau: de Nederlandse taal heeft in Nederland en in Vlaanderen een heel andere geschiedenis doorgemaakt. Dat komt vooral omdat het Nederlands in Vlaanderen lange tijd werd overvleugeld door het Frans. Dat had en heeft gevolgen voor de manier waarop Nederlanders en Vlamingen aankijken tegen de taalgeschiedenis, de dialecten en de standaardtaal. In de 60 thema’s van de atlas hebben we geprobeerd recht te doen aan die verschillende kijk. Eigenlijk moet iedereen beide edities aanschaffen en ze met elkaar vergelijken – op die manier maken Nederlanders kennis met een Vlaams perspectief op de Nederlandse taal, en omgekeerd.
Ik wil eindigen met een wens. Het is geweldig dat er een tweetalige editie van deze atlas bestaat. Maar de Nederlandse standaardtaal kent nog twee ándere variëteiten, namelijk het Surinaams-Nederlands en het Antilliaans-Nederlands. Ook die Surinaamse en Antilliaanse variëteiten worden door de Nederlandse Taalunie als gelijkwaardig erkend. Laten we die gelijkwaardigheid niet alleen met de mond belijden, maar in de praktijk brengen: ik stel voor dat we de twee Europese edities uitbreiden met twee nieuwe, overzeese edities. Geschreven vanuit het perspectief van Suriname respectievelijk de Antillen en geschreven ín het Surinaams-Nederlands en het Antilliaans-Nederlands. Dat is pas échte emancipatie. Ik hoop dat uitgever en Taalunie zich hiervoor samen met ons willen inspannen, zodat we het auteursteam binnenkort kunnen uitbreiden met medewerkers uit Suriname en de Nederlandse Antillen.
Zorgtaal zegt
De vraag is of Lannoo of een andere uitgever bereid is te investeren in redactie, vormgeving, zetwerk, binden, drukken en transport en dat daarmee zonder (onevenredig veel) subsidie een atlas verschijnt die tegen een aanvaardbare prijs door voldoende overzeesen wordt gekocht. Een Antilliaans equivalent van de huidige atlas (nog steeds niet bij mij bezorgd…) waarop slechts enkele honderden gegadigden intekenen, is commercieel niet levensvatbaar.
HC zegt
Met een tweetalige editie heb je het niet (meer) over “gelijkwaardige variëteiten van een (gemeenschappelijke) standaardtaal”, maar veeleer over aparte talen. De Atlas is net een uitnodiging om géén kennis te maken met het perspectief van de ander. Ik denk namelijk niet dat we straks massaal de beide edities (het ware wel kassa kassa) gaan aanschaffen, laat staan (straks) de Surinaamse of Antilliaanse versie bovenop. Met “emancipatie” (van het Belgisch-Nederlands, etc.) heeft deze handelwijze weinig te maken. Met “(taal)apartheid” misschien des te meer.
harricot zegt
Waarom zou iets commercieel levensvatbaar moeten zijn? Culturele tradities als “voetbalwedstrijden” (tokkieveldslagen) kosten soms “miljoenen” (Brabants Dagblad) “subsidie” op één dag.
Taalgaardenier zegt
Het wordt tijd dat Vlamingen beseffen dat hun taal minstens zo waardevol is dan die van het Noorden. Overigens werd die eigenlijk voor een groot deel bepaald door daar ingeweken Vlamingen. In Vlaanderen blijft het oorspronkelijke Nederlands, niettegenstaande de vroegere verdrukking en de Noord-Nederlandse pogingen tot stiekeme verfransing, veel beter gehandhaafd.
Waar wij ons hebben laten wijsmaken dat telloor, teloor of talloor slechts streektaal zou zijn, heeft het veel oudere Germaanse oorsprongen en in het Duits nog steeds Teller.
Wanneer Nicoline schrijft dat wij dit zouden overgenomen hebben van het Franse telloir, vergist ze zich. Telloir wordt énkel in Frans Vlaanderen gebruikt en vind zijn oorsprong klankoverdrachtelijke zin uit het Diets.
Dat Nederland zich ook nog meer richt naar het door Frans verbasterde Engels zou dan weer kunnen blijken uit opa (old pa) en oma (old ma) en bompa (bon pa) en bomma (bom ma). Hier komt weer de verdrukking van eigen oorspronkelijkheid aan de oppervlakte. Daar waar voornoemde lemma’s eerder kindertaal zijn, zijn groot- vader en moeder veel duidelijker en meer eigen taal.
Dat Vlaanderen lang door het Frans overvleugeld werd, is waar. Maar de Noord-Nederlandse aanbidding van Franse leenwoorden, daar wordt nergens niet over gerept. Clubje en verenigingen die over onnodig Engels roezemoezen genoeg. NederFranglais wordt in zedigheid verzwegen.
Ik mainteneer,
Taalgaardenier zegt
rechtzetting:
– … in klankoverdrachtelijke …
– Clubjes …
Cefas van Rossem zegt
In een compleet overzicht van het Nederlands mag het Caribische deel van het taalgebied niet overgeslagen worden. Bij een complete beschrijving van het Engels sla je toch ook de Australische (enz.) variëteit over? Het gaat niet om de ‘gekke’ verschillen (vaak lexicale weetjes), maar on zelfstandig ontwikkelde variëteiten die andere invloeden hebben gekend dan het Europese Nederlands. Wetenschappelijk gezien zeer interessant en goed te vergelijken met de studies die al bestaan over andere wereldwijd voorkomende talen als Frans, Spaans enz. Als (ex-)bakra en oud-student van het IOL hoop ik op onderzoeksmogelijkheden voor Surinaamse en Antilliaanse linguisten!
Prachtig, Nicoline!
DirkJan zegt
Dan zou er ook wel een Afrikaanse editie kunnen komen. Goede gelegenheid voor de Taalunie en de Nederlandse regering om te kijken of Zuid-Afrika nu wel lid wil worden van de Nederlandse Taalunie. Om moverende redenen wil Zuid-Afrika dat niet, maar het Afrikaans lijkt me hoe dan ook eveneens een atlaswaardige zustertaal van het Nederlands.
Jona Lendering zegt
“Hear, hear”, zoals we in goed Nederlands plegen te zeggen. Helemaal mee eens.
Taalgaardenier zegt
Beste Dirkjan,
Kan je dat “moveren” ook eens voor de Vlamingen vertalen? Ik lees in Nederlandse kritieken veel over archaïsmen en oude lulkoek die vervangen werd door hedendaags NederFrAnglais. Maar dít slaat wel alles.
Was bewegen niet goed genoeg of mag jij een bank vooruit?
Moverende redenen? Wat een klucht!
harricot zegt
Bijzonder scherp gezien, dat ‘bewegen’, chapeau & zow! Maar DirkJan (let op de tweede hoofdletter!) mag geen bank vooruit. Het ww ‘moveren’ is overgankelijk, dus ontbreekt hier iets als ‘het’ of ‘het land’.
Het wordt overigens bijna alleen nog gebruikt in het (tamelijk bekakte) eufemisme: “om mij moverende redenen”, dat betekent dat anderen geen ruk te maken hebben met de eventuele beweegredenen van “mij”.
DirkJan zegt
Ik had een ander idee bij de betekenis van ‘moverend’. De redenen van Zuid-Afrika om niet aan de Taalunie mee te doen, zijn dacht ik juist wel bekend, dat was wat ik bedoelde.
Cefas van Rossem zegt
Hoewel ik, als onderzoeker van aan het Nederlands gerelateerde creooltalen, met name het Virgin Islands Dutch Creole, elk vergelijkend onderzoek toejuich, zie ik het door Nicoline van der Sijs aangekondigde werk als iets wezenlijk anders. Het gaat hier om variëteiten van het Nederlands en niet om contacttalen die gebaseerd zijn op het Nederlands. Surinaams en Antilliaans Nederlands zijn vormen van ‘gewoon’ Nederlandse, maar met een basis in het Caribisch gebied. Hoewel ze herkenbaar zijn als niet-Europees, zijn het geen andere talen. Vergelijking met Afrikaans en meer Nederlandse aandacht vanwege de taalkundige relatie tussen de talen is bijvoorbeeld al heel goed te zien op Taalportaal.
Taalgaardenier zegt
Anderzijds ook dank aan Dirk, want een mooie toevoeging (de duizendzevenhonderdzesendertigste) aan mijn verzameling onnodig uit het Frans geleende werkwoorden in het Nederlands.
De treffer van de week zeg maar.
Ons aller Nicolientje beweert wel dat het uit het Latijn stamt, maar zelf meen ik dat het in onze streken via mouvoir en beheerders van Louis Napoleon meegekomen is.
Vandaar de Noordelijke aanbidding.
Tot op heden daar ook geen spoor van mensen die het aandurven om het NederFrAnglais te bestrijden.
Minachting voor eigen taal?
HC zegt
“Kritieken” (zie boven) zijn natuurlijk beoordelingen. Foei, die minachting voor eigen taal!
Taalgaardenier zegt
Mooi, mooi!
Marc van Oostendorp zegt
We hebben het nu een tijdje aangezien met u, Taalgardenier. U mag natuurlijk er uw eigen bizarre kunsttaal op nahouden waarin woorden wel of niet worden toegelaten op basis van idiosyncratische etymologische criteria. U mag ook menen dat iedereen die bizarre kunsttaal van u moet gebruiken, en u mag algemene sneren uitdelen naar iedereen die uw opvattingen niet deelt (dat lijkt mij zo’n beetje de hele wereld). Wat niet mag: bij name genoemde personen beledigen, zoals auteurs van of reageerders op dit blog (of andere met name genoemden). Wanneer u daarmee doorgaat, wordt u voortaan van de reactiepanelen geweerd.
Taalgaardenier zegt
Beste Marc,
Ik heb het begrepen en vraag ootmoedig vergeving voor bedoelde zonde(n). Ik had inderdaad al zeker, beter geen namen genoemd. Het is me ontsnapt, zeg maar.
Wat betreft Teller, teloor, telloor of talloor meen ik dat gans Vlaanderen en Duitsland toch moeilijk op dat gebied idiosyncratisch genoemd kunnen worden. Wij hier hebben onder druk wél het woord “bord”, dat ons totaal vreemd was, aangenomen.
Verder hou ik er helemaal geen eigen woordenschat op na, maar tracht eigen taal terug aan te reiken aan hen, die ze buiten hun wil om, niet meer kennen.
Dit is helemaal niet als een aanval bedoeld, al lijkt het voor jullie soms zo.
Beschouw me maar als taalliefhebber en de stem van het volk (of moet dat beter vox populi zijn?)
Dat ik een eenzame strijd voer, was me al bekend, daar heb je overschot van gelijk in.
Dit weerwoord zal ik dan maar opslaan, vooral omdat het gevaar erin zit, dat je me niet meer toelaat. Dat zou me wel spijten.
Taalgaardenier zegt
Een prachtig bewijs dat taalverdrukking werkt, ook ik ontsnap er niet aan. Een gans leven volksverlakkerij moeten ondergaan laat zijn sporen achter.
HC zegt
Alleen wat woordkeuze betreft? Of kan het ook tot bizarre denkbeelden of overtuigingen leiden?
Taalgaardenier zegt
Dat is een goeie HC!
En nog juist onder de waterlijn.
Wellicht heb ik inderdaad ook “ongewone” (écht NL voor bizarre) denkbeelden en overtuigingen, waarom ook niet?
Terwijl iedereen fruit tracht te veredelen, tracht ik wilde fruitsoorten te kweken, die aan de basis liggen van de opgefokte rommel in de winkels.
Zeepruim, zilverbes, brigantijnse alpenpruimkoos, indianenbanaan, enz.
Niet netjes in rijen op geijkte afstanden, maar op een schijnbaar ordeloos vruchtenstruweel.
Is dat bijzonder? Misschien, niet velen doen dat.
Ook doe ik aan barrevoets lange-afstandsrennen, wat jij wat minder dagelijks vindt, is dus voor mij helemaal niet vreemd. Ben ik dan eigen-aardig? Nou moe!
Verder wil ik daar niet op ingaan, want dan gaan we te ver buiten het doel van deze schrijvelingen.
Wat betreft mijn overtuigingen, die komen hier eigenlijk niet te pas. Ook omdat ze nauwelijks gewaardeerd zouden worden.
Anderzijds meen ik, dat machtstrevers zowel als machthebbers zowel in het verleden als nu, onze taal erg beïnvloed hebben. Denken we maar aan Louis Napoleon, Guilliaume d’Orange, enz.
Besluit: “Politiek”, dus machtstreverij is nooit ver weg en zeker niet weg te denken van de voortdurende taalontwikkeling.
Taalgaardenier zegt
Haha, dit gebeuren doet me plots denken aan De Argwaners van wijlen Marten Toonder.
Daarin werd Ollie B. Bommel ook “geroyeerd” uit “de kleine club”. Het had ook wat te maken met zijn misdragingen en dat ging burgemeester Dickerdack ook wat te ver.
Eigenlijk voelde ik me altijd al wat verwant met Bommel, dat geef ik eerlijk toe.
Ik mainteneer (voorlopig nog)
toemaatje ivm Marten Toonder:
In plaats van voortdurend leentjebuur te spelen, lachte hij met onnodige leenwoorden en schiep zelf een aardig mondje, écht Nederlands.