Er worden geen A’s of B’s meer uitgereikt in ons managersfeuilleton De verleden tijd van lijken
Door Marc van Oostendorp
“Beste collega’s.” Wouter vond het fijn om altijd even rond te kijken nadat hij dat woord had gezegd. Iedereen was natuurlijk blij dat hij, de leidinggevende, de anderen als collega aansprak. Je kon het wel niet aan de gezichten aflezen, maar je voelde het aan.
“We hebben zo dadelijk, beste collega’s – hij zag nu toch echt een klein zenuwtrekje van vreugde rondom Sophies mond – een presentatie van onze nieuwe grant officer. Zij gaat haar eigen salaris in veelvoud terugverdienen met alle Europese subsidies die we gaan binnenhalen!”
Pas op dit moment kwam Joop binnen, de specialist middelnederlandse voegwoorden die altijd net iets te laat was omdat hij weigerde de collegezaal te verlaten voor de laatste student vertrokken was. Omdat “je nooit wist of ze nog iets wilden vragen”. Zelfs als er dus een vergadering was, ging Joop zitten wachten op zo’n student.
Lunchen
“Affijn,” zei Wouter. “Nu Joop er ook is, het eerste echte agendapunt. Als er tenminste niemand nog een opmerking heeft over de notulen.”
“Ja,” zei Marie. “Je stuurt die notulen nu van te voren rond en je vindt het kennelijk modern dat wij dan in Google Docs onze eventuele wijzigingen aanbrengen. Maar hoe moet het dan met opmerkingen naar aanleiding van?”
“Die kun je nu natuurlijk naar voren brengen. Heb jij een opmerking naar aanleiding van?” Ze schudde het hoofd. “Dan wil ik nu toch echt het eerste agendapunt bespreken. Hoe korter vergaderingen duren, hoe beter het is, zeg ik altijd maar. Dan kunnen we allemaal weer snel aan het onderzoek! Althans jullie, want ik moet helaas vanmiddag met een delegatie uit Tsjechië lunchen.”
Groeien
“Wat is het eerste punt?” vroeg Joop.
“De functioneringsgesprekken!” zei Wouter. “De faculteit heeft nieuwe richtlijnen opgesteld. We zullen voortaan strenger zijn. Het was al regel dat we werknemers nooit een A-score gaven, omdat dit maar onterechte verwachtingen kweekt. We kunnen nu eenmaal niet allemaal een Noam Chomsky of Herman Pleij wezen. Maar voortaan wordt ook de B niet langer uitgedeeld. Er moet de mogelijkheid voor jullie zijn om te groeien. Ik vind het ook niet leuk, maar ik sta er wel achter natuurlijk.”
Hij keek even om zich heen. Men zweeg. “Geachte collega’s”, zei hij.
Flexibel
“Bovendien”, zei Wouter, “gaan we vaker functioneringsgesprekken doen. In ieder geval op incidentele basis. De leidinggevende kan ervoor kiezen om iedere drie maanden een gesprek te doen. Dat is natuurlijk heel vervelend, ook voor die leidinggevende, maar het is nu eenmaal soms nodig, voor de dossiervorming.”
“Dossiervorming?” vroeg Joop.
“Ja,” zei Wouter, terwijl hij hem indringend aankeek. “We willen zeker weten dat we alle collega’s goed in beeld hebben. De leidinggevende mag daarom voortaan ook zelf beoordelingscriteria toevoegen. Het wetenschapsbedrijf is nu eenmaal flexibel.”
“Heb je een voorbeeld van zo’n nieuwe categorie?”
“Jazeker,” zei Wouter, terwijl hij een beetje stuurs voor zich uitkeek. “Collegialiteit.”
Laat een reactie achter