Door Leonie Cornips
Hoe een dialect in Limburg te spellen levert altijd discussie op. De ouderen schrijven en ondersteunen vaak de Veldeke 2003 of Raod veur ’t Limburgs-spelling in meer conventionele media. De jongeren vertonen veel variatie in hun schrijven op sociale media – Whatsapp, Snapchat, Twitter en Facebook. Hoe aan vele manieren van schrijven tegemoet te komen, inclusief die van Veldeke 2003, is vanaf eind augustus opgelost. Want dan is Microsoft voor nu het eerste grote IT bedrijf dat het Limburgs als taal toevoegt voor mobiele applicaties. Hun afdeling Swiftkey stelt de Beta (of test-)versie beschikbaar in de nacht van 17 op 18 augustus voor het Limburgse keyboard en spellingschecker voor alle mobiele Android applicaties. Bij elk Microsoft Swiftkey keyboard komt het Limburgs dan als taalkeuze voor. Uiteindelijk is het de bedoeling dat het intikken van de vele diakritische tekens zoals ë, ò, é, äö, oë, oeë, àè, ieë, ieè, eë, ië, aeë, èë, èw, àèë, àèw, aoë geen probleem meer oplevert. Gebruikers kunnen snel blijven tikken.Elke gebruiker kan vanaf 18 augustus gedurende twee weken deze testversie testen en feedback sturen aan Microsoft Swiftkey. Daarna wordt, waarschijnlijk begin september, de definitieve versie gelanceerd, die dan ook voor mobiele iOS (Apple) applicaties beschikbaar is (te downloaden via de App store).
Het Limburgse model voor het toetsenbord en de spellingschecker bij de Microsoft Swiftkey Beta app heeft een grote verzameling van Limburgse woorden. De woorden komen in de spelling van veel dialecten voor op basis van de Veldeke 2003-spelling, maar daarnaast zijn ook Limburgse spellingsvarianten van internet en sociale media toegevoegd. Niet alle spellingsvariatie kon worden opgenomen, maar de bestaande spellingsvariatie zal nog verruimen, omdat iedere individuele gebruiker altijd zijn/haar voorkeursspelling kan toevoegen.
De software dat het taalmodel levert, leert van de spellingsvoorkeur van de individuele gebruiker. Als deze gebruiker vaker een bepaalde spelling van een woord intikt, wordt zijn/haar spellingsvoorkeur na verloop van tijd aan de schrijver aangeboden. De software voegt ook nieuw toegevoegde woorden en spellingsvoorkeuren aan de collectieve woordenlijst voor het Limburgs toe. Hoe meer gebruikers een bepaald woord op een specifieke wijze spellen, hoe meer waarschijnlijk het wordt dat dit woord bij individuele gebruikers als mogelijkheid geopperd wordt.
Het voorspellingsmodel van het Limburgse toetsenbord en de spellingschecker werkt als volgt. Aan de hand van de eerste letters die getypt worden, voorspelt de software welk woord en in welke spelling de gebruiker typt. Het intikken van bijvoorbeeld sto roept stoon (staan) als voorspelling op of het intikken van sjta voorspelt sjtaon. Daarnaast voorspelt de software welk woord in alle waarschijnlijkheid op het vorige woord volgt en geeft hiervoor verschillende mogelijkheden aan.
Limburgs wordt dus ook als taal toegevoegd bij Microsoft. Je kunt bij Microsoft Swiftkey verschillende talen instellen. Op Android applicaties een maximum van 5 talen en op iOS applicaties een maximum van 2. Het toetsenbord zal weten in welke taal getypt wordt en woorden (en spellingen) uit die taal als mogelijkheden aanbieden.
De grote trekker achter dit resultaat is Dr. Yuri Michielsen-Tallman. Yuri is al heel lang actief als voorzitter van de Stichting Limburgse Academie en sinds de zomer projectcoördinator voor het Limburgs Corpus Woordenboek. Beide activiteiten vallen onder de Leerstoel Taalcultuur in Limburg bij de Universiteit Maastricht.
Na Microsoft veroverd te hebben, is Yuri ook met de andere IT giganten bezig om hen zover te krijgen. Bij op zijn minst één andere lijkt dat te gaan lukken. Hierover op termijn meer. Dit resultaat is volledig tot stand gekomen door liefde voor het Limburgs, er is geen budget aan te pas gekomen maar wel internationale samenwerking met Dr. Ligeia Lugli (King’s College Londen), Michael Anthony Schuler, BA (Harvard) en Dr. Jean Robert Opgenort in San Francisco.
Wat deze digitale middelen voor het schrijven in het Limburgs voor gevolgen hebben, laat zich goed raden. Een nieuwe impuls om Limburgs vooral op digitale media te schrijven en veel spellingsvariatie. De norm van Veldeke 2003 zal bekender worden maar daarnaast zullen de gebruikers op het net ook zelf een consensusspelling weten te creëren. Microsoft goes Limburgs is voor deze regionale taal een revolutie.
Pieter Simons zegt
Mooi! Twijfel wel of je niet beter de veldeke spelling als enige standaard zou moeten aanhouden. Als het tegenzit kan die aardig uitgehold worden. Ben benieuwd. Vermoed dat trouwens voornamelijk mensen die al regelmatig in dialect schrijven, en dat zullen waarschijnlijk mensen uit de Veldeke kringen zijn, er gebruik van gaan maken.
leonie cornips zegt
Degenen die op sociale media schrijven zijn juist degenen die niet de Veldeke-spelling hanteren en er of geen weet van hebben, het te moeilijk vinden of zich er niet aan storen. Zij zijn meestal juist niet aan Veldeke kringen verbonden.
Toos Evers-Dircks zegt
Dit is ’n erkinning veur oos Limburgse taal! Haopelik gaon noe nag mieë luuj in ’t plat sjrieve!
leonie cornips zegt
Ik hoop het, nu kan iedereen schrijven!
Jack Jacobs zegt
Ik hanteer het AGL woordenboek, met als basis het Geleens, maar soms sluipt er een Maastrichts woord of Heerlens woord of zelfs een Roermonds woord in mijn teksten. Hangt ook een beetje af van hoe mooi dat woord oogt of klinkt. Sommige lokale woordenboeken schieten tekort, dan ben je gedwongen om een greep te doen in de woordenschat van een andere plaats.
leonie cornips zegt
Met wat Microsoft nu aanbiedt kan dat heel erg prima, tijdens het tikken zal het systeem voorspellen wat u probeert te tikken maar u kan uw eigen woord tikken zoals gewenst. Mooi om te lezen dat uw keuze bij het schrijven afhangt van hoe mooi een woord oogt of klinkt!
lars zegt
Dus als de meerderheid het foutief schrijft wordt dit toch als juiste spelling gezien?
leonie cornips zegt
Limburgs schrijven leer je niet op school, dus hoe kan je dan over goed of fout spreken net alsof het de standaardtaal is? Dat kan alleen wanneer schrijvers jaren hebben kunnen oefenen net als op school, als er examens zijn in het Limburgs, als de overheid in geschreven Limburgs communiceert, als de musea geschreven Limburgs hanteren, als de massamedia en de kranten geschreven Limburgs afrdukken. Verwar hoe een regionale taal functioneert niet met een nationale taal.
Henk zegt
Het verschil is niet zo zeer dat tussen een regionale en een nationale taal, maar dat tussen een minder of meer gestandaardiseerde variëteit. Het Fries, Baskisch, Catalaans en nog heel wat andere talen zijn geen ‘nationale talen’, althans niet in de zin dat ze als vanzelfsprekend communicatiemiddel van een nationale overheid en een volledige landsbevolking worden gebruikt. De standaarden zijn misschien niet zo eenvormig en zo breed geaccepteerd als de Nederlandse, maar de standaardisering ervan gaat wel duidelijk verder dan die van het Limburgs.
Het is dat de provincie Friesland in 2015 een nieuwe spelling heeft geïntroduceerd, terwijl de daarvoor door woordenboekmakers ontwikkelde spelling ook nog volop functioneert. Daardoor treden er sinds kort in de praktijk allerlei dubbelspellingen op. Tussen begin jaren 80 en 2015 was er in Friesland echter brede consensus over de juiste schrijfwijze van woorden, over de toegelaten syntactische variatie, over de aanvaardbaarheid van allerlei dialectvarianten in de schrijftaal, over de aanvaardbaarheid van veel Nederlandse ontleningen in de spreek- en schrijftaal etcetera, mede door een aantal van de factoren die je hierboven noemt (schoolexamens, overheidscommunicatie, massamedia). In Baskenland, Catalonië en Wales ziet het met de regionale taal niet heel veel anders uit.
leonie cornips zegt
Dank voor de mooie inkijk bij de andere minderheidstalen!
Jos Van Hecke zegt
Je kan het (Nederlands) Limburgs een ‘minderheidstaal’ noemen maar de meeste taalkundigen zullen dit zo niet zien maar wel als een (gesproken) dialect, een gesproken variatie op de Nederlandse taal, net zoals dat voor de vele Vlaamse dialecten – waaronder het Vlaams Limburgs – het geval is. De vele Vlaamse dialecten kan je dus ook geen ‘minderheidstalen’ noemen, tenzij je elke gesproken variatie van een taal, per se een ‘minderheidstaal’ wil noemen. Ik vermoed dat er dan ook in Nederland – naast het Limburgs – ook nog wel vele andere ‘minderheidstalen’ zouden zijn, net zoals er dan onder meer in Engeland, Frankrijk, Spanje, Duitsland, China …. ook wel enkele tientallen of honderdtallen of zelfs duizendtallen ‘minderheidstalen’ zouden zijn. Het (Nederlands) Limburgs zomaar op dezelfde taalvoet zetten met bv. het Catalaans of het Baskisch lijkt me dan ook eerder een subjectief ideologisch nationalistisch regionalistisch gekleurde wens of droom dan een objectief taalfeit. Maar het kan en mag natuurlijk, als men daar een persoonlijk plezier in vind, een weldoend gevoel om zich ‘anders’ dan de anderen te voelen maar een objectief taalgegeven dat een taal tot een van andere talen onderscheiden taal maakt en bovendien een algemeen en breed erkend maatschappelijk nut heeft kan ik er niet in zien en ook niet in vinden. Voor het overige is uw geliefde (Nederlands) Limburgs U uiteraard van harte gegund, net zoals ik ook alle Vlamingen hun eigen Vlaams dialect of dialectje van de Nederlandse taal van harte gun, hoewel ze er niet verder zullen mee geraken dan de grens van hun gemeente of hun provincie. In een zogenaamde ‘globaliserende wereld’ kan dat natuurlijk wel enig ongemak en frustratie met zich meebrengen maar dat is dan de tol die men voor een diep gekoesterd regionaal taalpleziertje moet kunnen over hebben.
JOhan Berghmans zegt
Formeel gezien is het Limburgs dus wel een streek- of minderheidstaal. Volgens het Europees Handvest voor regionale talen of talen van minderheden.
Jos Van Hecke zegt
Dat Nederlands Limburgs sprekers in het geheel van het Koninkrijk der Nederlanden een minderheid vormen, staat vast. Het Nederlands Limburgs is daarom echter nog geen van het (standaard) Nederlands te onderscheiden minderheidstaal. Ik weet niet op welke criteria Europa steunt om het Nederlands Limburgs als minderheidstaal te erkennen en welke rechten hieruit zouden kunnen worden geput maar duidelijk is wel dat het Koninkrijk officieel geen enkel specifiek taalrecht aan Nederlands Limburgs sprekers verleent, althans niet in het publiek domein van het Koninkrijk, Nederlands Limburg (vooralsnog) inbegrepen. Wat hebben de Nederlands Limburgs sprekers dan in de praktijk aan hun formeel Europees statuut van Europese ’taal minderheid’?
Als Europa of een andere instantie of gelijk welke taalkundige objectief zou kunnen aantonen dat het Nederlands Limburgs over een basiswoordenschat beschikt die voor minstens 60 % fundamenteel structureel afwijkt van de woordenschat van het standaard Nederlands en / of gesteund is op een grammaticaal systeem dat op essentiële punten fundamenteel afwijkt van de grammatica van het Nederlands, dan wil ik graag aannemen dat het Nederlands Limburgs een andere taal dan het Nederlands is en dat – op grond hiervan – Nederlands Limburgs sprekers ook bijzondere (minderheid) taalrechten zouden kunnen inroepen.
Ter vergelijking : het Afrikaans wordt (ook officieel, in het kader van de Verenigde Naties) als een andere taal dan het Nederlands beschouwd en erkend, enkel en uitsluitend omdat de grammatica van het Afrikaans op essentiële punten fundamenteel afwijkt van de grammatica van het Nederlands hoewel de basiswoordenschat van het Afrikaans voor minstens 90 % fundamenteel structureel overeenstemt met de basiswoordenschat van het Nederlands. Dit enige maar fundamentele verschil in grammaticaal systeem is trouwens – los van elke politieke beschouwing en zuiver taalkundig gezien – de enige reden waarom de Afrikaanstalige gemeenschap in Zuid-Afrika niet binnen het (huidige) statuut en de gronddoelstellingen van de Nederlandse Taalunie kan opereren.
Tot het taalkundig bewijs van het tegendeel klaar en duidelijk op de taal tafel ligt, kan deze “apartheidsvlieger” alvast niet opgaan voor het Nederlands Limburgs, ook al wordt het Nederlands Limburgs volgens het Europees handvest – op grond van redenen die mij trouwens totaal onbekend zijn – op papier formeel als ‘minderheidstaal’ erkend.
Jan Schuren zegt
Het probleem met het Limburgs is dat er ongeveer ongeveer 70 verschillende spellingregels bestaan die officieel gepubliceerd zijn. Het merendeel daarvan is terug te vinden in lokale woordenboeken, maar ook in andere publicaties zoals bijvoorbeeld in een aantal verschillende versies van de ‘Spelling 2003 voor de Limburgse dialecten’ die door de Raod veur ’t Limburgs is uitgegeven.
Ik heb deze regels eens onder de loep genomen en kwam op een totaal van 419 verschillende tekens (zoals: è, a, ó, k, p) of combinaties van tekens (zoals: ui, ou, ieë, sch, ch, ao) om ‘het Limburgs’ op papier te krijgen.
Zolang we er in Limburg van uitgaan dat elke plaatselijke variant een eigen spelling vereist, zal het aanmodderen blijven. En dat terwijl het schrijven van het Limburgs heel eenvoudig kan zijn, een ‘ao’ klinkt door heel Limburg hetzelfde, net als de ‘ae’ de ‘äö’, de ‘è’ de ‘ó’ of de ‘ö’. Als daarnaast eens alle naslagen die in Limburg veel gehoord worden, eens consequent met ‘ë’ geschreven zouden worden, is het schrijven van het Limburgs kinderspel.
Het is een kwestie van alles toepassen wat vroeger op de lagere school geleerd is, een paar nieuwe tekens leren (en dat zijn er niet meer dan de 6 die ik hierboven benoemde), en elke lokale variant van het Limburgs dat binnen onze provinciegrenzen te beluisteren valt, is moeiteloos op papier te krijgen. In mijn boek ‘Limburgs: wie sjriefs se det?’ wordt deze methode uitgebreid behandeld.
Het introduceren van een doolhof aan diakritische tekens zal voor de softwaretechneuten van Microsoft een peulenschilletje zijn, voor de gemiddelde lezer echter zal het geschreven Limburgs snel een kwestie van ontcijferen worden. Limburgs voor hiëroglifologen.
In een reactie op het artikel ‘Limburgs als taal bij Microsoft’ schreef ene Lars op 12 augustus: “Dus als de meerderheid het foutief schrijft wordt dit toch als juiste spelling gezien?”. En daarmee slaat hij de spijker volledig op zijn kop. Of zoals we dat in ons Limburgs ‘zoeë sjoeën’ kunnen zeggen: “de kaeper vol oppe bölles”.
leonie cornips zegt
Goed om uw bericht hier te lezen. Ik heb helaas uw boek nog niet kunnen lezen maar ik zou iedereen geinteresseerd in een eenvoudige spelling van het Limburgs daar dus naar willen verwijzen. Misschien is het iets om uw voorstel kort uiteen te zetten voor de liefhebbers?
Foutief: nee dat hoort echt niet bij een regionale taal die niet gestandardiseerd is. Zolang er geen uniformering/standaardisering is, noem ik verschillen taalvariatie. Ook Veldeke onderling is het niet altijd eens over hoe te spellen. Zolang er geen algemeen geaccepteerde spellingswijze is in Limburg, is er ook geen goed/fout discours mogelijk.
Koenraad Peeters zegt
Zouden we niet beter trachten correct Nederlands te communiceren? Er is nood aan een universele taal. Door de versnippering zullen we sneller moeten overschakelen op een vreemde taal om mekaar te begrijpen.
leonie cornips zegt
Voor het Nederlands bestaat er eeuwenlang een norm hoe te schrijven en dat leren we allemaal op school. Dus in feite raakt iedereen gewend, krijgt iedereen geleerd hoe correct Nederlands te schrijven. Ook degenen die dialect spreken en schrijven, dus het Nederlands blijft de schrijftaal als we met iedereen in nederland willen communiceren. Willen we daarbuiten communiceren dan komen andere talen er weer aan te pas. Nederlands is dus ‘universeel’ in Nederland en daarnaast kunnen mensen ook in een andere taal schrijven.
Jan Schuren zegt
De uitnodiging van mevrouw Cornips van 14 augustus om mijn voorstel van een dag eerder in het kort uiteen te zetten voor de liefhebbers, neem ik graag aan.
Er zijn heel wat mensen die in het Limburgs willen schrijven. En eenieder mag dat doen zoals hem dat uitkomt en omdat er geen officiële Limburgse spelling bestaat, is er inderdaad geen foutief mogelijk.
Het blijft echter vreemd dat het Limburgs dan wel een erkende Europese streektaal is, maar dat in tegenstelling tot elke andere zichzelf respecterende taal, het Limburgs er tot heden niet in is geslaagd een spelling te regelen die voor alle Limburgse dialecten gebruikt wordt. Er is dan weliswaar een door de Raod veur ’t Limburgs in 2003 uitgegeven spellinggids, die de goedkeuring draagt van Veldeke Limburg, maar in een aantal woordenboeken die door Veldekeleden zijn samengesteld en na het verschijnen van die gids zijn gepubliceerd, worden spellingen gepresenteerd die de regels van de gids uit 2003 met voeten treden. En dat terwijl in de doelstellingen die neergelegd zijn in de spellinggids te lezen valt dat het regel moet zijn dat Veldekeleden volgens die regeling spellen.
Een eenvoudig voorbeeld om aan te geven hoe bedroevend het is gesteld, is het Limburgse woord voor het Nederlandse ‘bruid’. In heel Limburg wordt dit ‘broed’ uitgesproken met een duidelijk herkenbare sleeptoon. In sommige dialecten in Limburg kent men ook ‘broed’ dat uitgesproken wordt met een stoottoon en dan ‘brood’ betekent (bijvoorbeeld in het Maastrichts).
Ook het Nederlands kent dit fenomeen van klinkers die kort of lang uitgesproken worden. Dit hoort men vooral bij de ‘ie’, de ‘oe’ en de ‘uu’ als die gevolgd worden door een ‘r’. De ‘uu’ in ‘buur’ en ‘zuur’ wordt duidelijk langer uitgesproken dan de ‘u’ in bijvoorbeeld ‘studie’. Vergelijk ook de ‘ie’ in ‘bier’ en ‘fiets’ of de ‘oe’ in ‘boer’ en ‘boek’. De Nederlandse spelling heeft gelukkig nooit de behoefte gehad om dit verschil in lengte van toon aan te geven.
In Limburg echter bestaat die behoefte blijkbaar wel. Zo kwam ik in verschillende lokale woordenboeken de volgende spellingvoorschriften tegen voor het Nederlandse ‘bruid’: ‘broed’, ‘broèd’, ‘broéd’, ‘bróed’, ‘bróéd’, ‘broe.d’, ‘broe:d’, ‘broêd’, ‘brôêd’, ‘broeëd’, ‘broeed’ en ‘broet’.
Lees ik de Limburgse zin: ‘de broed itj ’n broed’ (de bruid eet een brood) dan hoef ik geen diakritische tekens om aan te geven welke ‘oe’ gestoten en welke gesleept moet worden uitgesproken. Net zo min als ik diakritische tekens nodig heb om de zin ‘de boer leest een boek’ in voor eenieder verstaanbaar Nederlands uit te spreken.
Zoals gezegd, eenieder mag spellen zoals hij wil. Wat mij betreft mag ‘broed’ ook gespeld worden als ‘hçsráîft’, maar realiseer je dan wel als schrijver dat je de enige lezer bent die dit kan ontcijferen.
Naast het gegeven voorbeeld ‘broed’, is een boek te vullen met soortgelijke voorbeelden. Zoals ik een eerdere reactie aangaf, laat een zoektocht door plaatselijk uitgegeven spellingregels een niet te ontwarren doolhof van 419 tekens zien. Iemand die iets in het Limburgs gaat schrijven neemt de lokale regels ter hand. Als Microsoft alle hierboven genoemde varianten van het voorbeeld ‘broed’ gaat opnemen, zal het geschreven Limburgs er begin september na de lancering van de definitieve versie van het swiftkey keyboard niet veel beter op worden.
Met excuses voor de lengte van deze reactie.
leonie cornips zegt
Aansprekend beschrijft u het doolhof van Limburgs schrijven. Ik kan natuurlijk niet in de toekomst kijken maar al schrijvende zullen mensen ‘normen’ creeren, er zullen diverse normen komen voor verschillende genres, net zoals dat nu ook in het Nederlands het geval is. Op Facebook en Twitter wordt anders gespeld dan in literatuur. De Veldeke-spelling is de voorkeursspelling in de software van Microsoft, dat betekent dat het nu ook voor iedereen veel makkelijker wordt om volgens Veldeke 2003 te spellen. Hoe dan ook, digitale infrastructuur is nodig want schrijven in het Limburgs vindt steeds meer digitaal plaats. Nu kan iedereen schrijven op de Smartphone en tablet zonder dat het geschrevene voortdurend gecorrigeerd wordt naar het Nederlands.
Frans Verhaag Heemkunde Stramproy zegt
Algemene Limburgse Keyboard woordenboeken en Veldeke 2003 spelling gaan m.i niet samen. Lars hierboven heeft gelijk, maar niet alleen vanwege typefouten. Je zult een woordenboek per Limburgs deelgebied moeten opbouwen door de lokale gebruikers.
In een eerste “The quick brown fox..” testje in het Stramproys is het al direct raak: suggestie was “hoond” maar ik wil natuurlijk “hoondj” en nu staan ze allebei in mijn SwiftKey woordenboek. Er is dan weinig verschil met mijn Nederlandse Android keyboard: ook daar staan “hond” en “hoondj” allebei in mijn woordenboek. Het was dan wel handig als ik “hoond” gelijk kon verwijderen en zo het woordenboek kon “ver-Rooj-sen”.
Wat we uitgaande van de Veldeke2003 spelling qua techniek nodig hebben is het delen van woordenboeken tussen gebruikers in hetzelfde Limburgse deeltaalgebied.
In zijn eenvoudigste vorm zou ik een keyboard/spellingchecker willen hebben met een initieel lege lijst en gebruikersvriendelijke import van woordenboek en export van locale aanpassingen. Dan kun je daar lokaal op voortbouwen.
Ik volg de techniek hierachter al sinds 2004: ISpell, ASpell, SpellBound, HunSpell, .dic. .aff files. De basistechniek gaat al terug tot begin jaren 70.
In 2008 hebben we met de heemkunde club in Stramproy al eens een “Proof of concept” Stramproyer spellingchecker voor FireFox gemaakt met 7000 woorden afkomstig van Lei Steijvers. Probleem bleek toen niet de techniek maar de beheersing van de woordenboeken. Hoe kom je van 7000 woorden naar meer dan 100.000 woorden? Hoe organiseer je dat je heel veel privé aanvullingen (voeg toe aan mijn woordenboek) verzamelt , bundelt, controleert en weer verspreidt?
De tijd zit inmiddels mee, er zijn nog nooit zoveel mensen geweest die Limburgs dialect typen dan nu met WhatsApp. Hoe vluchtiger de communicatie hoe kleiner de stap naar dialect. Daar zit een enorm potentieel.
Verder wil je ook cross-platform werken; ik type deze tekst op een PC in Chrome, ook die HunSpell als technische basis gebruikt. Ook die woordenboeken wil ik delen met het woordenboek in het toetsenbord op mijn telefoon. De uitdaging zit in dat verzamelproces. Niet alleen foto’s of berichten delen maar ook woordenboeken.
Ik blijf eigenlijk wel fan van de Veldeke 2003 spelling: met een beperkt aantal Notedöpke regels kom je al snel een heel eind als je hardop of in gedachten de woorden uitspreekt.
Naar de toekomst toe zal een sterke koppeling tussen uitspraak en spelling alleen maar voordelen hebben. Denk aan automatisch spraak naar tekst omzetting of omgekeerd.
Kortom, ik ben blij met deze stap maar er is meer nodig.
leonie cornips zegt
Beste Frans Verhaag, ik zag pas gisteren je reactie.
Mooi dat je de technische ontwikkelingen op de voet volgt en perfect weet wat je nodig hebt. Je schrijft dat je ‘hoond’ of ‘hond’ graag zou willen verwijderen voor de spelling die je nodig hebt, namelijk ‘hoondj’. Voor het Swiftkey taalmodel is het zo dat het individueel getraind kan worden. Als hij hoondj (ipv hóndj of hoond of hond of wat dan ook) wil spellen dan zal dat voor hem de voorkeursspelling worden. Want het taalmodel is zo gebouwd dat niet alleen in het Stamproys maar overal in Limburg gespeld kan worden zoals de schrijvers dat willen in hun variant van het Limburgs. Je voorkeursspelling ‘hoondj’ zal door training als middelste optie (hoondj) gesuggereerd gaan worden. Door het typen van 2 of 3 letters (hoo) hoef je dan alleen maar een spatie te gebruiken om het woord (hoondj) in je tekstbox te krijgen en hoef je het niet verder te typen. Hierdoor gaat het schrijven veel sneller, vooral als er diakritische tekens in het geding zijn. Het verschil met het Nederlandse taalmodel is, dat de suggesties van de spellingschecker voor de volgende woorden Limburgs zijn en niet Nederlands. Dat maakt meer snelheid bij het typen mogelijk .
Met de huidige stand van digitalisering voor het Limburgs is er geen betrouwbare database van al die spellingsvariatie volgens Veldeke 2003 maar ook hoe jongeren spellen op sociale media en ook de jongeren willen we het gemakkelijk maken want die schrijven veel op sociale media. Het blijft zonder financien en met de huidige stand van zaken lastig om iedereen het naar de zin te maken.
Yuri Michielsen is projectleider het Limburgs Corpus Woordenboek project onder mijn leerstoel “Taalcultuur in Limburg” van de UM. Als dit corpus, hopelijk met veel financiele middelen, de kans krijgt om echt uit te groeien dan komen we in de richting van je wensen. Als je daaraan mee zou willen werken, horen we het graag!
Hary Abelshausen zegt
En wanneer komt het nu