Door Michiel de Vaan
zwalpen ww. ‘zich golvend verheffen, klotsen’
Middelnederlands swalpen ‘heen en weer gaan (van een vloeistof)ʼ (1351), Nnl. swalpen ‘heen en weer gaan, geslingerd worden (van personen)’, ‘golven, klotsen’ (van vloeistoffen)’ (voor 1568), swalp-ey (1562) ‘bebroed maar onbevrucht ei, rot ei; drinkebroer’. In dialecten vooral in het Vlaams en Brabants bekend, als zwalpen en zwolpen.
Verwante vormen: Modern Westerlauwers Fries swalpje; Deens skvalpe, Noors en Zweeds skvalpa ‘bewegen (van golven), in kabbelende beweging brengenʼ; Noors dial. skvelpa ‘plonzen’
Verder zijn gezien de gelijkaardige vorm en betekenis ook verwant: Nederlands scholpen, Nederduits schulpen, schülpen ‘klotsen’, Deens skulpe ‘zwalpenʼ, Oudzweeds skulpa ‘gorgelenʼ, MoIJsl. skólpa ‘spoelenʼ.
De Germaanse talen zetten dus *swalp- (Nl.), *skwalp-/*skwelp– (Skand.) en *skulp- (Nl, Nd., Skand.) ‘klotsen, heen en weer golven’ voort. Gezien de overeenkomst tussen *skulp- in het Westgermaans en de skw-vormen in het Noordgermaans is het waarschijnlijker dat *swalp- uit *skwalp- vereenvoudigd is (*skw- is een zeldzame combinatie in het Germaans en wordt in het Westgermaans niet bewaard) dan dat het Noordgermaans een k zou hebben ingevoegd in *sw-. De variatie tussen e-trap in skvelpa, a-trap in skvalpa en zwalpen, en nultrap in scholpen kan verklaard worden uit een oorspronkelijk sterk werkwoord *skwelpan, pret. *skwalp, part. *skulpana– waarvan de verschillende talen dan ieder een eigen variant hebben gegeneraliseerd (met daarnaast evt. ook een intensief *skwalpōn-).
Zonder -p bestaan de varianten PGm. *skwalan ‘plonzen, sproeien’ (Noors skvala ‘plonzen’, skvelja ‘bruisen’) naast *skulan ‘spoelen’ (Oud-IJslands skola, Deens skylle, Zweeds skölja ‘spoelen’), dus met dezelfde medeklinkerstructuur als bij *skwalp- naast *skulp-. Het ligt voor de hand te denken, dat deze p-loze vorm de oudere wortel is. Voor *skwal-, *skul- bestaat geen aannemelijke Indo-Europese etymologie.
Anton zegt
Het is verleidelijk om aan indrukwekkende waterkolken te denken in een bewoonde wereld die voor onze jaartelling 15-50 meter lager lag dan tegenwoordig. Enorme estuariums.
Wat willen we: meer onderzoek. Wanneer willen we dat: nu.
Klaas Jac. Eigenhuis zegt
De vele scandinavische vormen met anlaut skv- ten spijt, in het Altnordisches etymologisches wörterbuch van Jan de Vries 1962: 508 staat er niet ëën! Wel staan er 5 andere skv-anlauters : skvađra, skvakka ‘plätschern’ !, skvala, skvaldra en skviari. Dat stemt tot nadenken over de vraag in welke volgorde zich s, k, en v tot een cluster verenigd hebben.
Anton begrijp ik niet helemaal. Bedoel je gewoon de zeespiegel? Maar waarom dan indrukwekkende waterkolken?
Merk op dat Philippa &al. 2009: 681 tóch nog wat over zwalpen schrijven, te weten i.v. zwalken, dat jonger dan zwalpen lijkt te zijn. Men zou natuurlijk ‘flinker’ geweest zijn wanneer men een groot artikel aan zwalpen had gewijd met antwoord op vele vragen/overwegingen, zoals bijv. “wat zegt ons die -p- m.b.t. de etymologie?”
Klaas Jac. Eigenhuis
Anton zegt
De bijzonder flauw oplopende estuaria in het huidige Wales laten maar weinig watergezwalp zien bij eb en vloed. Maar vroeger?
Klaas Jac. Eigenhuis zegt
Ik heb ervaring met het opkomende water op het Balgzand, en dat was een makke vertoning, zeker vergeleken met het geweld in sommige Engelse estuaria.
Maar goed, stel dat eb en vloed aanleiding zijn geweest voor het woord zwalpen, wat zou dan de situatie geweest zijn? Ik denk niet dat ‘kolken’ dan de oerbetekenis is geweest.
Maar de vraag hiernaar houdt wel ten nauwste verband met de noodzaak tot inschatting van de ouderdom van het woord:
2 millennia, 4 millennia, 6 millennia?
We kunnen hierbij ook nog andere woorden betrekken, die misschien – op enige afstand – verwant zijn, zoals het sterke ww. zwelgen. Ook dit is ws. wel non-IE, maar het kent, net als zwalpen, een “e-trap”, een “a-trap” en een “nultrap” (ik haal deze termen uit De Vaans tekst).
Wat kunnen we hieruit concluderen t.a.v. de grammatica van de brontaal? Juist, dat die öök die trappen, die ablaut, kende, of toch iets wat er sterk op leek (je zou kunnen denken aan bij elkaar horende *e-trap, *o-trap en *u-trap).
Deze theorie is het verst uitgewerkt in Boutkan & Siebinga 2004, OFED, waarin we ook enkele anlauters sw- aantreffen. De meeste daarvan noemen de auteurs “Germanic” (betekent: non-IE).
Klaas Jac. Eigenhuis
Klaas Jac. Eigenhuis zegt
zwalpen en klotsen zijn dus synoniemen. En je hebt ook klutsen.
Bij klutsen valt in Philippa &al. 2007: 86 de term “klanknabootsend”. In hoeverre is zwalpen klanknabootsend?
Klaas Jac. Eigenhuis
msvandermeulen zegt
Interessant, en toevallig net nadat ik het woord als vreemdganger beschreef. Ik sta open voor de etymologie van de andere vreemde woorden (fep? roof?) https://martenvandermeulen.com/2017/10/24/afgetrokken-denkbeeld-professor-vreemde-woorden-uit-1937/
DirkJan zegt
Ik denk dat er geen sprake van toeval was.
Klaas Jac. Eigenhuis zegt
Bij woorden met skw- anlaut mag men niet de kw- anlauters buiten beschouwing laten. Als zodanig hebben we *kwel-p- : *kwol-p-, waarbij Grieks kólpos ‘zeeboezem, golf’ [Muller 1933: 434-435 i.v.]
Grappig dat Anton het begrip estuarium aanvoerde!
Klaas Jac. Eigenhuis
Anton zegt
Ik (en veel oudgermanen met mij) kon te weinig met “zwalpen” in een emmertje.
Klaas Jac. Eigenhuis zegt
Ja, precies. Het zwalpen en het golven zullen wel fenomenen uit het landschap zijn; een voornaam betekenisveld voor substraatwoorden.
Als er hierbij geluiden in het spel zijn, zou je kunnen denken aan het fenomeen van de branding, hier in de Lage Landen, en aan het rumoer dat bewegend water kan maken, maar dan in meer bergachtige streken, zoals bijv. in Scandinavië.
Klaas Jac. Eigenhuis
Anton zegt
Ik twijfel wel bij dit Gr. kólpos, dat in die afleiding polpos zou opleveren. Maar een formeel en semantisch verband met onze ‘holle zee’ is natuurlijk net zo mooi.
Klaas Jac. Eigenhuis zegt
Je hebt gelijk, als je van de correctheid en volledigheid bij Beekes 1995: 110 uitgaat.
Bij Beekes 1995: 62 lees je echter : “(Per-haps the labiovelar kw had already become k in Proto-Indo-European before u änd o.)”
Het Hoogduits kent schwappen ‘wiebelen, plassen, zwalpen, klotsen’. Er is weinig overtuigingskracht voor nodig om aan te nemen dat ‘dit hetzelfde woord is’ als nl zwalpen. U snapt echter welke etymologische vraag hier nu op een dringend en door ons allen verbeid antwoord wacht!
Klaas Jac. Eigenhuis
Anton zegt
Blijf gezond, Klaas!
Aan Michiel de Vaan de vraag of de recente kritiek uit de Finse hoek op de postulaten H1, H2 en H3 niet een klein beetje hout snijdt? Ik moet na zoveel jaar nog bijkomen van Beekes opmerking “we werken met een model, of het reëel is geweest is eigenlijk niet zo relevant…iets er tussenin…”
Klaas Jac. Eigenhuis zegt
Alvorens op de gestelde vraag in te gaan, hier wat Jan de Vries over Duits schwappen schrijft :
https://books.google.nl/books?id=9_X44k9-3j8C&pg=PA911&lpg=PA911&dq=schwappen+etymologie&source=bl&ots=ZRN02Jq3jn&sig=WKCWCoL7H4KcaIVp1iyi8FzKKQ8&hl=nl&sa=X&ved=0ahUKEwirwpDt2JrXAhVKDxoKHXkXBwEQ6AEIDzAC#v=onepage&q=schwappen%20etymologie&f=false
KJE
Klaas Jac. Eigenhuis zegt
et klotsen).
Het Hoogduits, op de Noordzee ws. minderheidstaal, is niet de aanleverende taal voor nl swalp(en). Nhd schwappen en Schwapp hebben als neven-vormen Schwappl en schwappeln, welke aansluiting bij een geleend nl swalpen en/of deens skvulpe doen vermoeden met eerst metathesis van l en p, daarna wegval van de -l, ten opzichte van het nl met een lichte betekenisverandering. Deze laatste is er niet of nauwelijks t.o.v. deens skvulpe over ‘über-schwappen’ (paß auf, sonst schwappt das Wasser über). De Duitse woorden lijken dus geen nieuwgevormde klankwoorden (zoals Wahrig zegt). De nhd woorden ontbreken in het mhd.
Het mnd kent Swelch ‘Wasserwirbel, Strudel’, maar dat is niet met een -p.
Het Deens kent dus
skvulpe, zonder over (zie boven), met geluidsaspect : ‘(man hörte das Bächlein plätschern), (man hörte das Meer rauschen)’ [Kaper & Bork 1947: 290], ik denk denominatief bij deens Skvulp, Skvulpen ‘Plätschern, Rauschen, Wellenschlag’. Andere anlauters met skv- in deze serie noemen K&B niet, dus ook geen andere ablaut; geen skvalpe. Mijn noorse en zweedse wb.en noemen skvalpe resp. skvalpa wel, maar, zoals gezegd, bij Jan de Vries geen Oudnoordse anlauters skv- in dit woord (incl. ablauts). Aangezien er echter wel on skola ‘spoelen’ (met korte o) is opgenomen, moet de zoektocht naar voorganger in een fase vroeger wel haast in het Noordgermaans verricht worden, maar iedere reco in deze (Jan de Vries maakt “Germaans *skulan (met korte u) en *skwalan”, maar deze sluiten niet onmiddellijk aan en ook de oerbetekenis blijft onvermeld. M.i. moet men ook goed bedenken dat er weliswaar tussen 500 en 1000 n. Chr. weliswaar gevaren zal zijn op de Noordzee, maar dat internationale contacten, m.n. met de Vikingen, spaarzaam gebleven zullen zijn, waarvan het mnl. (en mnd, en ws. ook het oudfries) ontbreken van het woord getuigen.
Klaas Jac. Eigenhuis
Anton zegt
[quote]M.i. moet men ook goed bedenken dat er weliswaar tussen 500 en 1000 n. Chr. weliswaar gevaren zal zijn op de Noordzee, maar dat internationale contacten, m.n. met de Vikingen, spaarzaam gebleven zullen zijn,
[/quote]
Maar de feiten wijzen toch echt anders uit. De inwoners van vooral Engeland, maar ook die in Frankrijk, Nederland, België, Friesland kregen regelmatig met Vikingen te maken.
Het is maar een speels kwispelend woordje…plätschend, räuschend