Door Frans Debrabandere
Aan het Nederlandse woord masker beantwoordt in het Frans masque. Het gaat terug op Laatlatijn masca ‘tovenares, spook, duivel’, met de grondbetekenis ‘zwart’. Het woord werd uitgebreid tot maskara, in Italiaans maschera ‘masker’, Spaans mascara ‘zwartsel, roet, masker’, Portugees mascara ‘vlek’. Dat werd ons woord masker. Een masker was dus oorspronkelijk een zwartgemaakt gezicht. Zwart stond in verband met tovenarij, de zwarte kunst, en met de duivel. We begrijpen uiteraard dat het Spaanse woord mascara ook de naam geworden is van de zwarte kleurstof voor wimpers en wenkbrauwen. Denk erom dat ook het woord grime, grimeren, net als grijm ‘roet’, teruggaat op Germaans grima ‘zwartgemaakt gezicht, masker’.
We vinden dat woord ook terug in familienamen. Een Oudfranse afleiding was masqueron en dat werd in het latere Frans normaal Ma(c)queron, net zoals Pasque(s) in het Frans Pâque(s) werd. En u hebt het al wel door dat Macron, de naam van de huidige Franse president, een vereenvoudigde spelling is van Macqueron. En het is eveneens duidelijk dat Oudfrans masqueron in het Middelnederlands Masscheroen werd, toen nog maskeroen uitgesproken. We kennen die naam uit ‘Het spel van Masscheroen’ in ‘Mariken van Niemeghen’. Masscheroen is er namelijk de naam van een duivel, ‘de zwarte’. De Franse uitgang –on werd in het Nederlands telkens –oen, bv. vision > visioen, garnison > garnizoen, Simon > Simoen, c(h)ampion > kampioen, saison > seizoen, Breton > Bretoen. Maar waarom zeggen de Nederlanders dan Breton? Vermoedelijk hebben ze het woord later ontleend.
(Eerder verschenen in Neerlandia 2017-3)
Gerard van der Leeuw zegt
Je zegt het prima: in Vlaanderen vind je nog vaak Bretoens.
Ik moest ook denken (al heeft dat een heel andere etymologische afleiding) aan Moeskroen (Mouscron), halverwege Kortrijk en Rijsel
Klaas Jac. Eigenhuis zegt
De etymologie van nl masker is behoorlijk gecompliceerd en volgens velen (ook moderne auteurs) onzeker [EWN 2007: 313]. Er spelen :
1. Middeleeuws-Latijn (7e eeuw) masca, mascus ‘masker, geestverschijning’, als glosse bij Latijn larva [Weekley 1967: 902-903]
2. Arabisch maskharah, maskvoorwerp van spot’ [Weekley l.c., Philippa 2008: 7]
3. een germaans woord, dat de voorloper van M.e.-Latijn masca zou kunnen zijn (onduidelijk dus) [FWH]
De betekenis ‘zwart’, waarvoor ook geen etymologische aanknopingspunten zijn, is secundair en betrekkelijk jong. Hetzelfde, denk ik (voorlopig), zal gelden voor de betekenis ‘vlek’ (macula).
Klaas Jac. Eigenhuis
Anton zegt
SELECT * FROM ‘PLAATJES WEST-EUROPA’ WHERE ‘ONTSTAANSJAAR’ < 1900 AND 'OBJECT.DESCRIPTION' CONTAINS 'MASK' AND OBJECT.COLORMODE CONTAINS 'RGB'
Klaas Jac. Eigenhuis zegt
Ik zag op het internet veel mooie plaatjes van maskers, maar hoe het nu met de etymologie van het woord zit, dat staat er niet bij.
Ook bij de omschrijving van (Proto)Germaans *grima is het woord “zwart” er ten onrechte bijgesleept. Ik vind bijv. bij Jan de Vries alleen de (gereconstrueerde) betekenis “masker”. Zou je er het Griekse chríô ook bij willen betrekken ( op zoek naar een vöörgermaans woord), dan vallen er de eoorden “smeer” en “zalf”. Suggereren dat in het allereerste begin houtskool als zwartsel werd gebruikt, is volslagen onwetenscappelijk. Eerder is het dan nog modder van een onbepaalde kleur geweest.
Je moet je natuurlijk niet laten leiden door later aan het woord toegekende betekenis(sen).
Klaas Jac. Eigenhuis
Klaas Jac. Eigenhuis zegt
Zoals prof. De Vaan de (recentste) etymologie van penalty ‘strafschop bij het voetbal’ naar pinántie behandelde (stap voor stap in strikt chronologische volgorde), zo zou je ook de etymologie van ons woord masker moeten doen. Een stuk lastiger dan de laatste 130 jaar van penalty > pinantie (let op dat Van Dale deze spelling nog niet geeft) want je moet er alle beschikbare etymologische woordenboeken bij napluizen. Maar als je dat dan doet merk je dat Debrabandere van de strikte chronologische volgorde afwijkt (of toch: niet verantwoordt) en dan ook nog eens een “basis zwart” verkondigt, die niet in de etym. boeken staat.
Gisteren vernam ik van “De Van Rossems” dat de allereerste voetbalwedstrijd in Nederland te Enschede werd gespeeld. Dat hadden die Twentenaren nooit moeten doen, daar is alle ellende mee begonnen, chagrijnde Maarten ….
Klaas Jac. Eigenhuis