door Wouter van der Land
In 2018 wordt wereldwijd herdacht dat de Franstalige dichter Guillaume Apollinaire (1880-1918) honderd jaar geleden is overleden. Als voortrekker van de moderne poëzie heeft hij ook een immense invloed op de Nederlandse en Vlaamse dichtkunst uitgeoefend, onder andere op Martinus Nijhoff, Eddy du Perron, Paul van Ostaijen, Paul Rodenko, Marie-Jo Gobron, Hugo Claus en Astrid Lampe, de stoet is veel langer. Zijn werk verdient dus ook aandacht bij het vak Nederlands en van Nederlandse poëzieliefhebbers.
Daarom verscheen, precies 99 jaar na zijn dood, een nieuwe Nederlandstalige bloemlezing: Het raam gaat open als een sinaasappel (uitgeverij Vleugels). Kiki Coumans selecteerde en vertaalde de gedichten, waaronder klassiekers als ‘Zone’, ‘Vensters’, ‘Maandag rue Christine’ en het beeldgedicht ‘De dolksteekduif en de fontein’. Een opmerkelijke keuze was om rijmende passages niet-rijmend te vertalen. Coumans licht haar vertaalvisie toe.
Waarom heb je de rijmende gedichten niet-rijmend vertaald?
‘Allereerst heb ik in mijn bloemlezing voornamelijk gedichten met een vrije versvorm gekozen, omdat ik de vernieuwende kant van het werk van Apollinaire wilde laten zien. Gedichten met een klassieke versvorm klinken automatisch ‘ouderwetser’, omdat ze in een stramien zijn gegoten.
Als je het over het waarom van rijmende vertalingen hebt, moet je je eerst afvragen wat de functie van het rijm is. Naar mijn idee zorgt het rijm – maar eigenlijk meer nog het ritme – voor muzikaliteit, het geeft het gedicht immers iets liedjesachtigs, en voor harmonie: dingen vormen sterker een eenheid door de gelijkenis tussen de rijmwoorden.
Er bestaan drie geluidopnames met voordrachten van gedichten door Apollinaire zelf (te vinden op YouTube). Als je bijvoorbeeld naar ‘Le voyageur’ luistert, merk je dat het ritme van de versregels veel sterker de muzikaliteit bepaalt dan het rijm. Het rijm is ook niet consequent toegepast, Apollinaire balanceert voortdurend tussen vormvastheid en vrije versvorm. Het mengen van die twee is eigenlijk heel onconventioneel, en een gedicht is dan ook minder traditioneel als het een mengvorm is.
Mijn doel bij het vertalen van poëzie is het behouden van zoveel mogelijk beeld en geluid: de beelden die worden beschreven moeten overkomen, en liefst met zoveel mogelijk muziek, als die ook in het origineel zit. Het fixeren op rijmwoorden tast de oorspronkelijke beelden aan, omdat je naar rijmwoorden gaat zoeken. Je wijkt onvermijdelijk af van de visualiteit van het origineel.
Tegelijkertijd is de muzikaliteit die je wint niet zo groot: je hebt alleen die eindwoorden die op elkaar lijken. Als je je richt op ritme van de hele versregel én klankrijm, maar de rijmwoorden laat schieten, heb je winst op zowel het gebied van de beelden als de muziek.’
Wil je een paar voorbeelden geven?
In het begin van ‘Les Fiançailles’ kun je duidelijk zien hoe je muzikaliteit kunt behouden zonder rijm (hoewel er toevallig een rijm in is geslopen omdat dat zich aandiende). Je moet het eigenlijk hardop lezen om het te horen. In mijn vertaling zit veel alliteratie en metrum, waardoor je haast de indruk hebt dat het rijmt:
Le printemps laisse errer les fiancés parjures
Et laisse feuilloler longtemps les plumes bleues
Que secoue le cyprès où niche l’oiseau bleu
Une Madone à l’aube a pris les églantines
Elle viendra demain cueillir les giroflées
vertaling:
De lente laat de trouweloze verloofden doelloos dolen
En de blauwe veertjes beven als bladeren in een boom
Gewiegd door de cipres waarin de blauwe vogel nestelt
Een Madonna plukte bij dageraad een bosje eglantieren
En als ze morgen terugkomt plukt ze violieren
Een ander voorbeeld, uit ‘Le Voyageur’:
Deux matelots qui ne s’étaient jamais quittés
Deux matelots qui ne s’étaient jamais parlé
vertaling:
Twee matrozen die elkaar nog nooit hadden verlaten
Twee matrozen die elkaar nog nooit hadden gesproken
De zinnen lopen bijna hetzelfde, waardoor de sterke verbondenheid van de matrozen wordt weergegeven. Pas aan het einde lopen ze ineens ánders, waardoor tegelijk de ‘afstand’ tussen de matrozen wordt uitgedrukt (ze hebben nog nooit een woord tegen elkaar gezegd). De zin rijmt niet, maar eigenlijk wél, de hele zin rijmt namelijk vanaf het begin tot bijna het einde.
Hoe ben je tot deze vertaalvisie gekomen?
Ik ben tot deze ideeën over (niet) rijmend vertalen gekomen door het vertalen van ‘Zone’, het lange openingsgedicht van de bundel Alcools. Daar werkte ik bijna tien jaar lang zo nu en dan aan, maar ik kon er maar geen bevredigende vertaling voor krijgen zolang ik vasthield aan het eindrijm (dat in het gedicht niet consequent wordt toegepast). En met alle respect voor mijn voorgangers die ‘Zone’ hebben vertaald, ik vind het dwangrijm soms karikaturaal en dit tegelijk moderne en aangrijpende gedicht tekort doen, ook voor wat betreft de zinsloop.
Pas door het rijm niet meer als heilig te beschouwen, zoals Apollinaire zelf ook niet doet door het steeds weer los te laten, kwam ik tot een vertaling die de regels meer laat zingen. Om met Verlaine te spreken: De la musique avant toute chose.
Gegevens:
Guillaume Apollinaire, Het raam gaat open als een sinaasappel: een keuze uit de moderne gedichten, vertaald door Kiki Coumans. ISBN 978 90 78627 39 5. Bestelinformatie bij Uitgeverij Vleugels.
Anton zegt
Een uitnemende bijdrage tot beter begrip van deze poëzie. Maar Kiki, is het poëzie alleen?
Wat het zo bijzonder maakt, die muzikaliteit, wat doet Apollinaire in die opname? Hij leest elke regel in de grondtoon. Het ìs óók muziek. Parlando, heel populair in Frankrijk eind 19e en begin 20e eeuw.
Anton zegt
Áls (let wel áls) Apollinaire zich een Apollo voelde in het diepst van zijn gedachten, dan zou het leuk zijn om te weten met welke Dionysios hij de strijd aanging.