Door Marc van Oostendorp
Voor een beter begrip van de taal is het handig als iemand soms gaat hardlopen:
Waarom klinkt “Je ziet jullie echt niet!” wel, terwijl “Je ziet u echt niet!” dat niet doet? “Men ziet u echt niet!”, daarentegen wel. Vroeg ik me vanavond tijdens hardlopend af toen ik onverlichte wandelaars bijna onder voet liep. @fonolog@taaljournalist
— Geert-Jan Putmans (@GJPutmans) 8 februari 2018
Ik moet hierbij aantekenen dat niet iedereen kennelijk het precies met Geert-Jan eens is: er zijn vooral ook mensen die ‘Je ziet jullie echt niet’ ook niet acceptabel vinden. Maar het belangrijkste is dat er een verschil is met de zinnen met men en dat je natuurlijk in andere zinnen wel heel goed zoiets als men kan betekenen:
- Je ziet hem echt niet.
- Je ziet me echt niet.
Allebei die zinnen kunnen gemakkelijk zoiets betekenen als ‘men ziet hem/me echt niet’. Je heeft hier dus een heel algemene betekenis gekregen, zoals bijvoorbeeld Hans Bennis opmerkt in een overzichtsartikel over de tweede persoon. Wat hij daar niet zegt is dat de twee soorten van tweede persoon – de ‘generieke’ betekenis van men en de ‘referentiële’ van jij – kennelijk niet samen in een zin kunnen voorkomen. Voor zover ik kan nagaan is dat een ontdekking van Putmans. Behalve in de door hem genoemde zinnen wringt er volgens mij ook echt iets aan de volgende zin:
- Je ziet je echt niet.
Het Taalportaal wijst erop dat generiek je bij voorkeur gebruikt wordt in zinnen met een algemeen karakter. In dat opzicht is je anders dan ze dat ook een generieke betekenis kan hebben:
- Men moet me vanmiddag tussen twee en drie met rust laten.
- Je moet me vanmiddag tussen twee en drie met rust laten.
- Ze moeten me vanmiddag tussen twee en drie met rust laten.
Bij de tweede zin dringt volgens Broekhuis (auteur van dit deel van het Taalportaal) de referentiële betekenis zich op: die zin betekent voor veel mensen eerder ‘Jij moet…’ dan ‘Men moet…’ (Ik weet niet zeker of ik dat kan navoelen, maar voor sommige sprekers geldt dit kennelijk.)
Dit is een interessante eigenschap, maar het is niet duidelijk dat hij Putmans’ asymmetrie verklaart, omdat niet duidelijk is waarom ‘Je ziet hem niet’ specifieker zou zijn dan ‘Je ziet u niet’.
Het is eerder net alsof de twee betekenissen van de tweede persoon elkaar hier in de weg zitten. Je kunt dat kennelijk niet mengen. Ik heb dat vervolgens – alles voor de wetenschap – ook nog nagevraagd bij een Italiaanse taalkundige. In het Italiaans is het beleefdheidsvoornaamwoord (dus het woord voor ‘u’) lei / la. Het aardige daarvan is dat dit een vorm is voor de derde persoon enkelvoud: hetzelfde woord wordt gebruikt voor zij, en het werkwoord wordt bijvoorbeeld ook verbogen alsof het zij is. Tegelijkertijd kan het Italiaans de tweede persoon enkelvoud ook gebruiken om ‘men’ te betekenen:
- Non la vedi
is in het Italiaans als la ‘haar’ betekent dus dubbelzinnig tussen ‘jij ziet haar niet’ en ‘men ziet haar niet’. Maar la kan in die zin ineens niet als de beleefdheidsvorm worden geïnterpreteerd: ‘men ziet u niet’ is niet als interpretatie voorhanden, en jij ziet u niet is natuurlijk gek omdat je niet naar dezelfde persoon tegelijkertijd met jij en u kunt verwijzen.
Dus ook als er een vorm wordt gebruikt die grammaticaal derde persoon is maar wel naar de tweede persoon verwijst, kun je in dezelfde zin geen ander voornaamwoord gebruiken dat grammaticaal in de tweede persoon staat maar naar de derde persoon verwijst! Wonderlijk.
Andre Engels zegt
Ik zou hier nog een heel andere verklaring geven: U is, als beleefdheidsforum, een tamelijk formele spreekwijze. De onpersoonlijke je is juist een meer informele spreekwijze. Het gebruik van deze twee door elkaar in een zin werkt frictie op.
Als aanwijzing daarvoor zou ik willen duiden op de vorm “je ziet jou niet”. Als het dubbele gebruik van de tweede persoon het issue zou zijn, zou dat een zwaar verboden vorm zijn – het is minder dubbelop dan de dubbele je, maar meer zo dan U of jullie. Voor mijn taalgevoel is dit daarentegen niet onmogelijk, hoewel ook niet erg fraai. Meer in de richting van jullie dan van U of je.
Mijn verklaring is derhalve dat het dubbele gebruik van de tweede persoon er inderdaad voor verantwoordelijk is dat “Je ziet je niet” onmogleijk is. Bij jou geeft het echter enkel wat frictie, en bij U en jullie nog minder. Bij U is er echter ook de botte, vreemde registerwijziging die maakt dat dee vorm toch een stuk zwaarder wordt afgekeurd.
Marcel Plaatsman zegt
Ik herinner me nog wel dat ik, toen ik als kind leerde goed “u” te zeggen (ik zei nog “u” tegen mijn grootouders), aarzelde over zinnen met “je” in hetzelfde gesprek, omdat dat me onbeleefd leek. Als ik het toch zo zei voelde ik ’n kleine schrik. Volgens mij hebben we hier met ’n typisch geval van taboewerking te maken: in zinnen, gesprekken tegen een “u” is “je” een taboewoord. Het wringt, het taalgevoel protesteert ertegen, zelf al zijn er prima argumenten voor (dat “je” ook “men” betekenen kan). Het menselijk taalgevoel kan natuurlijk goed uit de voeten met taboewoorden, er zijn talen die daar nog veel verder in gaan.
De combinatie “je” + “jullie” lijkt me dan weer geen taboe, al begrijp ik dat de meningen verdeeld zijn. Zelf vind ik dat “je” en “jullie” best in één zin kunnen, maar ik zou dat niet in alle stijlregisters aandurven, het kan ’n tikje ouderwets overkomen.