Een geschiedenis van het Nederlands in 196 sonnetten (165)
Het Nederlandse sonnet bestaat 453 jaar. Hoe is het de taal in die tijd vergaan?
Door Marc van Oostendorp
Facultas medica
Hij die het mes en het lancet hanteert
kan onverschrokken zijn wanneer hij vreest
met heilige vrees. Het edelste, de geest,
wordt in dit uur beveiligd of gedeerd.Zie het gelaat van wie zich niet verweert,
een open boek. Wie, zelfverblind, niet leest
richt diep het letsel aan dat niet geneest.
Hij heeft de adel van het ambt onteerd.Gezegend die het weten van zijn grens
belijdt: zijn hand vertoont die vaste trek,
zijn ziel de schroom die adeldom verraadt.Met instrumenten werkend aan een mens
opent hij nog de sluitklink van het hek
waardoor een ander naar de vrijheid gaat.(Ida Gerhardt, De slechtvalk)
Dankzij internet weten we dat dit gedicht soms geïnterpreteerd wordt als een hulde aan de medische stand, of in ieder geval aan goede dokters. Dat het bijvoorbeeld geheel of gedeeltelijk wordt geciteerd als een medicus met pensioen gaat. Omdat het gedicht kennelijk een beetje ingewikkeld is, publiceerde een huisblaadje voor een geriatrische instelling in 2009 zelfs een ‘vertaling’:
Vitaminen voor het hart
Als je haar wast,
kun je doortastend zijn,
juist omdat je voorzichtig bent.
Je koestert haar
of je beschadigt haar.
Je ziet haar kwetsbare gezicht.
Als je – verblind- niet naar haar kijkt,
richt je schade aan die niet geneest.
En onteer je je vak.
Hulde voor jou die je grens
kent. Jij helpt echt.
Jouw schroom verraadt je adel.
Met de washand werkend aan een mens,
open je het hek
waardoor de ander verder kan.(Marcelle Mulder)
Van Gerhardts ‘instrumenten’ heeft Mulder een ‘washand’ gemaakt, wat doet vermoeden dat de vertaling gaat over een verpleegkundige in plaats van over een chirurg. Het is interessant dat de vertaalster wel de woorden schroom en adel heeft laten staan: dat was kennelijk nog net precies genoeg. De laatste vier regels van Gerhardts gedicht zijn het minst geschonden uit de vertaling terecht gekomen.
De vertaling én het gebruik van Gerhardts gedicht in afscheidsbundels voor medici gaan een beetje voorbij aan het feit dat het gedicht ook vol kritiek zit op de medici die zich juist niet zo voorbeeldig gedragen.Volgens sommigen – zie bijvoorbeeld dit artikel in de Leidse Courant van 1985 – is het een reactie op een recensie die S. Vestdijk in 1955 had geschreven van Gerhardts bundel Het levend monogram. Die recensie had de titel ‘Triomf der kunstmatigheid’, en was zeker niet onverdeeld negatief (zie deze bespreking door Mieke Koenen), maar wees er wel op dat er ‘excessen in verwoording en beeldvorming’ in voorkwamen: passages die wel erg gedrongen waren en daardoor duister.
Facultas medica is in dat opzicht te lezen als een aanval op een dokter die “zelfverblind, niet leest” en zomaar harteloos wat begint te snijden in de ziel, dat “open boek” van een dichteres. Het geeft een beeld van een ideale dokter, zeker, maar om te laten zien hoe sommige dokters niet ideaal zijn. Het is best mogelijk dat ze 11 jaar na die recensie van Vestdijk alsnog reageert op zijn ‘verwijt’ dat ze soms te gedrongen en te duister was.
Het is dan wel wat ironisch dat ze dat deed in een stijl die kennelijk nog weer een paar decennia later al ‘vertaling’ behoefde – waarbij de vertaalster over het hoofd zag dat er eigenlijk wel wat kritiek in het gedicht verwerkt zat.
Laat een reactie achter