Iemand is niet voor niets een vrouw in ons managersfeuilleton De verleden tijd van lijken.
Door Marc van Oostendorp
“Rie!” zei Marilena, de hoogleraar Dutch Studies aan een Amerikaanse universiteit waarvan Rie altijd de naam vergat. “Ik wil je toch nog even spreken. Ik hoorde dat er bij jullie een vacature komt voor een hoogleraar. That’s great!”
“Ja,” zei Rie gevleid. “Het zal goed zijn voor ons vakgebied als er nu ook eens een hoogleraar komt die de geschiedenis van het vak tot 1800 beoefent.”
“Precisely!” riep Marilena. “That’s why I’m so glad that they invited me for a job talk. Ik heb altijd al een jaartje in Nederland willen wonen.”
“Een job talk?” zei Rie enigszins gedempt. “Ik wist niet eens dat er een procedure zou komen.”“Wáát!” gooide Marilena onverwacht een Nederlands woord door haar conversatie. “Dat is absurd! Dat degene met wie ik het liefst samenwerk er niet van zou weten! Maar dan weet je misschien ook niet wie de andere kandidaat is?”
Rie aarzelde. “Ik vind het vervelend om met je te concurreren,” zei ze tenslotte, terwijl ze enigszins verlegen naar haar handen keek. Maar Marilene leek haar helemaal niet op te merken. “Roy!” riep ze verontwaardigd. “Die hier daarnet was! Met zijn digital humanities! Wat denken ze wel! Alsof je daar ook maar enige vakkennis voor nodig hebt! Wat heeft die Roy gepubliceerd?”
“Een artikel in Science, toch?”
“Ja, vast! Maar nooit een boek! Terwijl ik mijn vierde boek over Arie de Jager zojuist heb ingeleverd! The Art of Frequentatives. A Critical Approach to a Male Grammarian’s Life.” Marilena had inderdaad haar hele carrière gebouwd van het tot op de grond afbranden van een brave negentiende-eeuwer. Niemand wist precies waarom ze nu precies zo gebeten was op deze ene Rotterdamse schoolmeester, maar over het algemeen bewonderde men haar vuur en haar kennis van iedere snipper die er ooit van of over De Jager verschenen was. Bovendien wist zij die grammatici altijd relevant te maken, zodat ze enorme hoeveelheden studenten Nederlands had, die weliswaar net als zij nooit Nederlands spraken, maar wel dikke boeken schreven, ieder over hun eigen negentiende-eeuwse grammaticus.
“Jij gaat dat zeker winnen van die Roy”, zei Rie daarom, iets verbijtend.
“You bet! Ik ben niet voor niets een vrouw! En: het wordt tijd dat er bij jullie weer eens een serieuze onderzoeker aan het roer komt. Het lijkt wel alsof jullie allemaal in managers zijn veranderd! Nou ja, behalve jij dan.” Ze keek Rie even liefderijk aan. “Jij gaat me helpen, hè, Rie? Een goed woordje voor me doen bij de commissie? Ik ga binnenkort ook al met Wouter skypen. Die bemoeit zich officieel niet met de procedure, maar je weet hoe dat gaat.”
Ze knipoogde.
Laat een reactie achter