Nieuw in de dbnl: werk van o.a. Carry van Bruggen, Bert Schierbeek, Petronella Moens, Virginie Loveling, Albert Verwey – en Jacob Winkler prins.
Wesp en lelie
Al de eikebladeren waren volgestoken:
Geen ruimte was er meer voor ’t wespenei: –
Maar op een bloemperk wiegt een lelie blij
Haar zestal draden, krullend reeds ontloken.
Een wesp, die graag zich spijtig had gewroken
Dat hij geen honig puren kan als bij,
Vraagt: Staat het lelie aan mijn legboor vrij,
In uw satijn een ei of wat te koken? –
Een paar! – De wesp blijft boren, boren, boren…
De lelie zucht, verbleekt: ik zei een paar!
De wesp vliegt weg; en weldra kan men hooren
Hoe lelie klaagt: ik voel mij schriklijk naar;
Ik vrees mijn jeugd, mijn schoonheid is verloren:
In ’t wespenei schuilt voor de bloem gevaar.
J. Winkler Prins (1849-1904)
uit: Sonnetten (1885)
———————————–
- J. Winkler Prins: dbnl • wikipedia • npe • wat gedichten
- Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere dag een gedicht per mail.
Wouter van der Land zegt
Wat een mooi gedicht weer. Wel opmerkelijk dat JWP precies weet hoeveel meeldraden een lelie heeft, maar niet dat de eikengalwesp alleen in eikenbladeren boort, hoe vol ze ook zijn…
Taalvraag over de regel ‘Een wesp, die graag zich spijtig had gewroken’:
Waarom schrijft JWP niet: ‘…die zich graag…’