Door Michiel de Vaan
zwerk zn. ‘hemel’
Vroegmiddelnederlands swerc o. ‘wolk, wolken’ (1285), swerkigh bn. ‘als van een donkere wolk’ (1285); Mnl. gheswerc ‘donkere wolken’ (1390-1410), beswerct ‘beneveld’ (1340-1360). Nnl. swerck ‘wolk, wolkendek’ (ca. 1500), swerrech (1612), swergh (1622), zwurf (18e eeuw, Den Haag), vaak ook ‘donkere, onheilspellende wolk(en)’ (va. 1500); zwerk ‘hemel, luchtruim’ (1641). Ww. zwercken ‘zich wenden tot; verduisteren’ (1530), beswercken, besworcken ‘bewolken’ (1599, Gelders, Oost-Nederlands). De Haagse vorm zwurf heeft zich uit *zwerf uit *zwerg ontwikkeld.
Verwante vormen: Oudsaksisch giswerc, gesweorc ‘donkere wolken’, swerkan ‘donker worden’ (sterk ww., ptc. gisworken), Middelnederduits swerk, swark ‘donkere wolk(en)’, Nnd. swark, swaark, swerk ‘donkere wolken; zwerm’; Oudhoogduits giswerc, gisworc ‘donkere wolk, regenwolk’, Middelhd. swerc ‘duisternis’, swerken ‘donker worden’, Oudengels gesweorc ‘(donkere) wolk’, sweorcan (sterk ww.) ‘donker worden (van de lucht); droevig worden’, swearcian ‘donker worden/maken’; MoWFri. swerk, swirk, swurk ‘wolkendek, hemel’ (ontleend aan het Nederlands).
Uit PGm. *swerka- o. ‘donkere wolk’ en ww. *swerkan (sterk) ‘donker worden’, daarnaast *swarkōjan ‘donker worden’ (OE swearcian). Rein mechanisch kan de wortel als PIE *swerg-, *sworg- ‘donker’ gereconstrueerd worden, maar er zijn geen goede cognaten buiten het Germaans (zie Kroonen 2013: 500). Een verband met Germaans *swarta- ‘zwart’ of met *swēra- ‘zwaar’ is qua betekenis denkbaar, maar laat de Germaanse k vooralsnog onverklaard.
Leuk en leerzaam: wéér een klasse 3b-sterk-werkwoord dat in ieder geval nonIE is, en dus, wegens de wél veronderstelde ouderdom, wel uit het substraat, hier het oer-oergermaans, zal komen.
Ik mis de afrekening met het gestelde door Van der Sijs, Van Dale 2005: 4310, dat zwerk mogelijk verwant met Oud-russisch Svarogu (de god van de hemel) zou zijn.
KJE
“The word Svarog is cognate with the Indo-Aryan Sanskrit word Svarga which literally means Heaven or Sky.” [internet]
OCS a komt voort uit pie *eh2 en *eh3; deze beide geven in het Gotisch (lange) o, en dat spoort niet met de ablauts van pgm *swercan. Prof. Nicolaas van Wijk, slavist, wist dit in FWH 1912: 836 i.v. zwerk misschien nog niet (spreekt wel enige reserve uit).
KJE
https://nl.m.wikipedia.org/wiki/Nicolaas_van_Wijk
Ik weet niet of Nicolaas van Wijk, geboren in Delden (Overijssel, Ovl), hier al eens voor het voetlicht is gebracht. Hij lijkt mij een bijzondere man.
KJE
https://nl.m.wikipedia.org/wiki/Nicolaas_van_Wijk
de url eindigt op -Wijk