Door Simeon van der Vos, Gymnasium Haganum
en Ton van der Wouden, Universiteit Leiden
Voor zijn profielwerkstuk onderzocht Simeon van der Vos via een enquête de woorden die Nederlanders hanteren om het gebruik van Whatsapp aan te duiden.
Als er een nieuw ding is, dan moet het ook een naam hebben, want je moet erover kunnen praten. Vaak ontleent het Nederlands in zo’n geval een woord aan een andere taal – computer en aids komen uit het Engels, automobiel en kantoor uit het Frans – soms wordt er een nieuw woord verzonnen – bromfiets of schouwburg (een woord dat bedacht is door Joost van den Vondel).
In 2009 is de communicatieapp WhatsApp op de markt gekomen. Het programmaatje werd in een rap tempo over de hele wereld omarmd en verdrong al snel oudere sociale media zoals SMS. Voor het gebruiken van WhatsApp heeft het Nederlands inmiddels verschillende werkwoorden, te weten whatsappen, appen en whappen, die respectievelijk in 2011, 2011 en 2012 voor het eerst zijn aangetroffen. Daarnaast zijn er nog allerlei vaste combinaties ontstaan zoals een appje sturen of een whatsappje verzenden, maar die blijven hier verder buiten beschouwing. Zoals alle nieuwe werkwoorden in het Nederlands worden whatsappen, appen en whappen regelmatig verbogen:
ik app, jij/zij/hij appt, wij/jullie/zij appen, ik appte, jullie appten, we hebben geappt
ik whapp, jij/zij/hij whappt, wij/jullie/zij whappen, ik whappte, jullie whappten, we hebben gewhappt
ik whatsapp, jij/zij/hij whatsappt, wij/jullie/zij whatsappen, ik whatsappte, jullie whatsappten, we hebben gewhatsappt
Uit twitterdata blijkt dat whatsappen in het allereerste begin (2011) het gewoonste woord was:
Die eerste positie is echter al medio 2012 overgenomen door appen:
En die variant is de belangrijkste gebleven tot en met 2016 (het laatste jaar waarover we zulke handige twitterdata hebben):
Al die tijd heeft whappen nooit een belangrijke rol gespeeld.
De twitterdata geven een aardig beeld van het actuele gebruik van de verschillende werkwoorden door de jaren heen. Maar wie zijn de gebruikers? Via een internet-enquête hebben we onderzocht wat taalgebruikers van de verschillende mogelijkheden vinden en wat ze zelf zeggen. Anders dan bij de twitterdata konden we via zo’n enquête namelijk onderzoeken of de leeftijd van de gebruiker op zijn of haar taalgebruik, en of het uitmaakt of je veel of weinig whatsappt. Wat blijkt?
- De enquêtegegevens bevestigen de trend van de twitterdata: de variant appen is op dit moment (eind 2017) favoriet.
- Vrijwel niemand gebruikt het werkwoord whappen. Veel informanten vulden in dat ze het woord niet eens kennen. Alleen sommige informanten tussen de 15 en de 25 jaar zeggen dat ze het eventueel zouden kunnen gebruiken, maar dat ze een sterke voorkeur hebben voor appen.
- Whatsappen wordt minder gebruikt dan appen maar meer dan whappen; alleen onder de vijfenzestigplussers zijn beide vormen bijna even populair.
- Sommige verbogen vormen van de werkwoorden vallen minder in de smaak dan het hele werkwoord. Zo worden jij appt het boodschappenlijstje en jij whatsappt het boodschappenlijstje allebei geaccepteerd, maar de meerderheid van de informanten rapporteert dat ze ik lees het geappte bericht niet zouden zeggen.
- Naar mate iemand meer appt, heeft hij/zij ook vaker een sterke voorkeur voor het werkwoord appen.
De conclusie is helder: als u ons vertelt dat u niet begrijpt waarom al die mensen zoveel whappen, dan laat u duidelijk merken dat u de laatste jaren onder een steen geleefd heeft, en als u whatsappen gebruikt dan bent u wel een beetje bij de tijd, maar ook niet helemaal. Kortom: we appen!
Lucas Seuren zegt
Grappig, ik had het hier laatst nog over met een buitenlandse collega die dacht dat zijn promotor digibeet was omdat hij het had over “appen”. Toen moesten we hem maar uitleggen dat “appen” normaal is, en dat vond hij maar bizar. Zal hem even op dit stukje wijzen.
Wat ik me nu wel afvraag, betekent appen whatsappen? Kan je iemand appen met Telegram? Via Facebook Messenger? Is de betekenis met andere woorden weer veranderd sinds de opkomst in 2012?
Hoe weet je immers dat als iemand het heeft over appen dat het gaat over WhatsApp? Daar heb je toch iets van context voor nodig?
Tim Notten zegt
We hebben daarvoor het werkwoord teksten. Volgens Van Dale: berichten sturen d.m.v. een schriftelijk digitaal medium, bv. door te sms’en, te mailen of te twitteren. Appen valt daar dus ook onder, maar lijkt me dan wel gebonden aan WhatsApp. Daar zou ik althans ernstig voor willen pleiten.
Boudewijn Waijers zegt
“Teksten” staat wellicht in Van Dale, maar het wordt volgens mij nog minder gebruikt dan “whappen”. Het lijkt me een term uit de begintijd van het appen, een duidelijk niet-aangeslagen leenwoord uit het Engels, waar het wél gebruikelijk is.
Rob Alberts zegt
Ik hoor soms toch nog praten over teksten.
Vriendelijke groet,
Rob Alberts zegt
Telefoneren met een praattelefoon is dus helemaal niet meer van deze tijd?
Vriendelijke groet,
Wouter van der Land zegt
Wat een fijn klein onderzoek!
Over de zin ‘ik lees het geappte bericht’:
Het lijkt me allereerst geen realistische uiting. Het is als iemand die in een bakkerij zou zeggen: ‘Ik zie het gesneden brood.’ De zin klopt, maar het is zinloos om te zeggen en dus een beetje raar.
Verder zijn er vlottere alternatieven, zoals ‘Ik lees zojuist je app(je)’ of ‘het bericht dat je me epte…’
Johannes Koranes Kleine zegt
appte*
Convent zegt
“Appen” vond ik zelf alleen maar versteendv omdat het meer doet denken aan “apps gebruiken”. Ik vraag me af wanneer “chatten” precies uit de mode is geraakt, aangezien WhatsApp precies die service levert.
Vincent zegt
Mijn Autocorrect is schijnbaar genegeerd. Naam is Vincent en versteend is verwarrend.
MJM zegt
Leuk artikel, mooi onderzoekje! PS ‘naarmate’ hoort zonder spatie
joris zegt
en wat nou als je whappen (of wappen) gebruikt omdat het mooier is dan de alternatieven? Heb je dan ook onder een steen geleefd?
Letty zegt
Helder stukje, maar:
” of de leeftijd van de gebruiker op zijn of haar taalgebruik, en of het uitmaakt of je veel of weinig whatsappt” vind ik toch een rare zin.