Door Marc van Oostendorp
Nu heb ik er genoeg van. Al vijf jaar beschouw ik met verbazing het onderwijs Nederlands. Talloos zijn de problemen en er gebeurt veel te weinig om die op te lossen. Allerwegen verzekert men mij dat het van belang is constructief te blijven en met iedereen te overleggen. Te blijven zien dat iedereen het beste voor heeft en dat het vanzelf allemaal wel goed komt. Als we maar voorzichtig zijn.
Ik geloof het niet meer. Er zijn te veel cynici bezig alles af te breken, het onderwijs de afgrond in te drijven. Lui die gebruik maken van de laksheid en de voorzichtige vriendelijkheid van de mensen die wél iets weten en kunnen in het leven om ervoor te zorgen dat belangrijke pijlers van onze cultuur zo snel mogelijk worden kapot geslagen. Tijd om te zeggen dat we het niet meer pikken. No more Mr. Nice Guy.
Waarom ben ik zo boos? Op het literaire weblog Tzum plaatste de schrijver en lerarenopleider Coen Peppelenbos gisteren een schokkende column. Daarin wees hij erop dat de eisen aan tweedegraadsleraren met ingang van volgend schooljaar gaan veranderen. Waar het gaat over literatuurgeschiedenis hoeven ze alleen nog aan deze eis te voldoen:
Geschiedenis van moderne letterkunde: de Nederlandstalige literatuur vanaf 1880 tot heden.
Hertalingen
Je kunt met andere woorden vanaf volgend jaar leraar Nederlands worden op het vmbo en in de eerste 3 jaren van het vwo en de havo zonder ooit een pagina van Multatuli te hebben gelezen, ja zonder, ooit van Multatuli te hebben gehoord. Karel ende Elegast, Sara Burgerhart, Piet Paaltjens – wie dat zijn hoef je natuurlijk niet te weten wanneer je jonge mensen in je klas krijgt.
Hiermee wordt dus geformaliseerd: dode schrijvers mogen nog een paar jaar meedoen in Nederland, maar ze tellen niet. Wat al die lui vroeger allemaal te zeggen hadden, wat kan ons het schelen. Wij hebben Kluun en Heleen van Royen toch?
Wat een armoe. Eerder dit weekeinde hadden we al moeten meemaken dat Marita Mathijsen – de grote Marita Mathijsen! dé voorvechtster voor de schoonheid van de boeken van voor 1880! – in de Volkskrant moest toegeven dat er niks anders op zat dan oude teksten te hertalen om ze zo goed mogelijk naar de jongeren te brengen. Maar zoals Peppelenbos zegt: zelfs daarmee voert Mathijsen een achterhoedegevecht. Om leraar Nederlands te worden heb je zelfs die hertalingen niet nodig. Je hoeft de namen van die werken en schrijvers niet eens te kennen.
Rampen
Wie verzint zoiets? De ‘kennisbasis’ waarin de nieuwe eis voor het hbo wordt vastgesteld, wordt door de hbo-opleidingen in grote zelfstandigheid gemaakt. Ze praten wel met (onder andere) de universiteiten. Alleen werken in de hoogste gremia van die hbo-opleidingen kennelijk allerlei figuren die het niet nodig vinden om toekomstige leraren ook nog maar een elementaire culturele bagage mee te geven.
Nou, dan maar niet vriendelijk en niet constructief. Dit kan niet.
Hiermee heeft het hbo laten zien dat het niet in staat is een eigen ‘kennisbasis’ vast te stellen, dat men zich te veel laat leiden door allerlei andere overwegingen en niet door de wens leraren te kweken die een voorbeeld voor hun leerlingen kunnen zijn – voorbeelden van nieuwsgierigheid, van eruditie, van iets verder kijken dan je neus lang is. Iemand die niets over de geschiedenis van voor 1880 weet (wat is dat trouwens voor een idioot jaartal? zijn de Tachtigers echt zo belangrijk dat de geschiedenis met hen begint?), zo iemand hoort niet voor de klas te staan. Zo iemand is onbevoegd.
Rampen
En dus moet er worden ingegrepen, de ‘kennisbasis’ moet over, in overleg met mensen die er wél verstand van hebben, die er wel hart voor hebben. Je zou kunnen denken aan de wetenschap, je zou kunnen denken aan Marita Mathijsen, in een waarlijk beschaafd land zou men dan wat zij zegt, en niet wat ze zegt nadat ze decennia heeft moeten beuken (dat we best kunnen hertalen), maar wat ze vroeger zei: dat scholieren en studenten zich niet moeten aanstellen, maar lezen.
Maar eigenlijk maakt het me niet eens zoveel uit wie het doet. Laat in ieder geval iemand meekijken met het curriculum voor die lerarenopleidingen, voor er nog meer rampen gebeuren.
Jona Lendering zegt
Volgens mij zit er achter dit soort beleid een enorme onderschatting van de nieuwsgierigheid van kinderen. Het zijn niet alleen de kinderen van hoogopgeleide volwassenen die nieuwsgierig zijn. Het gaat om het stimuleren van die nieuwsgierigheid – en ik ken betere teksten dan Karel ende Eleghast.
En dat schrijf ik zonder ironie.
Jona Lendering zegt
Ik bedoelde dus dat ik WEINIG betere teksten kende dan Karel ende Elegast.
Wouter Steenbeek zegt
Diep treurig inderdaad, en typisch Nederlands als je het mij vraagt. Stel je een leraar Engels voor die Shakespeare niet kent! Het gevolg van dit soort beleid is dat Nederlands cultuurgoed op den duur het exclusieve domein van extreemrechts wordt. Dat je er een van Baudet bent als je Vondel of Sara Burgerhart hebt gelezen, zeg maar…
Wel wil ik u vragen de argumentatie een beetje zakelijk te houden. Aankomen met Kluun en Heleen van Royen om de huidige literatuur te kenschetsen is een drogreden, een reductio ad absurdum om precies te zijn. U weet beter dan ik dat er na 1880 de prachtigste Nederlandse literatuur is geschreven. Als de functie-eis wordt nageleefd, moet de toekomstige leraar Nederlands nog steeds Perk, Kloos, Couperus, Van Eeden, Bordewijk, Nijhoff, Mulisch, Hermans, Haasse, Campert en vele anderen kennen.
Johanna van Zwet zegt
Wake up call: in mijn B of Ed Engels zat geen Shakespeare tot mijn grote verbazing. Wel uitgebreid in de M of Ed – gelukkig!
Bas Jongenelen zegt
Dat literatuurgeschiedenis niet verplicht is, is schandalig. Gelukkig zijn er lerarenopleidingen die ondanks de kennisbasis gewoon wel literatuurgeschiedenis aanbieden en die niet van plan zijn om deze discipline af te schaffen.
Rob Alberts zegt
De oudere literatuur vind ik maar niets.
Toch ben ik blij dat ik er wel lessen over heb gehad.
En dat ik er ook (delen van) heb gelezen.
Een historisch perspectief blijft in mijn ogen belangrijk.
Vriendelijke groet,
Marcel Plaatsman zegt
Tja, het literatuuronderwijs is toch al verbannen naar de bovenbouw van HAVO/VWO. Het is nog als een groot gebaar van toegeeflijkheid op te vatten dat ze de leraren voor de onderbouw en het VMBO tenminste nog ’n páár boekies laten lezen.
Maar los van dat die leraren die kennis inderdaad niet nodig hebben in het onderwijs van vandaag de dag, zegt het vooral veel over hoe laag de lat ligt, bij álles. Ik maak me nu al – mijn kleine is nog geen één – de grootste zorgen over de vernederingen die zullen komen als we een goede school voor hem zoeken. Misschien moeten we er maar voor naar een ander land verhuizen, waar ‘ie weliswaar ook geen Multatuli zal lezen, maar tenminste nog ’n paar andere dingen die z’n ontwikkeling stimuleren in plaats van eindeloos afstompen.
Hannes Minkema (@hminkema) zegt
De tweedegraads lerarenopleidingen leveren het gros van alle leraren af. Het gaat dan om alle leraren die bevoegd zijn om les te geven in het vmbo, het mbo, en de gehele onderbouw van zowel havo als vwo. Dat is meer dan 80% van alle leerjaren (dus ook leerlingen) in ons onderwijsstelsel.
Mensen blijken vergeten dat met de invoering van het HOS-stelsel in de jaren tachtig, ook die onderbouw van havo en vwo in één klap tot tweedegraads gebied werd verklaard. Dat was (naast de enorme salarisverlaging) de tweede streek die Deetman de eerstegraads leraren leverde.
Daardoor komt het nu dat leerlingen die in naam een ‘voorbereidend wetenschappelijke’ opleiding volgen, daarin grotendeels leraren tegenkomen die zelf geen wetenschappelijke opleiding hebben gevolgd. En binnenkort dus leraren die gaten hebben in hun vakkennis, om dat de hbo-opleidingen hopen ook een zwakkere instroom aan een diploma te helpen. Je vraagt je af wie er op die hbo-opleidingen vakonderwijs geven, en wat hun kwalificaties zijn. Zijn dat dan wel wetenschappelijk geschoolden?
We staan erbij en kijken ernaar. Terecht dat Marc zich kwaad maakt. Deden dat er maar meer.
Johanna van Zwet zegt
“… leerlingen die in naam een ‘voorbereidend wetenschappelijke’ opleiding volgen, daarin grotendeels leraren tegenkomen die zelf geen wetenschappelijke opleiding hebben gevolgd.”
Ik vind dat geen diskwalificatie per definitie. Je kunt niet iedereen uit die groep over een kam scheren. Zij-instromers bijv. zijn vaak zeer breed georienteerd en intelligent, met vaak andere academische papieren op zak, ook al hebben ze voor bijv. Ned. “alleen” maar een tweede-graads bevoegdheid.
Ineke Manders zegt
Verbijsterend! En dan constateren dat het kennisniveau van leerlingen de laatste 20 jaar gedaald is! Prognose nu?! Goh!
Clemens Bennink zegt
De afgelopen jaren heb ik als docent Nederlands op het mbo, havo en vwo veel stagiaires van het hbo begeleid . En inderdaad zie ik de kennis van zowel grammatica als literatuur in razend tempo een dramatisch minimum naderen. Neerlandici in spe die niet begrijpen dat de ’t kofschip-regel slechts een ezelsbruggetje is of die nooit van Slauerhoff hebben gehoord. Je gelooft het niet.
Maar je kunt die studenten nauwelijks iets kwalijk nemen, als de beleidsmakers van de lerarenopleidingen er geen been in zien heel veel fundamentele kennis bij het oud vuil te zetten.
Dus aan ieder. Steun de oproep van Marc: Op de barricades!!
Robert Chamalaun zegt
Je hebt helemaal gelijk, Marc. Diep treurig dat er zo wordt omgesprongen met het ambacht van docent Nederlands. Een ander punt is de ingeslagen weg van curriculum.nu. Wat met de kennisbasis gebeurt in het hbo, gebeurt in het vo met curriculum.nu. Lees alle kritische geluiden van verenigingen als BON er maar op na.
Coen Peppelenbos zegt
Wat de meesterschapsteams bedachten (https://nederlands.vakdidactiekgw.nl/wp-content/uploads/sites/4/2018/02/Visie-Curriculum-Nederlands-Meesterschapsteams-1.5-definitief.pdf) voor een nieuw curriculum stemde mij juist wel positief. Of die visie doorgevoerd wordt is nog maar zeer de vraag.
janlampo zegt
In Vlaanderen begint en eindigt de literatuur met Claus. 1880 is in dat opzicht dus heel luxueus. 🙂
Marja de Jong zegt
Op Mulo lazen wij met frisse tegenzin Arthur van Schendel, den Doolaard, Aafjes en andere schrijvers. Daarover zaagden ze je door op het mondeling examen.
Op de opleiding voor kleuterleidsters (een mbo opleiding) was de eis, 5 werken uit de middeleeuwse literatuur, 5 uit de 17e en ik geloof ook nog eens 5 uit de 18e eeuw, de 19e eeuw ook minimaal 5 en de 20e eeuw minimaal 10. Natuurlijk onder veel protest en met frisse tegenzin. Daarnaast werd kennis van de jeugdliteratuur van groot belang geacht en het lezen en analyseren van deze boeken was onderdeel van het programma Nederlands.
De brede kennis van de literatuur die toen op HBS en gymnasium werd gedoceerd was voor die leerlingen een introductie in een wereld die hen veel te bieden had. Deze mogelijkheid is jongeren ontnomen.
Min jaren als docent op de PABO hebben mij duidelijk gemaakt dat met veel poeha een verschraling werd verkocht als een verdieping. Het kwam goed uit dat studenten het wel prettig vonden om veel zelfstudiepakketten in hun maag gesplitst te krijgen, dat maakte het onderwijs nog goedkoper.
Als op de Havo en VWO dit al zou worden geëist, dan zou de kennis van deze literatuur al veel meer beklijven. Natuurlijk doen de meesten er schijnbaar niets mee, maar uit eigen ervaring weet ik dat het wakker maken van interesse iets is waar onderwijs voor bedoeld is.
Dus opleiders die aldoor stukjes van het erfgoed afschrapen zijn de moordenaars van de cultuur.
Daar helpt geen Wilhelmus tegen.
Uiteindelijk staan veel van de boeken die ik toen verplicht moest lezen, nog altijd in mijn boekenkast en ik grijp er van tijd tot tijd naar om ze weer te lezen. Dan is de ontdekking dat na jaren de tekst je weer totaal nieuwe gezichtspunten geeft iets waar je gelukkig van wordt.
Dat wordt de generatie van nu stelselmatig ontnomen.
Adrie zegt
Als je je daarbij realiseert dat het ‘analyseren van teksten’ tegenwoordig vaak inhoudt dat er wat gegoogled, geknipt, geplakt en (met wat geluk) herschreven wordt maakt dat het beeld niet rooskleuriger.
Lieke zegt
De tijd verandert. Het nationalisme in Nederland, in de vorm van het waarderen van oude grootheden, begint in mijn ogen langzaam te vervagen, en krampachtig hieraan blijven vasthouden is dan niet de oplossing. Van oude werken kun je weliswaar veel leren, maar het VWO-onderwijs zit al zó volgestopt. Bovendien neigt het onderwijs van het vak Nederlands steeds meer naar vaardigheden zoals argumentatie in debatvorm bijvoorbeeld. Of een tekst kritisch kunnen bekijken en analyseren. Naar mijn mening zijn deze vaardigheden ten opzichte van droge kennis veel waardevoller. Hiermee zeg ik niet dat het leren over werken als Multatuli alleen uit droge kennis bestaat, want het kan zeker interessant en leerzaam zijn, maar het onderwijs probeert de leerlingen steeds meer voor te bereiden op de praktijk in de Nederlandse samenleving. Daar komen naar mijn idee discussievaardigheden beter van pas dan de kennis over literatuurgeschiedenis vóór 1880. Daarnaast gaat het hier alleen maar om tweedegraads docenten, dus voor VMBO en jaar 1 t/m 3 van HAVO/VWO. Als docent moet je boven de stof staan ja, maar moeten wij onze 13-jarige kinderen lastigvallen met de koffyveilingen der Nederlandsche handelmaatschappij?
Robert Chamalaun zegt
Beste Lieke, je gaat voorbij aan het punt van Marc. Het gaat er niet om dat je 13-jarigen ‘lastigvalt’ met de Max Havelaar, het gaat erom dat hun docent steeds smaller wordt opgeleid.
Je stelt bovendien dat er allerlei vaardigheden in het programma zitten die je waardevoller vindt dan droge kennis. Het punt is juist dat je die kennis nodig hebt: hoe meer je weet over een onderwerp, hoe complexer de taken zijn die je op den duur aankunt.
Een docent Nederlands, ook een tweedegraads docent, die niet weet wat er voor 1880 (hoe arbitrair ook) is geschreven, blijft daardoor de ‘spreekwoordelijke pagina’ voorlopen op de leerlingen.
Melchior Vesters zegt
GO Marc, ‘no more mr. Nice Guy!’ Maar nu de vervolgstap: ga je je nek uitsteken in het publieke debat (want het zal toch niet bij een oprispinkje alhier blijven)? Stelling nemen inzake onderwijs(verandering) is onontkomelijk een politieke kwestie. Ik hoop uit volgende bijdragen van jouw hand te lezen hoe je je verhoudt tot dit domein van SLO en andere (gesubidieerde) belangenorganisaties, Curriculum.nu, Meesterschapsteams uit de academische wereld en ervaren stemmen uit de praktijk zoals van Ton van Haperen.
Voor nieuwkomers in het langlopende steekspel rond ons onderwijs lijkt mij trouwens het volgende rapport aanbevelenswaardig: de SCP-studie voor de commissie-Dijsselbloem van Bronneman-Helmers, ‘Vijftien jaar onderwijsvernieuwingen in Nederland. Een beleidsanalytische studie ten behoeve van het parlementair onderzoek onderwijsvernieuwingen.’
Een aanvulling bij Roberts reactie. De tegenstelling tussen (‘droge’) kennis en vaardigheden is een valse. Goed kunnen interpreteren van fictionele teksten is ook vaardigheid, evenzo het je kunnen verplaatsen in anderen, het historisch contextualiseren van ideeën, etc. etc. In wezen is het schoolvak dus altijd gericht geweest op vaardigheden, alleen werden die – verstandig! – getraind op een geïntegreerde manier: door het lezen van literatuur en met betrekking van vakkennis daarbij.
Kennis en vaardigheden moeten niet van elkaar worden gescheiden. Het een zonder het ander leidt tot betekenisloos leren, en dat is helaas precies wat er aan de hand is in het huidige schoolvak, dat door toedoen van de SLO – nl. door wél het onderscheiden van talloze deelvaardigheden, maar niét het formuleren van de harde kennis die bij het vak hoort (iets wat de Meesterschapsteams, zoals Coen terecht opmerkt, in hun recente visiedocument remediëren) – verkaveld geraakt.
Lieke: jouw normatieve typeringen ‘droge kennis’ en ‘oude grootheden’ drukken voor mij uit dat jij (evenals bijv. Ina K. en Max) niet ten volle ziet welk potentieel literatuuronderwijs heeft. Het gaat namelijk niet (of hoort niet te gaan) om het instampen van verplichte nummertjes/ontoepasbare kennis uit ‘de canon’ – de columns van Weijts hierover sloegen mijns inziens de plank dan ook volledig mis.
Een voorbeeld van waar het wel om hoort te gaan: wie een boek als Inwijding van Emants goed doorgrondt, heeft en passant een heleboel geleerd over maatschappelijke debatten/stellingnames. Literatuur is dankzij z’n dialogische aard een prachtmanier voor het aanleren van de vaardigheden die jij zo waardevol vindt.
Maar dit potentieel kan alleen gerealiseerd worden door een docent met een goed verhaal, iemand die zijn/haar vak verstaat. Hierom moet de lat flink omhoog: leraren op álle onderwijsniveaus horen intellectuelen te zijn en horen uit te dragen dat dit belangrijk is. De hedendaagse overmatige gerichtheid op vaardigheden is een armoedige opvatting van onderwijs, alsof het doel is om werknemers voor de BV Nederland af te leveren in plaats van geïnformeerde, kritische burgers die zich kunnen verhouden tot hun cultuur, inclusief de historische dimensie daarvan.
Ina K. zegt
Aan de ene kant inderdaad zonde dat de literatuur van vóór 1880 wordt verwaarloosd maar wat kún je er mee als gemiddelde Nederlander?? Ik zie liever dat er meer aandacht aan grammatica wordt besteed want OVERAL wordt hier zó slordig mee omgegaan! Door actualiteitenprigramma’s, in kranten, reclames etc. Om maar niet te spreken van de social media. Ik kan talloze voorbeelden aandragen zoals ME broer i.p.v. mijn broer of zelfs m’n broer. De ergernis over het verwisselen van HUN en HEN heb ik al opgegeven. Laatst in een reclame over een matras DIE bij je past…..alsof een matras een persoon is! Men denkt er niet eens meer over na….. en dan komt die reclame ook nog eens elk uur voorbij….maar goed, ik ben mijn ergernis even kwijt!
Johan Schipper zegt
‘Matras’ is zowel een de-woord als een het-woord. Misschien leer je zulke dingen als je oude teksten leest. Beter gezegd: niet het één (taalonderwijs) of het ander (letterkunde-onderwijs) maar beide.
Piet zegt
Aan de ene kant inderdaad zonde dat de literatuur van vóór 1880 wordt verwaarloosd [+KOMMA] maar wat kún je er mee als gemiddelde Nederlander?? [TWEE VRAAGTEKENS = ALTIJD FOUT] Ik zie liever dat er meer aandacht aan grammatica wordt besteed want OVERAL wordt hier zó slordig mee omgegaan! Door actualiteitenprigramma’s [PROGRAMMA’S, MAAR VOORUIT: EEN TYPEFOUTJE], in kranten, reclames [+KOMMA] etc. Om maar niet te spreken van de social media. Ik kan talloze voorbeelden aandragen [+KOMMA] zoals ME broer i.p.v. mijn broer of zelfs m’n broer. De ergernis over het verwisselen van HUN en HEN heb ik al opgegeven. [< DE ERGERNIS HEB JE OPGEGEVEN?] Laatst in een reclame over een matras DIE bij je past…..alsof een matras een persoon is! [ZIE OPMERKING VAN JOHAN. DAARBIJ, JIJ GEBRUIKT 'DIE' ALLEEN BIJ PERSONEN? MERKWAARDIG.] Men denkt er niet eens meer over na….. [TE VEEL PUNTEN; HET BELETSELTEKEN KENT SLECHTS DRIE PUNTEN.] en dan komt die reclame ook nog eens elk uur voorbij…. [IDEM EN EEN SPATIE VERGETEN] maar [<HOOFDLETTER NODIG] goed, ik ben mijn ergernis even kwijt! [< JE ERGERNIS KWIJT ZIJN? IS DAT EEN NIEUWE METAFOOR?]
[Met andere woorden: ik zou wat minder snel oordelen over anderen.]
Signa Vianen zegt
Treurige ontwikkeling… Taal is zoveel meer dan een pure tekst. Literatuur spreekt tot de verbeelding, wakkert emoties aan, schept een wondere wereld en geeft een verdieping aan het zijn.
Max zegt
Ik geloof dat sommigen niet inzien dat literatuurgeschiedenis meer en meer een niche wordt.
Die dikke Multatuli-klomp of Hemingard van den Eikennogiets… Het boeit de meeste beginnende studenten te weinig.
En de lezer die dat wel uit eigen overweging doet zal dat blijven doen. Daar verandert dit besluit geen moedertje lief aan.
Marjorie Hoefmans zegt
Boeit? Vindt u dat het criterium voor onderwijs? Dan misschien beter beperken tot seks (en ook dat raken ‘ze’ beu)? Onderwijs is zich eigen maken wat oudere en wijzere mensen goed voor je ontwikkeling achten. Met zin of tegenzin.
Michel zegt
We motten straattaal onderwijzen matti! Wat hebben we aan die ouwe shit? Jatog?
T. Goosen zegt
En dan verbaasd zijn dat het onderwijs achteruit gaat! De invloed van kennisoverdracht wordt erg onderschat. Straks staat de kennis alleen nog maar in boeken.
Hans Naaktloper zegt
Het onderwijs was altijd al niks (want conditionerend, uitdrukkelijk niet humaniserend van opzet) en het wordt alsmaar minder, en dat is precies de bedoeling van de conservatieven en de neo-liberalen. Kapitalisme vraagt niet om goed geïnformeerde mensen die in staat zijn weloverwogen beslissingen te nemen. De markt vraagt om gehoorzame, volgzame werkers die net slim genoeg zijn om een knop te bedienen maar die de achterliggende architectuur niet doorgronden. Aan alle mensen die rechtser hebben gestemd dan SP de afgelopen 30 jaar zeg ik: dit is waar je voor gestemd hebt, hou op met het plengen van krokodilletranen, dit onderwijsbeleid is precies waar je voor hebt gekozen.
Verder is het natuurlijk onzettend hypocriet om Multatuli op te voeren als voorbeeld van waar de ‘geletterdheid’ en de interresse van nederland zo’n beetje ophoudt, terwijl een groot deel van de nederlanders de huidige kritiek op het nog steeds heersende kolonialisme en racisme met haat en argwaan tegemoet treedt (zwarte piet, gouden koets, Gloria Wekker – Witte Onschuld). Waarom zou je Multatuli noemen als je tegelijkertijd weet dat er met de in dit boek beschreven gebeurtenissen en ervaringen, en de lessen die we daaruit hadden moeten trekken, vrijwel niets wordt gedaan. Nederland en de rest van de rijke kapitalistische landen vormen nog steeds een koloniale, racistische grootmacht. Het schijnt de schrijver Marc totaal te ontgaan dat de veranderde, internationale bevolkingssamenstelling vraagt om een ander perspectief, een nieuw narratief, dat veeleer kan worden gevonden in de wereldliteratuur. Je kunt wel blijven hameren op de nederlandse literatuur maar dat krijgt zo langzamerhand nationalistische trekjes, en dát precies is wat de huidige jongere generatie niet meer aanspreekt, zij kijken wél over de grenzen, nu de leraren nog. Leraren in spé: richt je op meer- en anderstaligheid, internationale schrijvers, internationale narratieven en perspectieven, en verander ‘nederlands’ als vak in ’taal’.
Wat ook een rol speelt in de afname van het lezen in het algemeen is de steeds minder wordende aandachsspanne van mensen, als gevolg van de toename van door visueel beeldmateriaal overgedragen kennis, die met een enorme montagesnelheid en een tenenkrommende laagdrempeligheid en oppervlakkigheid aan ons wordt gepresenteerd. Dus terwijl de leraren ‘nederlands’ (’taal’ dus) zich afvragen hoe het toch komt dat bijna niemand meer leest, zijn de schoolbesturen en de politiek achter de schermen stiekum druk doende om de leerlingen in ICT- omgevingen tot robots te smeden. Robots lezen niet, zij volgen orders.
Als alle leraren die zich druk maken over de afname van het lezen in het algemeen zich nou eens gaan richten op het aanleren bij leerlingen van autonoom denken, dan komt het met dat lezen vanzelf weer goed.
Pjotr zegt
Als je je meer verdiept in (cultuur) geschiedenis dan begrijp je pas dat Zwarte Piet en de de gouden koets niets met racisme te maken hebben. Racistisch zwart-witdenken activeer je juist door mensen in deze nep(huids)kleuren te definiëren.
Als je wetenschappelijk gevormd bent dan snap je dat Gloria Wekkers boekje niks met wetenschap te maken heeft.
Paul V zegt
Het is ook de docent van tig jaren terug niet meer die moet worden opgeleid. Het onderwijs en de kinderen die het volgen veranderen sterk. Zelf volg ik als oud pabostudent de maatwerkopleiding tot docent Nederlands tweedegraad en vind het prima wat er aangeboden wordt. Als er al meer aandacht moet zijn voor iets laat het dan de pedagogische en interpersoonlijke kant zijn. Je kunt alles weten en willen delen, maar de randvoorwaarden scheppen is anno 2018 niet meer zo gemakkelijk.
Piet zegt
Wat een overdreven stuk…
1. In de onderbouw of op het vmbo behoort literatuur tot 1880 bij lange na niet tot het curriculum.
2. Of wilde je beweren dat een docent die Multatuli niet heeft hoeven lezen, geen goede onderbouw-/vmbo-docent, of nog erger: goed mens, kan zijn?
Ik denk dat je de academische bril even af moet zetten als je naar de dagelijkse onderwijspraktijk van de onderbouw/het vmbo wilt kijken. Het lijkt erop dat je daar een beetje van vervreemd bent geraakt.
Marc van Oostendorp zegt
Iemand die geen Multatuli heeft gelezen, kan natuurlijk een heel goed mens zijn. Maar een goede docent Nederlands is hij of zij niet, in ieder geval niet in de onderbouw (het vmbo is een ander verhaal). Zelfs als literatuurgeschiedenis niet tot het curriculum behoort, bijvoorbeeld omdat zo iemand geen goed zicht heeft op wat er met zijn eigen leerlingen in de bovenbouw gaat gebeuren.
Overigens is iemand die les geeft op het voorbereidend wetenschappelijk onderwijs, al is het in de onderbouw, en die zich anoniem op internet geborneerde opmerkingen permitteert over ‘de academische bril’ in ieder geval geen knip voor de neus waard.
DirkJan zegt
Ik vind het ook een vreemde en ongewenste stap van de lerarenopleiding tweedegraads, maar kijk vooral naar het curriculum van het voortgezet onderwijs. Anders dan een aantal reageerders menen en denken, is Multatuli en literatuur van voor 1880 niet uit het literatuuronderwijs verdwenen, maar zit het in de bovenbouw. Mogelijk dat het geen onderdeel meer van het vmbo uitmaakt, dan zou ik dat bijzonder jammer vinden, maar zeker weten doe ik dat niet.
En natuurlijk weet ook een tweedegraads leraar wie Multatuli is, al was het alleen maar omdat hij dat van zijn eigen docent Nederlands op de middelbare school heeft meegekregen. 🙂
Klaas Jan zegt
Alsof je de Tachtigers kan duiden zonder te weten waar zij een reactie op waren.
Piet zegt
Welke onderbouwer of vmbo’er moet de Tachtigers duiden? Lol
Bas Jongenelen zegt
Het gaat niet om leerlingen in de onderbouw havo/vwo of op het vmbo, het gaat om studenten Nederlands. Vmbo’ers hoeven de Tachtigers niet te duiden, studenten Nederlands wel.
WS zegt
Ik denk dat weinigen hier goed weten hoe het is om voor een groep in het VMBO te staan. Ik denk dat er een duidelijk verschil kan, nee moet zijn tussen leraren die praktisch opleiden of theoretisch. Die enorm goede leraar op het gymnasium, kan hij ook die VMBO groep enthousiast krijgen voor een vak als Nederlands? Dat is een ander vak en vereist andere vaardigheden. Wanneer iemand geen kennis heeft van Multatuli maar wel die gasten aan het lezen krijgt. Dat is een prestatie. 25 jaar geleden op de MAVO kwam dergelijke oude literatuur ook niet ter sprake. Maakt dat uit? Voor de MAVO leerlingen niet.
DirkJan zegt
Ook Multatuli wordt praktisch door geen enkele leerling van het gymnasium gelezen, toch vind ik wel dat iedereen van pakweg 16 jaar, dus ook alle vmbo-leerlingen, via het vak Nederlands kennis moeten nemen van wie Multatuli was en wat oudere Nederlandse literatuur omvat, al is dat maar in een eenvoudige vogelvlucht.
Bas Jongenelen zegt
Het betekent dat er leerlingen zijn in de vierde klas, die meer weten over literatuur dan hun docent Nederlands in de derde. En dan heb ik het niet over wonderkinderen of zo, maar gewoon over leerlingen in 4vwo. Is dat bij andere vakken ook zo? Dat kan ik me moeilijk voorstellen.
Arjan Gerretsen zegt
Ik verbaas me er al jaren over onze kibderen en klein kinderen leren niets over indonesie en niets over suriname en de andere kolonieen dit trwijl in nederland er mer dan 2 miljoen mensen zijn met roots in indonesie en er in onze taal veel maleische woorden zijn
Ik vibdt dit een schande
MS zegt
Verplichte literatuur is de doodsteek voor het plezier in lezen. Afschaffen dus. Laat kinderen lekker zelf uitzoeken wat ze willen lezen en leer ze vervolgens hun eigen literatuur te interpreteren en te begrijpen. Tijden veranderen nu eenmaal. Er verschijnt steeds sneller steeds meer Nederlandse literatuur, dus we moeten ergens een grens trekken. Kinderen die in de werken van de tachtigers en eerder geïnteresseerd zijn, zullen die toch wel lezen.
Bas Jongenelen zegt
Het gaat hier niet over literatuuronderwijs aan kinderen, het gaat over literatuuronderwijs aan studenten Nederlands. Deze studenten Nederlands zijn voor een groot deel deeltijdstudenten en dus volwassen mensen (sommige deeltijders zijn de 50 reeds gepasseerd).
Ronald Gebhardt zegt
Nou, Wat een lawine aan reacties en meestal in het voordeel van de oorspronkelijke column. Waar komt het idee überhaupt vandaan dat een taal docent, ook meteen literatuurdocent zou moeten zijn? Dus niet alleen de taal aanleren aan leerlingen die daar niet altijd even open voor staan, maat ook en passant leerlingen enthousiasmeren over de literatuur van de middeleeuwen tot nu. Waarom? Dit heb ik nooit gesnapt. In andere landen is literatuur (en waar is de andere Nederlandse kunst gebelven. Hebben Nederlandse schilders, componisten, beeldend kunstenaars dan niets bijgedragen aan de ontwikkeling van de Nederlandse cultuur?) niet het domein van de taaldocent, maar komt het regelmatig voor als apart vak waar leerlingen op verschillende niveaus mee wordt geconfronteerd.
Bas Jongenelen zegt
Het gaat in deze discussie niet over wat de docent Nederlands in de klas met literatuur doet, het gaat erover of een student Nederlands wel of geen boeken van voor 1880 dient te lezen. Of leerlingen literatuur van voor 1880 moeten lezen, is een andere discussie, hier gaat het over studenten Nederlands. En inderdaad: schilderkunst en muziek zouden ook verplichte kost moeten zijn.
Ronald Gebhardt zegt
Voor de duidelijkheid; het oorspronkelijke stuk ging wel degelijk alleen uit van literatuur van voor 1880, over andere kunstvormen werd met geen woord gerept.
Ik vind het een moeilijk te verkroppen implicatie; je kunt alleen een goede docent Nederlands zijn, wanneer je tijdens je studie ook literatuur van voor 1880 hebt gelezen. Alhoewel ik de redenering op zich kan begrijpen, vind ik het morele standpunt erachter te kort door de bocht.
Nogmaals; waar komt het idee vandaan dat een docent Nederlands, literatuur van voor 1880 in het curriculum moet hebben gehad?
Kijkend naar de reacties, zie ik vooral meldingen over de teloorgang van het vak Nederlands, juist omdat literatuur uit het curriculum wordt gehaald.
Nee , Student je hoeft niet intrinsiek gemotiveerd te zijn om literatuur te lezen, wij duwen het wel door je strot.
Nee, Student, we moedigen je niet aan over kunst in de breedste zin te gaan discussieren. Wij verengen de Muze wel tot een van haar aspecten, en doen alsof dat de cultuur is die van belang is.
Nee, Student, wij verwachten niet dat je van woorden houdt op je eigen manier – wij gaan die liefde wel vorm geven op de manier die ons goed dunkt.
En niemand citeert Slauerhoff:
‘Nooit komt er een eind aan het leed’
Johanna van Zwet zegt
Noch in Marcs stuk noch in de Tzum-column waarnaar hij verwijst worden de redenen van de beslissing genoemd. Jammer. We weten, dankzij Marc en de reacties, wat er allemaal mis is aan het besluit. Maar we weten niet op welke gronden het besluit genomen is. Op dit moment vallen die buiten het blikveld van deze discussie. Misschien kunnen die pro’s gezet worden naast de contra’s in het kader van een evenwichtiger uitwisseling?
Erwin Mantingh zegt
Ik heb de redactieleden van de vernieuwde Kennisbasis per mail om een toelichting gevraagd. In de Kennisbasis zelf wordt de reductie van literatuurgeschiedenis tot na 1880 niet toegelicht. Ik laat weer van me horen als ik de motieven ken.
(Het lijkt me stug dat die argumentatie mijn standpunt zal veranderen – ik ben het roerend eens met Coen Peppelenbos en Marc van Oostendorp – maar ik hoor graag de onderbouwing voor ik een definitief oordeel vel.)
Erwin Mantingh zegt
Van de LVON kreeg ik als antwoord het persbericht toegestuurd waarop Coen Peppelenbos inmiddels weer heeft gereageerd (https://www.tzum.info/2018/04/opinie-het-selectieve-geheugen-van-mariette-van-dam-helmig-over-de-kennisbasis-en-de-literatuurgeschiedenis/), ook via neerlandistiek.nl te vinden.
Mijn conclusie: zowel inhoudelijk als procedureel lijkt er geen basis voor de verwijdering van acht eeuwen literatuurgeschiedenis uit de tweedegraads opleiding. Ik ben uitgenodigd bij een volgende vergadering van de LVON en ga de discussie dan graag hierover aan.
DirkJan zegt
Hier nogmaals de directe link naar het persbericht:
https://www.aob.nl/nieuws/leraar-nederlands-hoeft-multatuli-niet-te-kennen/
Kwoot:
“De meeste opleidingen blijven Multatuli gewoon onderwijzen, zegt ze. Alleen zijn ze er niet toe verplicht.”
Peter-Arno Coppen zegt
De bottom line lijkt me dat je zou willen dat de docent Nederlands, of het nu een vmbo-, havo- en vwo-docent is, een basiskennis heeft over het Nederlands, dat wil zeggen: over de taal, het taalgebruik en de literatuur (of andere cultuuruitingen in het Nederlands). Dat is de kern van de kennisbasis van het vak. Hier is iedereen het over eens (getuige ook het bestaan van die uitgewerkte kennisbasis voor het hbo).
Wat mij ook vanzelfsprekend lijkt is dat in die kennisbasis een historisch perspectief zit. Iets weten over het Nederlands (taal, taalgebruik en literatuur) houdt ook in dat je weet hoe de ontwikkeling daarvan verlopen is (en nu verloopt, en naar alle waarschijnlijkheid zal verlopen).
Ik denk dat het geen enkele basis heeft om te stellen dat dat historische perspectief per se pas bij 1880 zou moeten beginnen, net zomin als het zin zou hebben om de ontwikkeling van de Nederlandse taal ergens te laten beginnen. Er is geen oerknal voor de Nederlandse taal of literatuur (noch staan beide op zichzelf). Een leraar Nederlands moet althans een globale kennis hebben van de belangrijkste auteurs, werken en stromingen in de literatuur, en van de belangrijkste trends in de ontwikkeling van de taal en het taalgebruik. Het historische perspectief verdiept je inzicht in de huidige context.
Natuurlijk betekent dat niet dat je zowel op vwo, als op havo en vmbo in de klas de hele literatuurgeschiedenis ook moet behandelen. Dat is uiteraard ondoenlijk. Maar het historische perspectief geeft je als leraar wel de mogelijkheid om bijvoorbeeld thema’s te kiezen die je op verschillende niveaus en in verschillende tijdvakken kunt bekijken. Genres als de schelmenroman of het reisverhaal (van Bontekoe tot Evert Knol) zijn van alle tijden, en ook communities waarin van alles gedeeld wordt zoals de Muiderkring, rederijkerskamers, literaire tijdschriften in de 20e eeuw tot en met de facebookgroep leraar Nederlands. Als het historische perspectief in je bagage ontbreekt, blijf je gevangen in de bubble van het heden.
Wouter van der Land zegt
@Peter-Arno Coppen,
Maar de Nederlandse literatuurgeschiedenis is toch ook weer een bubbel? Stel dat er naar Peppelenbos en Van Oostendorp wordt geluisterd, dan zitten de vmbo’ers en onderbouwers straks ijverig Ten Kate of Tweede Van der Helms voor te dragen. Dat is natuurlijk goed, maar voor begrip van de moderne poëzie zouden ze bijvoorbeeld beter Mallarmé en Baudelaire (in vertaling) kunnen lezen. Voor begrip van de moderne cultuur zijn Darwin en Nietzsche verder denk ik zelfs nog iets belangrijker dan Multatuli.
Marc van Oostendorp zegt
Het helpt de discussie niet erg vooruit om karikaturen te maken van een standpunt. Coen Peppelenbos noch ik hebben zelfs maar gewezen naar de mogelijkheid dat vmbo’ers literatuurgeschiedenis zouden moeten krijgen (ik zonder hen in mijn bovenstaande stukje zelfs expliciet uit), maar wel dat hun docenten dat moeten.
Het andere punt – dat je beter Baudelaire of Nietzsche kunt lezen dan Multatuli – is buiten de orde. Het kan alleen bediscussieerd worden wanneer het voorstel zou zijn om in de tweedegraads-opleiding in plaats van Nederlandse literatuurgeschiedenis een vak internationale literatuurgeschiedenis op te nemen. Daar is echter geen sprake van.
Wouter van der Land zegt
OK, excuses voor de karikatuur, het was uiteraard een spiegel van Kluun en Van Rooijen.
Maar Multatuli en Karel ende Elegast komen blijkbaar niet meer aan bod in de onderbouw. Kennis van oude literatuur is voor de docent dus voornamelijk achtergrond. Dan kun je je afvragen of een bredere, internationale cultuurhistorische introductie niet beter is. Maar dat is inderdaad niet aan de orde. Helaas.
Wanneer docenten Nederlands een goede introductie oudere literatuur zouden krijgen is dat natuurlijk goed, maar dan zou het ook aan bod moeten komen in het lesprogramma.
Peter-Arno Coppen zegt
@Wouter van der Land: het punt is dat de geschiedenis een andere bubbel is dan het heden, en dat het perspectief van andere bubbels je kijk op de wereld verrijkt. Zou jij zeggen dat de kennisbasis van de leraar Nederlands geen enkele historische dimensie moet hebben? Waar verschillen wij eigenlijk van mening? Ik ben het graag met je eens dat je een beetje voorzichtig moet zijn om vmbo’ers en onderbouwers Ten Kate te laten voordragen (al verraadt die opmerking weinig kennis van zijn poëzie). In elk geval heb je dan wel een klus om dat betekenisvol te maken. Maar daar heb ik het dan ook niet over. Mijn stelling dat de kennisbasis ook het historische perspectief moet bevatten houdt niet meteen in dat je Ten Kate op alle schooltypen moet behandelen. Dan liever Cats, zou ik zeggen. Maar goed, het voorbeeld trekt de discussie uit het lood.
(Ik denk trouwens dat ook een vmbo-er niet met droge ogen ‘De blinde knaap’ van Ten Kate zou kunnen voordragen, maar goed).
Wouter van der Land zegt
@Peter-Arno Coppen, het verschil van mening is denk dat wat mij betreft de achtergrond van een goede leraar ook kan bestaan uit kennis van de Tweede Wereldoorlog, van buitenlandse literatuur, van filosofie, van klassieke retorica, etc. Om Peter Buwalda te duiden heb je juist kennis van Amerikaanse literatuur nodig. Dat valt niet allemaal in een kennisbase te passen.
Peter-Arno Coppen zegt
Mee eens, maar waar je een domein benoemt (historische letterkunde) en je brengt daar een begingrens in aan, sluit je iets uit. Dat is volgens mij waar het om gaat. Jij geeft ook alleen maar argumenten ter verbreding, niet ter versmalling.
Anton zegt
Komen we zo ergens?
2/3gr HBO-lerarenopleiding begint leerstof tot zich te nemen vanaf Multatuli i.p.v. Tachtig na en incl. een samenvatting met Hebban Vandenvos Brederode Cats Vondel Bilderdijk.
1gr I.D.E.M. maar met een kandidaatswerkgroepvoordracht te hebban gedaan over over één van de hoofdletters in Hebban etc.
#geenhoopmeer
Angela Brederije zegt
De werken die nu overgeslagen worden op het HBO zijn o.a. de werken geweest waardoor ik Nederlands ging studeren en daar echt van genoot. Uiteindelijk heb ik Moderne Letterkunde gekozen, maar ik had heel veel gemist als mijn leraren op het VWO en de universiteit bvb Multatuli hadden overgeslagen.
Angela Brederije