Iemand gaat het hele proces nauwkeurig bewaken in ons managersfeuilleton De verleden tijd van lijken.
Door Marc van Oostendorp
”Rie!’ zei Wouter, de hoogleraar Financiële Letterkunde gejaagd tegen de uhd voor Geschiedenis van de neerlandistiek tot 1800. “Je bent in Amerika geweest! Op het congres! Hoe was het?”
“Je bedoelt”, zei Rie treiterig, “vast niet of mijn poster er goed ontvangen is.”
”Ja, ja,” zei Wouter, “dat ook.”
”Maar ik heb er met onze twee kandidaten gesproken,” zei Rie. “Ze zijn allebei geïnteresseerd. En ze kijken allebei neer op de ander.””Mooi, mooi,” zei Wouter. “Ik heb inmiddels met de oudercommissie gesproken en ze beloofd dat we de hele procedure bottom up willen doen. Dat zij alle inspraak krijgen, van het opstellen van het profiel tot en met de feitelijke selectie.”
”Maar betekent dit dat het ook nog iemand anders kan worden?”
”Nee, zeg.” Hij maakte een geïrriteerd gebaar. “Alsof er betere kandidaten zijn!” Rie slikte snel wat weg. “Ik zal het hele proces nauwkeurig bewaken, ga daar maar vanuit,” hoorde ze Wouter zeggen. “Democratie is mooi, maar we kunnen een toptalent als Roy natuurlijk niet laten lopen wanneer hij dadelijk een Europese subsidie binnensleept.”
”Ah ja,” zei Rie.
”We laten de ouders gewoon een shortlist maken, met plussen en minnen. En dan maken we, dan maak ik, de uiteindelijke selectie. Dat komt wel goed.”
”En als Roy niet op de shortlist staat?”
”Als hij die twee miljoen binnenhaalt, zal ik duidelijk maken dat hij voor de zekerheid aan de lijst moet worden toegevoegd.” Hij glimlachte, verheugd over zijn eigen strategische inzicht.
Op dat moment kwam zonder te kloppen Gerard binnen, de ietwat saaie vakdidacticus. “Rie,’ zei hij, “hoe was je poster?” Wouter was iemand die op commando kon glimlachen alsof hij een zojuist gestelde vraag ook had willen stellen. “We hadden het over de sollicitatieprocedure”, legde hij uit. “Wouter heeft de oudervereniging er een speciale rol in gegeven,” zei Rie.
”Het is onbegrijpelijk hoe we altijd zo om die mensen heen hebben kunnen werken”, zei Gerard. “Alsof ze onmondige kinderen zijn die niks mogen zeggen over hoe de studie van hun zoons en dochters wordt ingericht.”
”Dat was echt een andere tijd, hoor,” suste Wouter. “Ik heb al op ons weblog laten zetten dat wij de enige opleiding zijn met een oudercommissie. Als dat de studentenaantallen niet met sprongen doet groeien weet ik het niet meer.”
”En dan nog al dat onderzoeksgeld!” Gerard genoot.
Laat een reactie achter