Waarom, waarom vindt Kijk het nodig om te publiceren over een onzinnig onderzoekje over de letter g, ook al laten ze zelf een taalkundige aan het woord die uitlegt waarom het een onzinnig onderzoekje is?
Toch is het best een interessante vraag hoe we de letter g met de twee rondjes herinneren en lettervormen in het algemeen. Alle drukletters en vooral de onderkastvormen zijn uiteindelijk op het handschrift gebaseerd. Slechts enkele vormen wijken af van ons gewone handschrift, zoals met name de a met twee verdiepingen en de g met twee rondjes. Ik denk dat bijna niemand moeite heeft om en a met twee verdiepingen uit het hoofd te produceren, maar die g is dus wel moeilijk. Dat zou kunnen zijn omdat we het vaagjes opgeslagen hebben als ‘asymmetrisch teken met twee rondjes met een tussenstreepje boven elkaar en een klein flubbertje bovenop’, zoals in de film wordt gesuggereerd. Het kan ook zijn dat we de handschrift-g in ons geheugen erbij betrokken is. In het handschrift is het streepje tussen het bovenste en het onderste rondje een rechterhaal naar beneden. De drukvorm is gebaseerd op een kalligrafische vorm, waarbij die rechterhaal een overdreven bocht naar links maakt. Hij is dus eigenlijk toch rechts. Vandaar dat veel mensen denken dat hij rechts moet staan als .ze hem uit het hoofd moeten tekenen.
Er zijn nog wel wat kanttekeningen te maken. Bijvoorbeeld dat het over een Amerikaans onderzoek gaat, en blijkbaar leren de jongeren (enfin, jonger dan 20) geen ‘lussenschrift’ meer. Ze schrijven in drukletters en zijn het dus ook niet meer gewoon om lussen te lezen. Natuurlijk wordt het dan moeilijker om een letter die wel een lus bevat te herkennen. Maar dat gaat helemaal niet op voor ons (Belgen en Nederlanders) die weliswaar minder met de hand schrijven, maar wel nog steeds een ‘hand’schrift, met lussen dus, leren.
Nog iets: niet alleen de g en de hierboven vermelde a kennen verschillende versies, dat geldt/gold ook de z (heeft ook een lus-versie) en lang geleden de s (kent iemand die f-achtige langgerekte versie nog?). Er blijft uiteindelijk niet zo heel veel meer over van de oorspronkelijke conclusies, alleen dus dat mensen die drukletters gewoon zijn het lastig hebben om een lussenschrift te lezen. Tja. Heel verrassend is dat ook weer niet.
Rob Alberts zegt
Een helder verhaal.
Toch blijf ik mooie herinneringen houden aan het blad Kijk.
Vriendelijke groet,
Wouter van der Land zegt
Toch is het best een interessante vraag hoe we de letter g met de twee rondjes herinneren en lettervormen in het algemeen. Alle drukletters en vooral de onderkastvormen zijn uiteindelijk op het handschrift gebaseerd. Slechts enkele vormen wijken af van ons gewone handschrift, zoals met name de a met twee verdiepingen en de g met twee rondjes. Ik denk dat bijna niemand moeite heeft om en a met twee verdiepingen uit het hoofd te produceren, maar die g is dus wel moeilijk. Dat zou kunnen zijn omdat we het vaagjes opgeslagen hebben als ‘asymmetrisch teken met twee rondjes met een tussenstreepje boven elkaar en een klein flubbertje bovenop’, zoals in de film wordt gesuggereerd. Het kan ook zijn dat we de handschrift-g in ons geheugen erbij betrokken is. In het handschrift is het streepje tussen het bovenste en het onderste rondje een rechterhaal naar beneden. De drukvorm is gebaseerd op een kalligrafische vorm, waarbij die rechterhaal een overdreven bocht naar links maakt. Hij is dus eigenlijk toch rechts. Vandaar dat veel mensen denken dat hij rechts moet staan als .ze hem uit het hoofd moeten tekenen.
Hier is een kalligrafische g te zien:
http://www.learncalligraphy.co.uk/images/alphabets/italic.jpg
WebredMiet zegt
Er zijn nog wel wat kanttekeningen te maken. Bijvoorbeeld dat het over een Amerikaans onderzoek gaat, en blijkbaar leren de jongeren (enfin, jonger dan 20) geen ‘lussenschrift’ meer. Ze schrijven in drukletters en zijn het dus ook niet meer gewoon om lussen te lezen. Natuurlijk wordt het dan moeilijker om een letter die wel een lus bevat te herkennen. Maar dat gaat helemaal niet op voor ons (Belgen en Nederlanders) die weliswaar minder met de hand schrijven, maar wel nog steeds een ‘hand’schrift, met lussen dus, leren.
Nog iets: niet alleen de g en de hierboven vermelde a kennen verschillende versies, dat geldt/gold ook de z (heeft ook een lus-versie) en lang geleden de s (kent iemand die f-achtige langgerekte versie nog?). Er blijft uiteindelijk niet zo heel veel meer over van de oorspronkelijke conclusies, alleen dus dat mensen die drukletters gewoon zijn het lastig hebben om een lussenschrift te lezen. Tja. Heel verrassend is dat ook weer niet.
Duko Hamminga zegt
Niks onzinnigs aan dunkt me. ‘Letterkunde’ is iets anders dan ’typografie’ – wat op zichzelf interessant is.