Iemand hoeft echt geen bloemetje, in ons managersfeuilleton De verleden tijd van lijken.
Door Marc van Oostendorp
“Dames en heren”, zei Wouter, voormalig hoogleraar Financiële letterkunde, en tegenwoordig hoofd van de afdeling HR van zijn universiteit benevens adviseur van de commissie die zijn opvolging moest regelen. “Ik denk dat we eruit zijn. We gaan twee van de eminentste collega’s uitnodigen voor een job interview. We laten u natuurlijk weten wanneer hun proefcolleges zijn, want we vinden het belangrijk dat ook ouders zo’n vak kunnen volgen. Ik verheug me er nu al op!”
Sommige mensen in de sollicitatiecommissie begonnen te applaudisseren, maar hielden ermee op toen ze beseften dat dit niet aan de orde was. Langzaam stonden de mensen op en begonnen hun jassen aan te doen.
“Wouter”, zei Sophie, de boomlange manager die voorzitter van de commissie was. “Ik wilde je wat vertellen. Ik ben zo trots!” Wouter keek haar verwachtingsvol aan. “Ik heb deze maand twee boeken tegelijkertijd gepubliceerd!” zei ze.
“Hm”, zei Wouter. “Ik weet niet of ik je daarmee kan feliciteren. Althans,” voegde hij eraantoe toen hij haar beteuterde blik zag, “ik ben natuurlijk blij voor jou persoonlijk. Maar boeken zijn niet zoveel waard in het universitaire systeem, hoe stom ik dat zelf ook vind. En bovendien is mijn beleid als leidinggevende om alleen medewerkers te feliciteren die geld binnen hebben gehengeld. Dat is jammer, maar het is niet anders.”
“Ah, ja,” zei Sophie. “Sorry, maar ik had die boeken allebei ook eigenlijk al lang geleden geschreven. Ik vond het zonde om ze dan niet te laten verschijnen. Ik hoef er ook echt geen bloemetje voor, ik weet ook wel dat ik tegenwoordig een manager ben.”
“Ik vind het erg vervelend”, zei Wouter, “maar dat is nu eenmaal het beleid. We hebben het geld hard nodig en in die zin willen we meer prikkels naar medewerkers uit laten gaan om succesvolle aanvragen in te dienen. Dat is ook de enige manier om jonge onderzoekers te helpen, natuurlijk. En dat willen we toch allemaal: jonge onderzoekers helpen? Aan onze boeken hebben die jonge onderzoekers natuurlijk niets. Het is echt onze taak om zoveel mogelijk geld binnen te slepen.”
“Dat is ook wel weer waar”, beaamde Sophie, zich nog steeds enigszins bedremmeld afvragend sinds wanneer zij geen jonge onderzoeker meer was.
“En over je voorzitterschap van deze commissie”, zei Wouter, “prima gedaan! Heel democratisch aangepakt en toch binnen korte tijd de juiste uitkomst. Ik ben daar heel precies in, ik houd niet zo van vergaderen, dus als een voorzitter het binnen de gestelde tijd weet te doen, ben ik dankbaar.” Hij grijnsde en trok zijn stropdas recht. “En dan moet ik nu weer door!” zei hij. “Het schema is onverbiddellijk.”
Jos Houtsma zegt
Wat wreed!
Prachtig.