Door Marc van Oostendorp
Je hart slaat over als ergens je ideaal door iemand anders expliciet wordt gemaakt. Je bent niet alleen! Ook andere mensen willen een wereld die lijkt op wat jij voor ogen hebt!
Het overkwam me deze week. Het ‘ontwikkelteam’ van leraren dat voor Nederlands in opdracht van het ministerie aan het discussiëren is over de inrichting van het schoolvak heeft op de website Curriculum.nu een aantal kernpunten geplaatst. Deze hebben de enigszins eigenaardige naam ‘grote opdrachten’, maar het zijn eigenlijk 10 kernpunten volgens die leraren.
Ik bladerde erdoor en ontdekte toen ineens ‘grote opdracht 4’! En daar wordt precies verwoord waar het allemaal om gaat, in het vak, in het leven!
Inzicht in je taalgebruik en je aanpak van talige activiteiten maakt je een betere taalgebruiker.
Deze grote opdracht werkt uit hoe het leergebied Nederlands bijdraagt aan het reflecteren van leerlingen op taal, hun eigen taalgebruik en aanpak van taaltaken en die van anderen, met als doel de eigen taalvaardigheid te ontwikkelen. Zo ontdekken en benutten leerlingen hun kwaliteiten en ontwikkelen ze vertrouwen in hun eigen taalvaardigheid. Leerlingen weten aan welke taaldoelen ze werken, waar ze staan ten opzichte van die doelen en hoe ze zich kunnen blijven ontwikkelen.
Krachtig en subtiel
Deze ‘grote opdracht’ is nog niet uitgewerkt (over sommige andere ‘opdrachten’ is er veel meer tekst), maar dit is heel veelbelovend. Het lijkt me een interpretatie van wat de meesterschapsteams ook al een tijdje bepleiten: dat we die belachelijke scheidslijn tussen kennis en (taal)vaardigheid opheffen. Dat je taal er beter op wordt als je begrijpt hoe ze werkt.
De mensenwereld was altijd al van taal gemaakt. Bijna alles wat we leren, bijna alles wat we zijn, bijna alles wat we willen, bijna alles wat we denken en zelfs wat we voelen, danken we aan taal. Ja, we hebben allerlei prachtige uitvindingen gedaan om elkaar te amuseren en te instrueren, maar geen ervan is zo krachtig en zo subtiel als de taal.
Belangrijkste instrument
En dus moet een mens, een goed burger, daar mee kunnen omgaan. In allerlei banen moet je goed kunnen spreken en schrijven, op alle plaatsen in het leven helpt het als je luisteren kan, en lezen. En al die dingen leer je beter als je een beetje begrijpt hoe de taal werkt.
Dat zoveel mensen met zulke halfbakken ideeën over taal rondlopen – dat ze denken dat ‘correctheid’ de enige maat is waaraan je taal kunt meten en dat die ‘correctheid’ vooral bestaat uit het volgen van een paar spellingregels –, daar verliest de samenleving iedere dag aan, want het zorgt ervoor dat mensen minder soepel, minder prettig en minder deskundig omgaan met het belangrijkste instrument dat ze hebben.
Twee taken
Een detail daarbij is dat taalgebruik en taalgebruiker niet eens de beste woorden zijn. Ze suggereren teveel dat de taal iets is dat buiten de mens bestaat, terwijl dat natuurlijk niet zo is. De taal is een eigenschap van de mens, en van de groepen waarin de mens zich organiseert. Beter worden in taal betekent: beter worden in jezelf. De taal beter begrijpen betekent: beter begrijpen hoe je zelf werkt, hoe de groepen functioneren waarin je leeft.
Het geldt ook niet alleen voor de scholieren op wie de ontwikkelteams zich richten, maar ook bijvoorbeeld voor studenten. Bijna iedere studie is een talenstudie, of zou dat moeten zijn, want in vrijwel ieder beroep moet je goed met taal kunnen omgaan. Het geldt trouwens ook al op de basisschool, en op de keper beschouwd geldt het voor het hele leven. Mens zijn betekent van allerlei dingen, maar toch minstens ook: proberen iets te snappen van wat het betekent om mens te zijn. En de taal geeft daar een sleutel toe.
Ik heb in ieder geval mijn leven in dienst gesteld van die twee taken: beter begrijpen hoe de taal werkt én steeds beter kunnen omgaan met die taal. Het is de motor achter dit blog, bijvoorbeeld: steeds meer te weten proberen te komen van taal, en steeds beter proberen daarover te schrijven en te vertellen.
Beter inzicht in je eigen taal krijgen om zo beter te worden in taal: dat lijkt me met recht een grote opdracht.
Rob Duijf zegt
‘De taal beter begrijpen betekent: beter begrijpen hoe je zelf werkt, hoe de groepen functioneren waarin je leeft.’
(…)
‘Beter inzicht in je eigen taal krijgen om zo beter te worden in taal: dat lijkt me met recht een grote opdracht.’
Ik kan je in die opdracht wel volgen, Marc! Taal leren we door communicatie, aanvankelijk door imitatie, later door conditionering. Dat is uiteindelijk bepalend voor onze beeld- en begrippenvorming, voor de manier waarop we in het leven staan en de keuzes die we maken.
Ik vraag me daarbij af of het mogelijk is om de taal in vrijheid te ontwikkelen. Vrij van geconditioneerde beeldvorming en begrippenkaders. Vrij van politieke, godsdienstige en – ja- ‘wetenschappelijke’ dogma’s. Taal is een instrument waarmee we niet alleen kunnen leren om kritisch te denken, maar ook hoe we onze gedachten kunnen verdiepen en vorm kunnen geven.
Hoe kunnen we die opdracht uitvoeren? Is ons huidige onderwijs daartoe in staat? Of hebben we iets anders nodig, iets nieuws? Kunnen we onze kinderen een omgeving bieden, waarin ze zichzelf in vrijheid kunnen ontwikkelen? En wat zegt dat over onze kwaliteit als opvoeders? We moeten die vragen durven stellen; we moeten buiten de lijntjes durven kleuren.
Kortom: ik denk dat de opdracht die je ziet, in wezen veel groter is…
DirkJan zegt
“Inzicht in je taalgebruik en je aanpak van talige activiteiten maakt je een betere taalgebruiker.” En ook wat daarna volgt, en de andere negen kernpunten, vind ik maar uiterst vaag of zijn open deuren of bevatten niets nieuws. Hopelijk komt het ontwikkelteam snel met voorstellen hoe het vak Nederlands er in de toekomst concreet in de klas uit komt te zien. Dat lijkt me de grootste opdracht.
https://curriculum.nu/wp-content/uploads/2018/06/Tweede-tussenproduct-ontwikkelteam-Nederlands-Curriculum.nu_-1.pdf
Peter Nieuwenhuijsen zegt
Dit was de gedachte achter de schoolboeken Je weet niet wat je weet. (het ‘niets nieuws’ van Dirk Jan) Ook toen hoorde je wel dat de gedachte ‘inzicht enz. maakt je een betere taalgebruiker’ vaag was (het ‘vaag’ van DirkJan). Maar ja, als je dan met iets concreets kwam, zoals Je weet niet wat je weet of mijn Gerichte taalbeschouwing (1978), dan gebeurde er ook niet veel. Dat lag aan het tijdsgewricht… We leven nu in andere tijden.
Marc van Oostendorp zegt
Ik heb op school ‘Je weet niet wat je weet’ gehad. Ik weet niet of het daardoor komt. In latere jaren hadden we ook nog ‘Taaldaden’, dus je kunt misschien zeggen dat ik ben klaargestoomd om taalkundige te worden. Gerichte taalbeschouwing was nog net niet tot Den Bosch doorgedrongen.
Het is een van de curieuze ervaringen die ik heb met jarenlang dagelijks bloggen. Soms schrijf je een stukje dat het grote ideaal beschrijft en dan komt iemand klagen dat het vaag en onuitgewerkt is. Een andere keer schrijf ik iets over iets kleiners en concreters; dan luidt de klacht weer dat er geen grootse visie is. Er lijkt me weinig aan te doen, behalve maar gewoon door te gaan.
Jos Van Hecke zegt
Helemaal en graag mee eens! Nu nog iets concreter bepalen wat ‘inzicht in (een) taal’ zoal behelst of kan behelzen en vooral ook hoe je dat dan overbrengt (doorgeeft, bijbrengt, aanleert, aanprijst….). Mijns inziens berust de kern van elke taal op een welbepaald (collectief) ‘systeem’ (fonologisch, grammaticaal, sociologisch-conventioneel-cultureel…) ingevuld met de kennis (het weten) van betekenisdragende ‘woorden’, véél ‘woorden’ en combinaties van ‘woorden’, m.a.w. met ‘literatuur’, hopen ‘literatuur’, heel oude en oude zowel als nieuwe en heel nieuwe. Het oude, wat belegen overkomende woord ‘zinsontleding’ lijkt me hierbij ook een sleutelbegrip te zijn dat hier en daar in de inhoud, de terminologie en vooral in de voorstelling, de aanpak en het doel best wat kan worden ‘gemoderniseerd’, zonder daarom te vervallen in een nodeloze, doelloze en soms zelfs zinloze ‘geleerdewoordenkramerij’ en ‘mechanistisch getheoretiseer’. Bovendien kan ‘inzicht’ in een ‘moedertaal’ zeer zinvol en functioneel worden aangevuld en aangescherpt door vergelijking met het ‘systeem’ van een andere taal of talen, zonder daarom die andere taal ook communicatief te moeten ‘beheersen’. Taal is veel, kan alles zijn behalve ‘wiskunde’, ‘één op één logica’ of ‘bijbelse correctheid’. Taal vind ik in hoofdzaak een ‘kunst’ en inderdaad ook een soort (collectieve) ‘levenskunst’. En als dát niet belangrijk is….wat dan wel?
Jan Stroop zegt
Doet denken aan C.F.P Stutterheim, Taalbeschouwing en taalbeheersing (1954), zeer lezenswaard, maar de auteur zag uiteindelijk geen onmiddellijk verband. http://www.dbnl.org/tekst/stut001taal01_01/stut001taal01_01_0002.php