Door Marc van Oostendorp
Er waart een spook door Nederland, het spook van “lekker genederlandst”. Voor zover ik heb kunnen nagaan wordt het op allerlei plaatsen in het land gebruikt, vooral door jonge tieners. Ik kreeg een tweet doorgestuurd – als mensen over dit soort dingen beginnen op de sociale media zijn er soms vriendelijke andere mensen die mij bij de discussie betrekken over de kwestie:
Tijdens het avondeten verspreek ik me. Mijn zoontje (9 jaar oud en 3 turven hoog):
“Haha, lekker genederlandst pap!”
Ik besloot hem deze overwinning cadeau te doen.
— Bertho Nieboer (@DokterBertho) 25 juni 2018
Uit de antwoorden bleek dat ook andere mensen dit herkenden, en toen ik ernaar vroeg op de onvolprezen Facebook-groep Leraar Nederlands bleken allerlei leraren de uitdrukking ook te kennen, van hun eigen leerlingen en van hun eigen kinderen. Mijn informele indruk is vooralsnog dat het vooral gaat om jonge tieners, tussen 10-13.
Bedenker
Wat interessant is: dat er zich al snel verschillende mensen aanmelden die oprecht menen de bedenker te zijn van de uitdrukking. Dat is ook niet vreemd: het is best mogelijk dat zoiets op verschillende momenten tegelijkertijd ontstaat (zo moeilijk is het niet om een woord als Nederlands te werkwoorden). Bovendien is het voorstelbaar dat iemand de uitdrukking een keer ergens hoort, dan vergeet dat hij hem heeft gehoord en er een tijdje later zelf op denkt te komen. Ik geloof dat het menselijk geheugen wel zo werkt.
Maar zoals het ook gaat: als je ook maar een beetje begint te graven, vind je dat de uitdrukking in kleinere kring al langere tijd bestaat. Hier is een oude tweet, uit 2009 (toen de kinderen die de uitdrukking nu gebruiken nog nauwelijks konden praten):
@Sumay020 heb je wat over mij te zeggen! Lekker genederlandst sum
— Blanche Speelman (@BlancheSpeelman) 7 september 2009
De uitdrukking is door en door ironisch: je zegt het immers als iemand zich nu juist niet ‘lekker’ heeft uitgedrukt, en de uitdrukking werkt ook alleen maar doordat hij zelf óók niet helemaal ‘lekker’ is, of in ieder geval niet standaard.
Er zijn mensen die hem vergelijken met opmerkingen als ‘dat is zeker je goedste Nederlands’, maar dat zijn overdreven fouten – collega-blogger Milfje schreef er eens over. Genederlandst is niet echt fout, je kunt van zelfstandig naamwoorden werkwoorden maken, al is dat ongebruikelijk. Misschien verwarren mensen ‘ongebruikelijk’ met ‘fout’, maar ik vind ‘lekker genederlandst’ wel leuk en ‘je goedste Nederlands’ vind ik flauw.
Je hoort weleens dat de ironie langzaam verdwijnt in deze harde tijden. Aan de kinderen ligt het niet.
Rob Alberts zegt
Ik ga opletten.
Voor mij is dit een nieuw werkwoord.
Vriendelijke groet,
Manfred zegt
“Ik was geërgernist en had het uitgejammerd,
Waar ‘k niet te goeder uur gereddingd uit den brand.
Ja. Gij hadt zonder Rijm gegroeneamsterdammerd,
Had ik niet net op tijd nog gegrootnederland.”
Jeanne Schreurs zegt
Mooi gedicht van Charivarius
Marcel Plaatsman zegt
Een dag nadat ik dit stukje gelezen had, hoorde ik “lekker genederlandst” in het wild! Een serveerster in een door mij gefrequenteerd horecum gebruikte de uitdrukking nadat ik, in zelfde ironie, een zin met “de leven” had geformuleerd.
Jos Rombouts zegt
Eén horecum, twee horeca? Klinkt weliswaar beter dan één horecagelegenheid, twee horecagelegenheden, maar toch verdient het geen schoonheidsprijs.
John Wervenbos zegt
Laat mijn gedachten naar het woord vernederlandst. Heel gangbaar in de 20e eeuw.