Door Marc van Oostendorp
Ik ben me de laatste tijd aan het verdiepen in het rijm. Het is een eigenaardig verschijnsel, bijvoorbeeld gezien vanuit een historisch perspectief. Tot ergens in de middeleeuwen hadden de Europese talen geen (eind)rijm.
Althans, dichters uit de klassieke oudheid zoals Vergilius gebruikten het een enkele keer min of meer toevallig als een klankeffect, maar zeker niet doorheen een heel gedicht. Er gold een beetje wat nu voor proza geldt: je probeerde rijm te vermijden als een goede dichter, zij het dat je die regel een enkele keer kon breken om het verband tussen twee woorden aan te tonen.
Maar vanaf de 12e eeuw rijmen alle Europese talen waarin literatuur wordt gemaakt ineens volop. De middelnederlandse literatuur heeft bijvoorbeeld een paar prozateksten, maar alles wat in dichtvorm is geschreven, rijmt ook. En datzelfde geldt voor andere literaturen, al worden her en der ook zogeheten ‘blanke’, dat wil zeggen: rijmloze, verzen geschreven, vooral in langere teksten in dichtvorm, zoals toneelstukken.
Vormen
Ergens in de 18e of 19e eeuw (het hangt een beetje van de literatuur af) beginnen er ook meer lyrische teksten te verschijnen zonder rijm, en bijvoorbeeld in de Nederlandse poëzie is het rijm langzaam maar zeker in onbruik geraakt. Er zijn nog dichters die rijmen, maar inmiddels is het gebruik van rijm altijd iets opmerkelijks, een statement. Tegelijkertijd is rijm buiten de literatuur (sinterklaasgedichten, amateurgedichten) nog steeds hét kenmerk van poëzie. Ook dit is geloof ik inmiddels de situatie in heel Europa.
Zowel de vraag waarom dat rijm ooit opkwam, en waarom het weer verdween. Vooral de eerste vraag vind ik intrigerend. Het is duidelijk dat ook in andere kunsten alle Europese landen elkaar altijd hebben beïnvloed, maar dat dit ook in de middeleeuwen al gold voor wat de ‘volkstaal’ werd genoemd – alles wat geen Latijn was – is bijzonder intrigerend. Vooral omdat het Latijn, in ieder geval in zijn klassieke vorm, dus niet van rijm hield. (Dat veranderde overigens wel in diezelfde periode.) Hoe ging dat in zijn werk? Hoe imiteerde je in jouw taal vormen die je hoorde in een andere taal?
Cultuur
En waar kwam dat rijm vandaan? Er blijkt hierover een bijzonder intrigerende theorie te zijn: uit de Koran. Dat boek, dat zelf gebruik maakte van literaire middelen die Arabische dichters al gebruikten, wordt regelmatig gerijmd. In Andalusië zouden Romaanstalige dichters dat vervolgens van Arabische collega’s hebben geleerd, en omdat die dichters op hun beurt de basis legden voor de Romaanse dichtkunst, de troubadours en wat niet al, zou dat rijm dus op die manier tot ons zijn gekomen. Islamisering tot en met!
Er zijn ook wel wat problemen met die theorie. In Ierland werd in de zevende eeuw bijvoorbeeld ook al druk gerijmd, zowel in het Iers als in het Latijn; bovendien was dat rijm in de eeuwen eerder al af en toe geprobeerd, zij het nooit zo systematisch. Dat is te vroeg om al aan de invloed van de islam toe te schrijven. Ook elders kwam rijm al sporadisch voor, het is kennelijk iets heel natuurlijks.
Schema
In zijn monumentale boek A History of European Literature dat ik momenteel aan het lezen ben, biedt Walter Cohen de volgende oplossing: niet zozeer het rijm danken we aan de klassieke Arabische cultuur, als wel het rijmschema, een plan van welke regels er op welke rijmen in een lyrisch gedicht. Zulke rijmschema’s vind je aantoonbaar voor het eerst in Arabische gedichten in Andalusië, voordat ze door Occitaanse dichters worden overgenomen. (Zoals de islamitische culturen nog zeker de hele middeleeuwen de Europese letteren blijven beïnvloeden: niet alleen de Arabische, maar ook de Perzische.)
Nu is het interessante daarvan dan weer dat die rijmschema’s op hun beurt weer alleen in Andalusië konden ontstaan omdat de Arabische dichters daar, in contact met de Romaanse cultuur, kennis maakten met de strofe, want de Grieken en Romeinen deelden hun lyriek al in vastgebakende groepjes regels met steeds dezelfde structuur. Oudere Arabische poëzie bestond alleen uit (rijmende) regels die aan elkaar geregen werden tot het klaar was; in Andalusië begonnen ze strofevormen te ontdekken en te implementeren in hun dichtkunst. Een rijmschema dat ingewikkelder is dan aabbcc kun je natuurlijk alleen maar bedenken als je ook strofes had.
In die zin (en als dit allemaal klopt) hebben we strofes dus te danken aan de multiculturele samenleving die het vroeg-middeleeuwse Andalusië was.
Marcel Plaatsman zegt
Bedoel je met “rijm” hier “eindrijm”? Beginletterrijm was immers juist een kenmerk van de vroegmiddeleeuwse Germaanse poëzie. In de moderne poëzie lijkt me dat ook minder gemarkeerd dan eindrijm.
Wouter van der Land zegt
‘Multiculturele samenleving’ is denk ik niet de beste term om middeleeuws Andalusië te omschrijven. De arabieren waren een koloniale macht en er werd druk in slaven gehandeld…
Ik begreep dat een andere reden om te gaan rijmen was dat lettergreeplengte verdween als meeteenheid voor regels.En omdat de troubadours steeds weer nieuwe rijschema’s verzonnen, was het voor zowel de luisteraar als de artiest een handig hulpmiddel om de structuur te volgen en de tekst te onthouden. Dan speelt nog mee dat het Occitaans e.d. er geschikt voor waren. Als je veel rijmwoorden in je taal hebt, ga je rijmen.
Dat wij in de lage landen zijn gaan rijmen zal te maken hebben gehad met de door het Frans gedomineerde cultuur van hoven.
eggelsHanneke Eggels zegt
Over de toekomst van de poezie publiceerde het literaire tijdschrift Passionate mijn artikel ‘Eindrijm leest als een kasteelroman’ In: Passionate 2000. Wellicht voegt de inhoud iets toe aan dit perpetuum mobile….
Rob Duijf zegt
(…) bovendien was dat rijm in de eeuwen eerder al af en toe geprobeerd (…)
Zou het zo kunnen zijn dat rijm al veel ouder is en stammen uit een tijd waarin men of het schrift niet kende of niet machtig was? In veel oude culturen – denk bijvoorbeeld aan de Aborigines in Australië – bestaat nog steeds een orale traditie, waarbij de volksverhalen van ouder op kind of van leraar op leerling mondeling worden overgeleverd. Rijm zou dan kunnen helpen de verhalen beter te onthouden en ze ritmisch of zingend over te dragen.
Wouter van der Land zegt
@Rob Duijf,
Eindrijm is denk ik niet praktisch bij oraal doorvertellen van lange teksten.
Volgens boeken als The Singer of Tales werd een lange (epische) tekst niet helemaal letterlijk gememoriseerd, maar als vertelschema. Eindrijm zou het dus juist moeilijker maken om te onthouden. Op het eind van de regel staat ook meestal een minder belangrijk woord. Dat maakt eindrijm een dubieus stijlmiddel. Het beginrijm van de Germaanse zangers hecht zich gemakkelijker aan sleutelwoorden.
Rob Duijf zegt
Dank Wouter! Helder. ‘The Singer of Tales’ ken ik niet; daar moet ik me maar eens in verdiepen.
Rob Duijf zegt
‘The Singer of Tales’ van Albert B. Lord is nu in een deze maand verschenen herziene derde editie verkrijgbaar.
‘This third edition offers a corrected text of the second edition and is supplemented by an open-access website (in lieu of the second edition’s CD-ROM), providing all the recordings discussed by Lord, as well as a variety of other multimedia materials.’
Wouter van der Land zegt
@Rob Duijf, off-topic: op de Harvard-site staat The SInger of Tales en het vervolg online, met geluidsfragmenten: https://chs.harvard.edu/CHS/article/display/5595.albert-b-lord-the-singer-of-tales.
Een voorbeeld van orale ‘literatuur’ die wel rijmt, is geïmproviseerde rap. Maar rappers spelen een beetje ‘vals’ door ook klinkerrijm te gebruiken, waardoor de mogelijkheden groter zijn. Ze zullen ook een aantal rijmparen hebben gememoriseerd.
Manfred zegt
Is rijm zuiver literair? Ik betwijfel of je rijm wel los mag zien van ritme. Zijn er bijvoorbeeld teksten zonder herhalend ritme die toch een eindrijm hebben? Zo niet dan moet je die teksten als een muzikale eenheid beschouwen waarvan ritme, rijm, rijmschema én melodie (melodische motieven) of herhalende melodieën en dus een melodisch schema allen structurerende factoren zijn.
Gerard van der Leeuw zegt
Inderdaad: vlak de invloed van de muziek op het rijm, zowel bij de Arabieren, de troubadouers en de trouveres niet hit. Al hun werk werd immers gezongen! Denk b.v. aan het Voerelai, dat geaongen en gedanst Wera….
eggelsHanneke Eggels zegt
Over de rol van het ritme in poezie: http://www.eggels.com/publicaties/eindrijm.pdf
ljvanuffelenn zegt
“Tegelijkertijd is rijm buiten de literatuur (sinterklaasgedichten, amateurgedichten) nog steeds hét kenmerk van poëzie. Ook dit is geloof ik inmiddels de situatie in heel Europa.”
Dit is niet helemaal waar. Binnen de Russische poezie bijvoorbeeld is rijm nog vaak eerder regel dan uitzondering. Blanke verzen worden ook al wel enige tijd geschreven, maar ze hebben nooit de hoofdrol gekregen die ze in onze literatuur wel hebben. Literatuurwetenschapper Mikhail Gronas geeft daar een interessante verklaring voor die te maken heeft met verschillen in de leescultuur. Kort gezegd is volgens hem de oorzaak dat poezie in Rusland primair gereciteerd wordt, nadat het uit het hoofd is geleerd, terwijl de Amerikaanse en Engelse leesculturen op een bepaald moment meer “papiergericht” zijn geworden.
http://sites.utoronto.ca/tsq/33/tsq_33_gronas.pdf
Marc van Oostendorp zegt
Dat is een nuttige aanvulling, dank!
eggelsHanneke Eggels zegt
Hier wordt telkens rijm met metrum verward. Ritme heeft elke taaluiting, Het is de natuurlijke aard ervan. Metrum wordt er door de dichter al of niet welbewust opgelegd. Vandaar de alexandrijnen en dactylus. En het middeleeuwse heffingenvers dat vooral voor oraal gebruik was. Enfin: lees mijn artikel maar. Zie boven. Of natuurlijk Good Old Lodewick’s Literaire Kunst waarmee elke MMSer is opgegroeid. En gymnasiasten niet. Die moeten nu het ei nog uitvinden.
Wouter van der Land zegt
eggelsHannekeEggels schreef: ‘Hier wordt telkens [ritme] met metrum verward. Ritme heeft elke taaluiting, Het is de natuurlijke aard ervan.’
Met ritme wordt hierboven neem ik aan steeds een nadrukkelijk ritme bedoeld, niet dat van alledaagse taal. Je noemt gewone taal niet ‘ritmisch’. Rijm komt pas in het spel wanneer je afwijkt van die gewone taal en met nadruk articuleert. Wanneer je ‘Winkel van Sinkel’ heel vlak uitspreekt, merk je het rijm nauwelijks op. Een regelmatig patroon (metrum) van beklemtoond-onbeklemtoond is niet nodig voor rijm. De uitdrukking ‘een heitje voor een karweitje’ (ritme: 13121131) is niet regelmatig, alleen de rijmende lettergrepen komen overeen qua patroon.Ook in liedjes kun je probleemloos een gevarieerd patroon maken, zolang je maar in de maat blijft en uitkomt op rijm.
DirkJan zegt
“Ik ben me de laatste tijd aan het verdiepen in het rijm.” Nu is Marc van Oostendorp niet zo happig om te schrijven over wat hij nu allemaal precies doet bij het Meertens Instituut, maar een tijdje geleden zag ik een projectbeschrijving op de site van het Meertens staan die toch wel even aardig is om in deze context mee te geven. Ik kan niet citeren, want dat wordt de reactie te lang en kan ik niet verzenden, dan de url.
Poëtische vormen in contact
https://www.meertens.knaw.nl/cms/en/research/projects/257-de-geschiedenis-van-het-nederlandse-taalcontact/145529-poetische-vormen-in-contact
Onderzoekers: Marc van Oostendorp, Mirella de Sisto