Door Marc van Oostendorp
Wie zijn wij? Voor een antwoord op die vraag kun je onder andere te raden gaan bij anderen dan ons. Wanneer je bijvoorbeeld worstelt met de vraag ‘wie zijn wij Nederlanders?’, kun je dat aan, pakweg, Italianen gaan vragen. Die zijn voldoende anders om een interessant antwoord te kunnen verwachten en tegelijkertijd voldoende dichtbij om nog enige belangstelling voor ons te kunnen opbrengen.
Het is de methode die de (Italiaanse) onderzoekster Paola Gentile toepast in een recent artikel in het wetenschappelijk tijdschrift Dutch Crossings. Ze beperkt zich daarbij tot een bepaald onderwerp: hoe denken Italianen over de godsdienstigheid van ons land?
Taboe
Bovendien kijkt ze naar twee verschillende media: de artikelen die er de afgelopen decennia in Corriere dela Seria en La Repubblica verschenen over twee onderwerpen met duidelijke raakvlakken: euthanasie en de openstelling voor het huwelijk voor paren van alle seksuele oriëntaties; en anderzijds enkele Nederlandse romans die de afgelopen jaren in Italiaanse vertaling verschenen zijn (van onder andere Hella Haasse, Harry Mulisch, Cees Nooteboom, Maarten ‘t Hart, Leon de Winter, Adriaan van Dis, Arnon Grunberg, Renate Dorrestein, Margriet de Moor and Tommy Wieringa), met wat speciale aandacht voor Mystiek lichaam van Frans Kellendonk.
Er blijkt uit de twee bronnen een heel verschillend beeld op te rijzen. De kranten beschrijven Nederland als een land dat volkomen van god los en dat zaken doet die in Italië lange tijd taboe waren; euthanasie is dat nog steeds, het huwelijk is in 2016 weliswaar opengesteld. Hoe dan ook wordt in beide gevallen Nederland vooral voorgesteld als een land dat zich weinig van de katholieke Kerk aantrekt.
Op de agenda
Tegelijkertijd komt uit veel literaire werken een heel ander beeld naar voren, een beeld waarin godsdienst wel degelijk een belangrijke rol speelt in het geestesleven.
Je zou kunnen zeggen dat een en ander misschien ook iets zegt over Italië, een land waarin de katholieke kerk nog steeds een belangrijke factor is. Uit het feit dat de kerk in een land geen zeggenschap heeft over de politiek trekt men dan gemakkelijk de conclusie dat godsdienst in dat land dus geen rol speelt. Het meer protestante idee dat godsdienst vooral iets is van het privé-leven leidt misschien ook wel tot de tweedeling.
Want het lijkt me dat die tweedeling er wel degelijk is. Geloof speelt in het openbare, politieke leven nauwelijks nog een rol. Er zitten momenteel twee christelijke partijen in de regering, maar je kunt niet zeggen dat die partijen de agenda van enigerlei duidelijk identificeerbare kerk aan het uitvoeren zijn. Geen van de twee onderwerpen die Gentile bespreekt staan erg hoog op de agenda van CDA of CU. Tegelijkertijd laat de literatuur zien dat er nog wel degelijk een onderstroom is van religieuze gevoelens in de samenleving.
Laat een reactie achter