Een geschiedenis van het Nederlands in 196 sonnetten (192)
De laatste 14 afleveringen van deze reeks zijn gewijd aan 14 gloednieuwe, speciaal voor deze reeks geschreven sonnetten door hedendaagse Nederlandse en Vlaamse dichters.
Door Marc van Oostendorp
Dit repair-cafe neemt rijmwoorden in hergebruik
Rijmwoorden zijn net als de inkt in cartridges het vloeibare goud
De veroudering in onze Senseo-apparaten is ingebouwd
Een beetje oorlogsindustrie draait op Magenta
Twitter staat van oudsher bekend om zijn berichten van 140 tekens
Wij schrapten belangrijke woorden
Of wij besloten de boodschap maar helemaal niet te plaatsen Vandaar dat een modern sonnet fiks langer is dan een moderne tweet
Offline online bij alle diensten wordt gesjoemeld tegenwoordig
Ik maak keihard reclame voor de volta en Trump is lyrisch
De kruiskop is gefotoshopt
Het haar van Kim Jong-un is wel echt
Coupe vorkheftruck zo werkt framing
Wie het beste polariseren kan wint een pallet volle cartridges(Astrid Lampe)
Je kunt dit sonnet op allerlei manieren lezen, maar ik lees het als grappig. De 14 sonnetten die we deze weken publiceren en die deze serie van 196 (=14×14) afsluiten, zijn behalve sonnetten natuurlijk ook antwoorden van dichters op de vraag: wil je een sonnet schrijven voor Neerlandistiek?
Zo’n vraag aan Astrid Lampe stellen, vergt de moed om iets stompzinnigs te doen, om net te doen alsof je niet begrijpt wat er op de wereld te koop is. Er zijn sowieso niet veel sonnettendichters meer, maar Lampe is van alle dichters die ik ken misschien wel de minst sonnetterende.
Toch kan zij natuurlijk ook best wat rijmwoorden halen van het repair-café: goud en ingebouwd en zelfs veroudering. Maar daarna wordt dat rijmen toch weer losgelaten, al duikt het af en toe weer heel even op (kruiskop, gefotoshopt) en de vorm van het sonnet vergeleken met een ander, hedendaagser genre: de tweet, in het bijzonder die van de heer D.J. Trump, lyrisch als hij is voor ‘keiharde reclame voor de volta’.
Dit moderne sonnet is dan ook een stuk langer dan een ‘moderne tweet’: het beslaat er veertien. Veertien memorabele tweets, trouwens, die ieder voor zich ook best becommentarieerd konden worden.
Wouter Steenbeek zegt
Ik moet u toch onderhand iets vragen. Van de veertien nieuwe sonnetten hebben we er nu tien gehad en allemaal waren ze van vrouwen. Vanwaar die ‘positieve’ discriminatie? Nauurlijk weet ik wel dat de eerste 176 in grote meerderheid door mannen zijn geschreven. Maar die mannen waren wel allemaal overleden. Je kunt toch niet alle levende mannelijke dichters uitsluiten omdat hun dode tegenhangers eeuwenlang de poëzie hebben gedomineerd? Daar hebben ze ten eerste geen schuld aan en ten tweede zelf geen profijt van.
Wouter Steenbeek zegt
Ik bedoel uiteraard: de eerste 182.
DirkJan zegt
Op het eind van de crowdfundingsactie voor deze serie werd gelijk duidelijk dat Marc alleen vrouwen had geselecteerd. Ik heb hem daar in januari van dit jaar op Twitter naar gevraagd en antwoordde hij met:
“Het viel me op hoezeer het sonnet altijd een mannengenre is geweest. Ook in tijden dat er best veel vrouwelijke dichters waren, schreven deze nauwelijks een sonnet. Als we dan toch ingrijpen in de loop der geschiedenis, dan ook goed!”
Een prima verdedigbare keus en ook wel actueel in het man/vrouwdebat. Ik heb er geen enkel probleem mee, aardige invalshoek juist.
[ Een ander puntje dat ik recent bij Marc op Twitter las, was dat hij enige ongemakkelijkheid voelt bij het voordragen als man voor het minicollege op zondag met de gedichten van de gekozen vrouwen. Die twijfel wuif ik weg, alsof vrouwen ook ooit moeite hadden of hebben met het voordragen van mannelijke teksten? ]
DirkJan zegt
Kleine correctie: Marc droeg de gedichten uit de sonnettenserie niet voor in zijn minicollege, maar via een YouTube-clipje onder het gedicht. Met het voordragen is hij kennelijk gestopt.
Marc van Oostendorp zegt
Berichten over de dood van Jan Kuijper, Jan Kal en Maria van Daalen zijn, zoals dat heet, voorbarig.