Door Marc van Oostendorp
Jullie hebben de afgelopen weken niet gehoord van de jury van de Prijs voor de Nieuwe Taalregel 2018. Dat kwam natuurlijk doordat deze jury zo’n lastige taak had. Er zijn verschillende regels ingezonden die heel aanlokkelijk zijn en die we stuk voor stuk graag aan de Nederlandse grammatica zouden toevoegen. Ze zouden de Nederlandse taal niet alleen logischer maken, maar ook voldoende tegen het taalgevoel ingaan om ervoor te zorgen dat onze taal alleen nog geschikt is voor specialisten. (De regels zijn hier uitvoeriger uitgelegd.)
Uiteindelijk kan er natuurlijk maar één regel per jaar worden toegevoegd aan de Nederlandse taal. We hebben daarom een keus moeten maken. Voor de duidelijkheid: alleen regels die via onze website zijn ongezonden konden meedingen, regels die ons via sociale media bereikten, waren uitgesloten. Ontwerpers van succesvolle regels moeten zich wel zelf aan de regels houden!
Uiteindelijk waren er drie serieuze kandidaten. Ik noem eerst de twee die het op het nippertje niet gehaald hebben, bij wijze van troostprijs.
Allereerste de regel van Carlotta De Cooman die wijst op de misstand dat het Nederlands geen verschil maakt tussen mannelijk en vrouwelijk die:
Vult u, in gedachten, even volgende zin aan:
‘De man, die het meisje mishandeld had, kreeg van de rechter ***’
Mogelijke antwoorden waren: een ongenadig verdict, een levenslange gevangenisstraf, of … een emotionele schadevergoeding. Het onderwerp van bovenstaande zin valt immers onmogelijk af te leiden.Waarde taalgenoten, wat een gat in onze grammatica! Laten wij deze gapende leegte vullen met enkele gepaste achtervoegsels, indien het woord voorafgaand aan de bijvoeglijke bijzin een voorwerp is.
Voor mannelijke woorden: die -> dieno.
Voor vrouwelijke woorden: die -> dieva.Indien de man dus de agressor in onze voorbeeldzin is, blijft het betrekkelijk bijwoord ‘die’. Indien hij het slachtoffer is, ‘dieno’. Einfach einfach, zou ik zo zeggen.
Gelukkig kent de regel overigens ook nog allerlei aanvullingen voor bijvoorbeeld transgenders en voor gemengde groepen. De jury vindt wel een nadeel dat hiervoor nieuwe vormen moeten worden geïntroduceerd. Regels werken beter als ze reeds bestaande vormen op een ingewikkelde nieuwe manier beregelen, omdat de vakman de leek dan makkelijker kan uitlachen als dieno of dieva het fout doet.
Aenneli Houkes kwam met maar liefst drie nieuwe regels. De jury heeft daarbij een voorkeur voor de volgende:
Regel 3 Het werkwoord ‘zijn’ dient enkel gebruikt te worden in het geval het gaat over twee strikt identieke zaken, vergelijkbaar met het isgelijkteken in de wiskunde. ‘Hij is de heer Jansen’ is correct. Bij ‘hij is neerlandicus’ gaat het mis, tenzij het hier gaat om een persoon die zich volledig vereenzelvigt met het door hem of haar uitgeoefende beroep. Alle zinnen in de vorm van ‘hij is jarig’, ‘zij is 35 jaar’, ‘jullie zijn gek’ kunnen uiteraard ook niet meer.
Een nadeel hierbij is wel dat de jury zich kan voorstellen dat voor implementatie van deze regel filosofen mogelijk in het voordeel zijn boven neerlandici (‘wat is zijn?’) Het kan natuurlijk niet de bedoeling van de Nederlandse grammatica zijn om andere specialisten een voordeel te geven.
Een charmante nieuwe regel is ook de volgende, van Jef Vermaere:
De woorden “nooit” en “altijd” worden uit het taalgebruik gebannen. Zij pretenderen immers een absolute, eeuwige geldigheid die geen mens kan bevatten. De bedrieglijke eenvoud van deze woorden moet voorgoed ontmaskerd worden. Alles is relatief, en begrippen die het tegendeel suggereren zijn een leugenachtig immoreel gif dat de mens besmet met verderfelijke zelfgenoegzame inzichten. Nu het absolute en het eeuwige ten enemale het menselijke bevattingsvermogen overstijgen, dient alles wat het bestaan daarvan veronderstelt uit de taal te verdwijnen.
“Nooit” en “altijd” zullen daarom gelijkelijk vervangen worden door “met aan vermoedelijke zekerheid grenzende waarschijnlijkheid”, zo nodig aangevuld met “niet” dan wel “wel”.
P.S. elke goede regel kent minstens één uitzondering. De uitspraak “zeg nooit nooit” komt als eerste daarvoor in aanmerking. De taalgenoten worden uitgenodigd om binnen een door de Taalunie te bepalen termijn gemotiveerde uitzonderingen aan het Souverein Deskundig Oordeel der Unie te onderwerpen.
Het feit dat deze regel meteen uitzonderingen kent pleit sterk in zijn voordeel. De jury raadt deelnemers overigens aan om ook altijd uitzonderingen op uitzonderingen te formuleren. Dat de regel het uiteindelijk toch niet heeft gehaald komt doordat hij te gemakkelijk te implementeren is in automatische spellingcontroleurs. Wij zijn tegen een taal die door de computer kan worden gereguleerd.
De volkomen terechte winnaar is daarom Daan Wesselink, met de volgende regel, die wij in zijn geheel citeren:
Neerlandici moeten nodig iets doen aan het foutief gebruik van het woordje ‘heen’. Dit woord verduidelijkt bij andere voorzetsels en werkwoorden
“Ik loop door het huis” — ik loop op meerdere plekken, die allemaal in het huis zijn
“Ik loop door het huis heen” — ik loop via meerdere plekken, die allemaal in het huis zijn, en eindig ergens dat niet meer in het huis is.Dezelfde logica geldt ook voor andere voorzetsels, bijv. over/over…heen (voor ‘op het huis’) en om/om…heen (voor ‘langs het huis’).
Om deze reden moeten de volgende zinnen permanent ongrammaticaal verklaard worden:
*”ik loop daarheen” — *ik loop daar en eindig ergens dat niet meer daar is
Te vervangen door: “Ik loop daarnaartoe” — ik loop in de richting van ‘dat’ totdat ik daar ben
Of: “Ik loop naar daar” — ik loop in de richting van ‘dat’ (maar bereik het misschien niet)Hetzelfde geldt voor ‘hierheen’, ‘waarheen’, etc. Tenslotte wat ongrammaticale uitdrukkingen die beter vervangen kunnen worden:
*”Het is door het dolle heen” — *het was ooit in het dolle maar nu niet meer
Te vervangen door: “Het is in het dolle”
*”Langs elkaar heen leven” — *leven zonder interactie totdat dat voorbij is
Te vervangen door: “Langs elkaar leven”De volgende zin is echter wel goed:
“Hij is heengegaan” — Hij is naar daar gegaan waar hij niet meer verder kanDe Nederlandse taal, je krijgt er het toe en weer van…
1. Bij ‘onder’ zeggen sommigen echter ‘onder…door’. Dit is volkomen onlogisch (je gaat immers niet het huis door, maar door dat wat er onder ligt) en moet vervangen worden door ‘onder…heen’.
Wij feliciteren de heer Wesselink met deze prachtige regel, die voortaan zal worden toegevoegd aan de Neerlandistiek Styleguide, en op die manier vanzelf de verschillende handboeken zal binnendruppelen.
Dennis Eijs zegt
Als we een concept niet ((h)er)kennen, dan zouden we er geen woord voor hebben. Dus ‘nooit’ en ‘altijd’ zijn dus wel concepten die we kennen, en dus, kunnen bevatten.
Gertjan Postma zegt
Er zijn drie vooronderstellingen bij dit verhaal die niet algemeen gedeeld worden.
1. De oppositie is niet, zoals Wesselink aanneemt:
‘hij liep door het huis – hij liep door het huis heen’ (voor mij van een twijfelachtige grammaticaliteit)
(alleen goed in de betekenis “ergens doorheen lopen” = inspecteren)
maar
‘hij liep door het huis en hij liep het huis door’
Het laatste ‘door’ wordt als een postpositie benoemd, maar werkt semantisch als een partikel-constructie die een eindig domein projecteert. (zie de small clause analyse van Teun Hoekstra zaliger).
2. De eindigheid van het lopen in de [door … heen]-constructie zit hem niet in ‘heen’, dat slechts een richting aanduidt (hetzij ‘hin’ of ‘her’), maar aan de eindigheid van het huis, in welke richting dan ook. Zonder die eindigheid van het object is er geen eindpunt en eeuwigdurende beweging.
Ga heen, wat een onzin!
3. Ten slotte is er de afwezigehid van het concept Oneindig.
“Het dolle” is geen afgesloten gebied van dolheid (was het maar waar), maar een grens met aan gene zijde oneindig veel dolheid. Door het dolle heen kruist die grens.
Eigenlijk betreffen alledrie de punten een wisselwerking tussen oneindigheid van lijnen/richtingen en de eindigheid van (gesloten) domeinen. Wesselinks model geeft blijk van een worsteling of eigenlijk onmacht in de hantering en modelering van de oneindigheid.
Gertjan Postma
Daan Wesselink zegt
Wat fijn dat u, gezien het doel van deze wedstrijd, aantoont dat neerlandici heel hard nodig zijn om onze taal te begrijpen (ik ben ook maar een leek). Als ik uw punt 1 goed begrijp, zegt u dat we ‘heen’ helemaal nooit meer nodig hebben. Wat een goed nieuws! We moeten wel uitkijken dat we door H-woord af te schaffen niet de taal per ongeluk versimpelen, maar dat post-positioneren klinkt lastig genoeg.
Wat betreft mijn onmacht oneindigheid te hanteren, moet ik bekennen dat ik meer worstel met mijn eigen eindigheid, maar ik begrijp wat u bedoelt. Misschien moeten we volgend jaar oneindigheid afschaffen, of op zijn minst flink aan banden leggen.
Wat betreft punt 3, zou ik zeggen dat het dolle wel degelijk twee grenzen heeft. Aan de ene zijde ligt ‘bedaard’ en ‘bedachtzaam’. Door de algehele onbezonnenheid te vergroten kom je vanzelf door ‘lichtzinnig’ heen ‘het dolle’ in. Tot zover zullen wij het eens zijn, maar naar mate de onbezonnenheid nog groter wordt (naar mate onze gedachten ons nog minder te bieden hebben), wordt het gebied van ‘cognitief beperkt’ bereikt en uiteindelijk ‘hersendood’. Ik zou iemand die zeer woedend is, niet direct hersensterfte toebedelen en daarom pleitte ik voor de afschaffing van ‘door het dolle heen’ in deze context. Mocht klinisch personeel deze frase echter willen gebruiken in hun patientbehandeling, dan moedig ik dat van harte aan!
Henk Wolf zegt
Hoi Gertjan,
Ik bin it net folslein mei dy iens op punt 1 en 2, en ik twivelje oan punt 3. (Efkes fierder yn it Nederlânsk foar it publyk.)
– Wat betreft punt 1:
Het is heel idiosyncratisch, maar ik zie dezelfde tegenstelling als Daan Wesselink. Het verschil is nog duidelijk als ik de zinnen in het Fries vertaal. Daar is alleen ’troch’ wat vreemd. Je krijgt dan de oppositie ‘Hy rûn troch it hûs om’ en ‘Hy rûn troch it hûs hinne’.
Voor mij is er ook een verschil tussen ‘Hij liep door het huis heen’ en ‘Hij liep het huis door’. In het eerste geval bevindt het huis zich op de route. Dat kan ook als obstakel zijn. Zo kan de zin ook beschrijven dat iemand een speelgoedhuisje vertrapt of dwars door een muur heen loopt. In de tweede zin ligt voor mij het huis niet op de route, maar vormt het zelf de route. De net genoemde interpretaties zijn dan niet mogelijk.
Claesen en Zwarts beschrijven een net iets ander, maar redelijk vergelijkbaar verschil in hun stuk ‘On the Dutch directional particle heen’ in de TIN-bundel van 2010.
– Wat betreft punt 2:
Ik vermoed dat de eindigheid ‘m niet in de eindigheid van het huis zit, maar wel in het partikel ‘heen’, vermoedelijk omdat dat de route afbakent. Stel dat je een oneindige tunnel hebt (die rondloopt of die zich over het hele heelal uitstrekt of zo), dan is voor mij ‘*Hij liep door de tunnel heen’ uitgesloten, terwijl ‘Hij liep door de tunnel’ (en kwam er nooit weer uit) prima is. Voel jij die tegenstelling niet aan?
– Wat betreft punt 3:
Geen idee hoe ‘door het dolle heen’ is ontstaan, maar mijn interpretatie is dat mensen die zo beschreven worden, ‘voorbij het dolle’ zijn, zoals in het Engelse ‘beyond mad’. Als dat ook taalhistorisch het geval is, dan heeft iemand die ‘door het dolle heen’ is, de route door de dolheid doorlopen en bevindt ie zich nu aan de andere kant daarvan, in een gebied waarvoor je een nog sterker woord dan ‘dol’ nodig hebt.
Peter-Arno Coppen zegt
@Gertjan: feit blijft dat er een verschil geconstateerd wordt tussen ‘hij liep door het huis’ en ‘hij liep door het huis heen’. Ik ben het met jou (en met Teun) eens dat dit laatste weer verschilt van ‘hij liep het huis door’, al vraag ik me af of dat verschil kan standhouden. Immers, ook bij ‘hij liep het huis door’ kan ik me een persoon voorstellen die al inspecterend de verschillende ruimtes aandoet. Ik denk dat uiteindelijk zowel ‘door het huis heen’ als ‘het huis door’ een soort volledigheid suggereren, die je zou kunnen verklaren uit het feit dat er een of ander resultatief predicaat getriggerd wordt (doordat de postpositie op die plaats staat).
Bij ‘door het dolle heen’ zou mijn eerste opmerking zijn dat dit niet gecombineerd wordt met een bewegingswerkwoord maar met een koppelwerkwoord. Het is daarmee een aanduiding van de bereikte toestand geworden. Jij formuleert dit als het kruisen van de grens aan gene zijde waar oneindig veel dolheid zit. Maar waar ben je dan, als je die grens gepasseerd bent? Naar mijn idee benadrukt ‘heen’ hier alleen dat de bereikte toestand een uiterste graad van dolheid is (kan niet erger).
Gertjan Postma zegt
PS.
Gelukkig dat er natuurlijke taal is. Dan krijgen we dat denken allemaal gratis.
GJP
Daan Wesselink zegt
Bedankt voor de eer! Ik voel me net Christiaen van Heule. Na zijn uiterst nuttige taalregels over ‘hen’ en ‘hun’, is er nu ook een voor ‘heen’. 🙂
Frans B zegt
Een vrouw aanduiden als die(e)va? Doen!
Frans B zegt
M’n eerste reactie op Neerlandistiek en ik maak al meteen een spelfout. Een e te veel.
Maarten Tromp zegt
Hoeft niet fout te zijn, als u “die Eva” bedoelt.
Sandra Luyken zegt
In het kader van de discussie over (on)eindigheid en ‘heengaan’: hoe zit het dan met:
“Gaat heen en vermenigvuldigt u”? Er is hier geen sprake van eindigheid, want men gaat niet dood – integendeel. En er is geen sprake van dat men naar een plek gaat ‘waar men niet meer verder kan’. Men moet zelfs wel verder om een belangrijke taak te verrichten.
Peter-Arno Coppen zegt
Maar als je heengaat is het wel zeker dat je hier weg bent. Je kunt niet zeggen ‘Ga heen maar blijf in deze ruimte’. Naar mijn idee gaat het erom dat er een resultaat bereikt moet worden. Dat resultaat is hier dat je weg bent. Je kunt niet heengaan en daar halverwege mee stoppen, want dan is het geen heengaan meer.
Anton zegt
Onze eigen J.C. heeft ons gewezen op een heel redelijk alternatief voor die: wie.
De man, wie het meisje had mishandeld, …
Walter Weissman zegt
Voor de duidelijkheid: alleen regels die via onze website zijn ongezonden (???) konden meedingen
😉
Edwin zegt
Zowel in de basistekst als in sommige reacties kom ik een taalfout tegen: het ontbreken van de komma op het einde van een bijzin. Een optie voor volgend jaar: schaf die komma gewoon helemaal af. En in 2020 gaan we verder met de puntkomma, enz., enz. Hebben we binnen een decennium geen leestekens meer, en mogen we ook de grammatica naar de hel “heen” sturen. Zou dat niet handig zijn?
Bertvr zegt
Regeltjes maken uit liefhebberij… ! Hoe meer regels hoe meer fouten. Is dat de bedoeling? Dan zullen steeds meer mensen noodgedwongen alle taalregels overboord zetten Wat er dan met onze taal gebeurt laat zich fantaseren.
Carlotta De Cooman zegt
Leest u mijn inzending voor de taalregel van 2018 eens … Er staat in het rapport dat het te ingewikkeld was, maar het was pure ironie – dat hadden ze wel begrepen. 😉