Door Marc van Oostendorp
Als er één woord tot het modern letterkundig Nederlands behoort, is het hartelijks. Ik ben het eens nagegaan in mijn e-mailcorrespondentie, en vrijwel al mijn letterkundige contacten – of ze nu hoogleraar in de Nederlandse letterkunde zijn of beginnend dichter – ondertekenen op die manier hun e-mails. En vooral: niemand anders onder mijn correspondenten doet dat. Je zou toch denken dat die letterkundigen ook bijvoorbeeld ook met andere taalkundigen in contact zijn dan alleen met mij, maar kennelijk slaat die vorm buiten letterkundige kring niet aan.
Wanneer er ooit een moord wordt gepleegd door een letterkundige, zal men de dader kunnen identificeren door de ondertekening op de dreigbrieven.
Waar komt dit curieuze verschijnsel vandaan? De kwestie kwam in 2013 kortstondig in de media-aandacht doordat een paar columnisten aandacht aan dit ‘nieuwe’ verschijnsel wijdden – Aaf Brandt Corstius dacht bijvoorbeeld dat het ‘vooral onder mensen in de boekenwereld‘ voorkwam, terwijl Els Quaegebeur het plaatste in de ‘hoofdstedelijke kunst- en mediawereld‘. Allebei schreven ze erover als een verwerpelijke bevlieging, maar is het wel zo jong?
Voorloper
Gelukkig hebben we sinds kort Nederlab, de nu al onvolprezen website waarop je eindeloos in allerlei oude teksten kunt speuren. Je kunt daarin vinden dat mijn Nijmeegse letterkundige collega Jos Joosten – nog steeds een verwoed hartelijkser– het woord al in 1995 gebruikte in een openbare correspondentie met de schrijver Marc Reugebrink, die vrolijk terughartelijkste.
Maar er valt nog terug te graven, en we vinden dan dat hartelijks tijdens de Tweede Wereldoorlog in literaire kringen om zich heen begon te grijpen. Theun de Vries schreef het in 1942 bijvoorbeeld onder een brief aan Simon Vestdijk.
De vorm heeft ook een voorloper gehad: vooral in de jaren dertig was veel hartelijks niet ongebruikelijk. We vinden hem ook in die periode vooral onder literaire schrijvers. Ter Braak en Du Perron ondertekenden zo bijvoorbeeld geregeld hun brieven aan elkaar.
Ronddwalen
In de editie uit 1939 van haar naslagwerk Hoe hoort het eigenlijk? geeft Amy Groskamp-ten Have veel hartelijks als voorbeeld van iets dat je ‘aan intieme kennissen of vrienden of verwanten van denzelfden leeftijd’ kunt schrijven. Een enkele keer vind je het ook in kranten uit Nederlands Indië, zoals een brievenrubriek voor kinderen in het Soerabaijasch Dagblad uit 1939. Mijn collega Nicoline van der Sijs heeft me eens verteld dat de in Nederlands Indië uitgegeven kranten veel meer vindplaatsen geven voor informeel Nederlands dan kranten die in Europa werden gedrukt; kennelijk waren de taalnormen in de koloniën minder streng en dus geven die kranten eigenlijk een beter beeld van het alledaagse taalgebruik.
Voorlopig de oudste vindplaats is in de brievenrubriek in De Hollandsche Lelie uit 1909 (een blad voor jonge vrouwen; het blad bestaat nog steeds maar heet sinds 1972 Viva).
Het is dus redelijk te veronderstellen dat veel hartelijks aan het begin van de twintigste eeuw een informele vorm was die onder jongeren gebruikelijk was, en die in de jaren dertig door betrekkelijk jonge schrijvers als Ter Braak, Du Perron en Greshoff werd overgenomen. Op een bepaald moment, in ieder geval aan het begin van de jaren veertig viel daar het veel vanaf, en sindsdien dwaalt het rond in letterkundig Nederland.
Waarom het buiten die kringen nooit is aangeslagen, daar heb ik geen antwoord op kunnen vinden.
Koen Rymenants zegt
Mooi. Kleine aanvulling: Greshoff (°1888) was ruim tien jaar ouder dan de “jonge schrijvers” Ter Braak (°1902) en Du Perron (°1899), maar was natuurlijk wel notoir trendgevoelig (“hij hoort iets en komt overeind”, om met Elsschot te spreken) en/of kende de formule misschien nog uit zijn eigen jeugd.
Willy Daniëls zegt
Mij lijkt het allemaal ‘spijkers op laagwater zoeken’. Trouwens, je e-mail eindigen met ‘hartelijks’ komt bij mij niet over als een teken van ‘innig warme gevoelens’, maar als ‘geen tijd verliezen door dat domme woordje groeten eraan toe te voegen’. Het ziet eruit als flauwtjes je rechterwijsvinger van het stuurwiel halen, omdat je nu eenmaal niet anders kan dan die vage bekende groeten. Zelfs mijn tekstverwerker plaatst onder ‘hartelijks’ rode ergerniskrulletjes. Wat wil je nog meer? Hartelijke groeten van je leraar Nederlands van toen, Koen.
niekmuziek zegt
Prachtige vergelijking; die wijsvinger! (toch blijft een leraar wel een leraar, over wijsvinger gesproken 🙂
Willy Daniëls zegt
Bedankt voor het compliment Niek. Maar de eerlijkheid gebiedt me te zeggen dat ik die wijsvinger van Toon Hermans heb onthouden. Ik ben oud(er) en der jaren zat, maar vroeg of laat zie je zelf ook wel eens zo’n vinger opveren. Hartelijke groeten.
Koen Rymenants zegt
U hier! Hartelijke groeten terug. En waar beter spijkers te zoeken dan juist op laag water?
Willy Daniëls zegt
Niekmuziek hierboven heeft gelijk. Maar, een leraar zoals ik, die zich ervan bewust is dat ook hij de bal vaak misslaat, die verslijt zijn nieuwe witte versie van Van Dale tot op de draad. Resultaat: hij voelt zich gesterkt als VD laagwater en misslaan wel degelijk als één woord vermeldt. De vraag ‘los of vast?’ vind ik de moeilijkste in de Nederlandse spelling. Gelukkig is het dé fout (?) waar de doorsnee lezer overheen leest. En ook die laatste schrijf je in één woord. Leve de lange woorden en de zelfkritiek. Een hartelijke groet met een brede glimlach.
Koen Rymenants zegt
Dat het ene (ook) bestaat, volgens Van Dale bijvoorbeeld, hoeft niet te beteknen dat het andere “fout” zou zijn. Zie bijvoorbeeld de ’toelichting’ die de Woordenlijst geeft:
http://woordenlijst.org/#/?q=laagwater
Maar we dwalen af. Hartelijks van een losgeslagen oud-leerling!
Marten zegt
Op het gevaar af zuur over te komen, maar ik vind Nederlab verre van ‘nu al onvolprezen’. Ook voor deze casus zou je tientallen gevallen kunnen missen, maar dat weet je niet omdat de data zo vervuild is. Zeker voor kwantitatief diachroon onderzoek is het veel minder bruikbaar dan ik en anderen hadden gehoopt. Ik geloof dat Nicoline van der Sijs hier laatst ook een artikel over publiceerde in TNTL oid.
Marc van Oostendorp zegt
Iets kan onvolmaakt zijn en tegelijkertijd onvolprezen. Dat het allemaal beter kan, wil ik best geloven en toch is dit nu al een buitengewoon nuttig instrument.
Marten zegt
Ik spreek voorlopig van een ‘geinig’ of ‘grappig’ instrument, totdat iemand me laat zien dat het echt een substantiële bijdrage levert aan onze kennis van het Nederlands die op een andere manier niet verkregen had kunnen worden.
Mient Adema zegt
We kunnen aan “onvolprezen” ook de betekenis gaan toekennen dat iets nog niet helemaal volgeprezen is. Dan kan je kiezen.
Jona Lendering zegt
Ik heb mijn eigen mail even nagekeken: sinds 2007 zijn er 490x voorbeelden van 67 correspondenten. Eén daarvan neemt er 238 voor zijn rekening en laat ik buiten beschouwing, dus we hebben er 252 van 66 correspondenten. Letterdames- en heren zijn oververtegenwoordigd, maar dat lijkt zo te zijn omdat ze in mijn mail sowieso oververtegenwoordigd zijn; toch zijn er een stuk of twintig anderen die afsluiten me hartelijks toewensen.
Voor zover er in mijn correspondentie een opvallende groep is: Gelderlanders en het is opvallend dat je zelf Jos Joosten noemt, die werkzaam is aan de Radbouduniversiteit. De man die me 237 keer hartelijks toewenste, werkt daar eveneens, is classicus, en ik vermoed dat hij gewoon “cordialiter” heeft vernederlandst.
Monique zegt
Ben geen letterkundige maar sluit e-mails al sinds jaar en dag af met ‘hartelijks’ wanneer ik ‘met hartelijke groet(en)’ net te afstandelijk vind en ‘liefs’ te veel van het goede.
niekmuziek zegt
Ik sluit meestal (standaard) af met “Met vriendelijke groet”…. misschien moet ik daar maar “vriendelijks” van maken? Ik vind “liefs” voor sommige contacten ook wel schattig; bij mij wordt dat dan weer gauw: “Veel liefs”, ik kijk in dergelijke gevallen niet op een schepje meer…
Frans B zegt
Ik had er nog nooit van gehoord, maar ja, ik ken ook geen Neerlandici. Ik wens jullie allemaal in ieder geval het hartelijkst!
Lex Heerma van Voss zegt
Sinds 2003 ongeveer 1030 mails met “hartelijks” erin ontvangen. Ben te lui om na te gaan hoeveel unieke zenders en mails dat zijn, maar een kleine steekproef leverde onder de eerste 17 unieke gebruikers van het woord slechts één Neerlandicus op.
Ellen zegt
Binnen mijn vrienden- en kennissenkring ben ik de enige neerlandica en ook de enige die berichten vaak met ‘hartelijks’ afsluit. Blijkbaar is dit geen toeval. Maar waarom en door wie ben ik daar dan ooit mee begonnen?
DirkJan zegt
Dat neerlandici de ondertekening hartelijks van elkaar hebben overgenomen, bewijst maar weer hoe graag mensen bij een groep willen horen.
Marc van Oostendorp zegt
Ik denk dat het iets anders ligt. Mensen nemen zoiets niet van elkaar over omdat ze bewust bij een groep willen horen. Ze komen het tegen en denken: dat is leuk, dat ga ik ook doen. Als je bij een bepaalde groep hoort (in dit geval: neerlandici), is de kans groter dat je die vorm tegenkomt en dus dat je hem overneemt. Bovendien neem je taal makkelijker over van mensen die op je lijken. Dat is een zichzelf versterkend effect.
Het is een beetje zoals in het onderzoek over voornamen dat Gerrit Bloothooft (onder andere) op Neerlandistiek heeft gepresenteerd. Mensen kiezen geen naam voor hun kind om zoveel mogelijk op andere mensen te lijken; bijna integendeel, want veel ouders willen juist een originele naam voor hun kind. Maar toch treedt er automatisch sociale stratificatie op. Het effect van al die indivuele pogingen tot originaliteit is toch weer stereotiep. Ik denk dat dit ook hier geldt: het is een fenomeen dat zich juist voordoet onder mensen die hechten aan mooi en origineel taalgebruik.
DirkJan zegt
Akkoord, maar ik vind nog steeds niet dat het mijn conclusie uitsluit en dat een groepsmotief – vooral na verloop van tijd – een rol kan spelen. Hoe kan je jezelf nog origineel voelen als je het vaak bij collega’s tegenkomt?
Jan Stroop zegt
Zou die -s van ‘hartelijks’ niet de bijwoordmarkeerder kunnen zijn waar Henk Wolf ’t onderlaatst over had?
https://neerlandistiek.nl/2018/11/veels-te-interessant-om-erover-op-te-houden/
Fréderique de Waal zegt
Is die eind-s van hartelijks niet veeleer een oude genitiefuitgang op het spoor van veel liefs = veel van wat lief is en daarnaar ook veel hartelijks (vergelijk de litotes ‘niet veel soeps’)?
Jan Stroop zegt
Zou heel goed kunnen. Ik dacht zelf: ‘hartelijks gegroet’
Jan Stroop zegt
Vandaag las ik vanuit de boekenwereld: ‘heel hartelijks’. Je kunt niet zeggen ‘heel liefs’. Dus die twee zijn niet vergelijkbaar. Is ‘hartelijks’ dan toch een bijwoord?
niekmuziek zegt
Beste Jan Stoop,
De woorden “je kunt niet zeggen” intrigeren me…
Volgens mij betreft ken men alles zeggen, zolang het maar niet begrijpeloos wordt voor een ander 🙂
Jan Stroop zegt
Ik bedoel daarmee: dat voelt voor een geboren spreker van ’t Nederlands aan als ongrammaticaal.
johanna5577 zegt
Ik was “hartelijks” ook nog niet eerder tegengekomen. Wel allerhartelijkst en verder: liefs, alle goeds, veel leuks gewenst, tot schrijvens, enzovoorts. Hoe dat met die slot s zit, is me een raadsel.
clara legêne zegt
dag Marc, de link onder de verwijzing bij Els Quaegebeur is geen link. Ik dacht, ik geef het even door. Een snelle check van mijn e-mailarchief leverde op dat slechts negen mensen die me ooit hebben gemaild zich bedienen van ‘hartelijks’. Onder wie E.Sanders, nog vijf neerlandici, twee juristen en J.Collignon. Die ook ooit jurist was. De hartelijksbesmetting heeft zich niet beperkt tot letterkundigen, bedoel ik maar. Doei!
herma hg huizenga zegt
ik onderschrijf e-mails met groets. (met hartelijke groet, verkort) doen meer mensen dat?
niekmuziek zegt
Helaas wel; ik denk dan: ken je het meervoud van groet niet? (groeten 🙂
Janneke zegt
Pas toen ik in de Duitse neerlandistiek aan het werk ging, werd ik met ‘hartelijks’ als afscheidsgroet in e-mails geconfronteerd. Alleen de letterkundige collega’s gebruikten het – de taalkundigen niet. Sommige Duitse studenten namen ‘hartelijks’ in hun mails over, omdat ze het natuurlijk keer op keer in de mails van hun letterkundedocenten lazen en dachten dat het zo hoorde.
gerrit bloothooft zegt
Zoals Marc al opmerkte lijkt hartelijks alle eigenschappen van een modeverschijnsel te hebben. Net als met voornamen moet hartelijks dan eigenschappen hebben die in een bepaalde tijd mensen (in een bepaalde sociale stratifcatie) aanspreken. Geen idee wat die precies zijn. Omdat bij een modeverschijnsel het even lang duurt voordat het maximaal populair en tot het weer verdwenen is, zullen we er nog wel lang aan vastzitten.
Zelf zag ik het een paar jaar geleden voor het eerst, en ik betrapte me er later ook op dat ik het af en toe gebruik (om weer eens op een andere manier af te sluiten). Maar me er toch ongemakkelijk bij voel: hartelijks is niet af, vraagt om meer uitleg wat dan wel van harte is.
Kitty Laaij zegt
Ik sluit altijd af met ‘dag’ en naar vrienden met daag,
Lekker kort!
marly bergman zegt
de ondertekening Hartelijks kom ik veel tegen in mijn corespondentie, niet alleen vn letterkundigen!!
tplooij zegt
Ik kende de ondertekening ‘hartelijks’ niet totdat ik me abonneerde op de Efemeriden van Piet van Midden. Daarin geeft hij een soort minicolleges over teksten uit de Hebreeuwse Bijbel. Hij verstuurt die dagelijks (op zijn werkdagen), en ik volg die met veel plezier.
Hij is docent Bijbels Hebreeuws geweest aan de Tilburg University (en daarvoor predikant).
Ik vond het een beetje aparte groet, Boeiend om er meer over te lezen.