Uit Abri, de zesde bundel van Liesbeth Lagemaat.
Doorlopen,
I
naar het midden. ‘De stad heeft een plattegrond in de vorm van
een schietschijf.’ Dan kan het nooit moeilijk zijn. Je bent
de laatste toerist met een gidsje op zak, je voetstappen maken
diepere afdrukken in de aarde. Niet dat je traag bent.
Vanuit een steeg scheren twee schorpioenen je voorbij,
de dans is niet voor jou, je bent een toevallige. Achtervolg je iets?
Ben je een pijl, doe je alsof, maakt het niet uit hoe de stad
naar je kijkt, je de adem omcirkelt met steen? (Was je liever
II
een steen? Liever mos?) Maar er is nooit een keuze geweest:
of je loopt tot je voeten nog splijten, of je danst: een beweging
van glas, of je speelt dat je gaat naar het hart van de stad.
Je klieft straten, steen, onafzienbare meters stinkende lucht.
Er is geen regie. Je bent geen Achilles, geen schutter. Je bent Pijl,
een mens als een pijl. Waar je weg wilt, daar kom je voorbij.
‘De stad is een schietschijf vandaag.’ En elke afstand te delen door
twee. Je bent pijl. Je hangt in de lucht. Een steen suist. Suist.
Liesbeth Lagemaat (1962)
uit: Abri (2018)
———————————–
- Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere dag een gedicht per mail.
Laat een reactie achter