Friet, patat of petat. Je hebt maar één woord nodig om te horen of de persoon tegen wie je spreekt een Vlaming of een Nederlander is. Maar je woordgebruik en je uitspraak vertellen nog méér dan alleen je woonplaats. Hoe dat komt en hoe dat werkt legt sociolinguïst Rik Vosters je haarfijn uit. Extra uitdaging voor tijdens het kijken (lees: luisteren): raden jullie waar de haast accentloze professor vandaan komt?
Laat een reactie achter