Herinneringen van een taalgebruiker (1)
Door Marc van Oostendorp
“J’ai commencé ma vie comme je la finirai sans doute: au milieu des livres.”
— Jean-Paul Sartre, Les Mots.
Taal is onmiskenbaar een definiërend element in een mensenleven. Wie nooit een taal leert, heeft geen menswaardig leven. Zo iemand wordt een wolfskind en nimmer is uit de wouden een wolfskind opgedoken dat lang en gelukkig leefde. Je mist het contact met andere mensen, je leert de miljoenen details over het leven die je dankzij taal oppikt van je medemens, je mist de mogelijkheid om je eigen gedachten vorm te geven en zo met anderen te delen of aan jezelf voor te leggen.
Dan is de specifieke taal die je leert natuurlijk ook nog van invloed. Je hoeft geen aanhanger te zijn van de Sapir-Whorff-hypothese, die zegt dat het denken bepaald wordt door je taal, om dat te zien. De taal die je leert bepaalt bijvoorbeeld tot welke gemeenschap je behoort en wat je status is in die gemeenschap wordt minstens voor een deel bepaald door welke vorm van Nederlands je gebruikt.
Wat dat betreft is het vreemd dat er in biografieën en autobiografieën zo weinig aandacht is voor taal. Je leest van alles over wat voor karakter iemand had, hoe schoon hij op zichzelf was, of hij goed was voor kinderen en dieren, maar de rol die taal in iemands leven wordt zelden beschreven. Zelfs bijvoorbeeld in biografieën van schrijvers valt dat op. Eventueel is er wat aandacht voor iemands stijl, maar hoe en waar iemand zijn moedertaal leerde, en andere talen leerde, en hoe iemand zich daardoor precies verhield tot zijn taalgemeenschap – je leest er eigenlijk niets over.
Omdat ik inmiddels officieel bijna op de helft van mijn leven ben beland, ga ik daar de komende weken verandering in brengen. Omdat dit soort zaken zelden goed gedocumenteerd worden, lijkt het me een onderwerp dat ik het beste autobiografisch kan benaderen. Ik denk niet dat mijn eigen leven heel bijzonder is, maar het is nu eenmaal het gemakkelijkst benaderbaar voor mezelf.
In één opzicht is mijn eigen leven mogelijk en helaas iets minder exemplarisch, en dat is dat ik taalkundige ben geworden. Een groot deel van mijn werkzame leven wordt daardoor meer of in ieder geval anders door taal bepaald dan dit bij de doorsnee taalgebruiker het geval is. Bovendien ben ik ook weer niet helemaal toevallig taalkundige geworden. Toen ik mijn studiekeuze maakte liet ik me natuurlijk door een zekere fascinatie leiden.
Mijn leven is daardoor waarschijnlijk wat overtalig, maar ik denk dat we dat in de eerste plaats niet moeten overdrijven, want iedereen heeft natuurlijk voortdurend taal om me heen. En zelfs als ik een klein beetje atypisch ben, moeten we het er maar mee doen.
Hillebrand Verkroost zegt
M.i. zijn biografieën van bijvoorbeeld Jacob van Lennep of Multatuli (beide kortgeleden door mij gelezen) voorbeelden waarin taal, gesproken maar vooral geschreven door de hoofdpersonen, een grote rol speelt.