Door Marc van Oostendorp
Niet alleen Bilderdijk was fel gekant tegen de door de overheid voorgeschreven spelling, dat gold ook voor andere schrijvers. Het is verfrissend om die schrijvers te lezen in een tijd waarin iedereen lijkt te denken dat er natuurlijk een eenheidsspelling moet zijn. Ik ben nu veel Multatuli aan het lezen en een paar dagen geleden vond ik dit:
Taal is heel wat anders dan ’t gevit op ’n letter meer of min, dan dat geleuter over de spelling. Taal is de ziel des mensen in klanken geopenbaard. Taal is ’t ware bazuingeschal (…) waarmede een geheel andere schepping dan die van Genesis uit het niet wordt te voorschyn geroepen. Taal?… lees de profeten, de zieners, de dichters. Hoor en tracht te verstaan wat ze zeggen, en vraag u zelf daarby af of zy zich bemoeiden met mannelyk, vrouwelyk of kort-stomp-scherp-lange speldezoekery!
(Multatuli, Causerieën)
Het laatste is misschien niet helemaal thuis te brengen voor de gemiddelde lezer, maar het gaat over de vraag of het verschil tussen bijvoorbeeld een enkele (leven) en een dubbele e (deelen) een basis heeft in de uitspraak.
Ha, Camiel!
Wanneer je dit op Twitter zet, blijkt dat een storm van protest op te leveren. Wat moet dat! Taal is toch zeker com-mu-ni-ca-tie, meneer! En weet ik dan niet wat er allemaal mis kan gaan als je verkeerd spelt. Want was er niet laatst een pizzakoerier op pad gestuurd die dacht dat de pizza al betaald was, terwijl er had gestaan dat de klant nog betaalt! Nou dan!
Ja, daar had Multatuli inderdaad geen rekening mee gehouden! De mensen oproepen om zich zo krachtig mogelijk uit te drukken, en verlangen dat ze profeten zijn, of dichters, maar dan even over het hoofd zien dat er ook nog pizza’s moeten worden betaalt!
Toch was er ook een reactie die wél interessant was:
Maar wat moet ik hiermee als leraar Nederlands?
— Dhr. R.H. (@gstschrvr) 18 februari 2019
Het is inderdaad het lot van de leraar Nederlands dat hij een literatuur moet onderwijzen, waarin als je er een beetje op let, allerlei schrijvers zijn die zich verzetten tegen de eenheidsspelling. Harry Mulisch schreef stelselmatig ‘duits’ en ‘nederlands’ met kleine letters, en Willem Frederik Hermans schreef dat hij zich best aan de spelling wilde houden, “maar in gevallen waarin deze regels imbeciel zijn en door ongeletterden van het type Camiel Hamans [Ha, Camiel! MvO] bedacht, is er geen andere oplossing dan je schouders op te halen”.
Aanhang
Mij lijkt de oplossing juist om die discussie in te brengen in het onderwijs. Juist het bespreken van zulke teksten kan je laten nadenken over het eventuele belang van spelling. (Dat je tegen eenheidsspelling bent, betekent bijvoorbeeld niet dat je vindt dat kinderen niet moet worden bijgebracht hoe mensen in doorsnee zoal spellen. Je leert op school nu ook iets over punten en komma’s, hoewel daar geen officiële regels voor zijn.)
Volgens mij gaat het onderwerp dan ook veel meer leven. Spelling is dan niet meer iets waarvan je leraar om onduidelijke redenen – of om de verkeerde – vindt dat je je er precies aan moet houden.
Ik geef zelf sinds een paar jaar een college spelling voor beginnende eerstejaarsstudenten in Nijmegen. Die hebben dus van de leraar nooit gehoord dat je over spelling kunt nadenken en debatteren en zijn inmiddels ’t kofschip vergeten. Ik overdrijf dit niet. Mijn diagnose: dat is omdat ze geen enkel idee hebben waarom ze dit eigenlijk zouden weten; en dat is omdat dit in het geheel niet ter discussie wordt gesteld.
Multatuli is een interessante casus. Het bovenstaande citaat tekent zijn houding ten opzichte van spelling nauwkeurig, en tegelijkertijd is er Idee 186:
Ik heb ’n neefje die spelfouten maakt en zich daarom Multatulist noemt. Wat zou m’n aanhang groot wezen als dat opging.
Hogere doelen
Daarnaast is er een (ook in andere opzichten) geweldige brief die Multatuli schreef aan een molenaarsknecht die hem om levensadvies had gevraagd:
Waarom hebt ge niet sedert lang u toegelegd op wat schoolsche vaardigheid, een nietigheid als ’t kleed dat onze naaktheid bedekt, maar dat we niet missen kunnen. Leer goed spellen. Volg my niet. Ik schryf anders dan anderen, uit wrevel tegen schyngeleerdheid. Om zich dat buitengewone te veroorloven, moet men het gewone zyn doorgelopen. U raad ik aan, het gewone u eigen te maken, opdat niet uwe, meestal zoo goede gedachten aan de deur worden afgewezen als een slecht gekleedde bedelaar. Gy denkt te juist, om zoo slordig uw gedachten aantekleeden. Het ontneemt de waarde aan veel goeds, en geven schyn van overwigt aan anderen die niet of slecht denken, doch meester zyn van de vorm.
Dat laatste blijft het eeuwige dilemma: we zijn omgeven door lieden die menen dat het gerechtvaardigd is in een discussie over willekeurig welk onderwerp in te breken om een opmerking te maken over een ‘spelfout’. Zolang dat zo is, moeten we leerlingen leren dat die mensen er zijn, dat ze er rekening mee moeten houden.
Maar wat mij betreft doen we dat liefst zonder van die leerlingen zelf ook weer toekomstige ‘vitters’ te maken, maar mensen die zien dat er hogere doelen zijn, dat je met taal veel hogere dingen kunt bereiken dan je druk maken over een “letter meer of min”.
DirkJan zegt
Marc van Oostendorp postte het citaat over spelling van Multatuli op zijn Twitter. Volgens hem leverde dat dus ‘ een storm van protest’ op. Ik heb even gekeken, maar er was slechts een enkele protesterende reactie. Ook schreef hij eerdaags dat het aantal mails die de redactie van Neerlandisistiek over spelfouten ontvangt ‘niet zijn te tellen’. Is het heus? Tel daar bij op dat er nauwelijks reacties onder Van Oostendorps ontketende spellingsmissie verschijnen (en ook nog maar zelden opmerkingen over spelfouten onder de artikelen), ga ik uit van een sterk overdreven voorstelling van zaken.
DirkJan zegt
En het is wachten op een spellingsgids van Van Oostendorp met de naam, De Grote Vrije Doorsneespelwijzer, al snel bekend als de GVD 🙂
Peter-Arno Coppen zegt
Kleine correctie: het ging niet om pizza’s, maar om spareribs. Ik vind het trouwens, hoe langer ik ernaar kijk, een steeds ongeloofwaardiger verhaal worden. Als de baas inderdaad had bedoeld te schrijven dat de spareribs al betaald waren, wat voor nut zou de informatie dan hebben dat dit met 20 euro zou zijn gebeurd? Dat zou geen mens er toch bij geschreven hebben? Conclusie: als het verhaal klopt kan de spareribsbezorger misschien wel spellen, maar niet lezen. Een indicatie dat spellingonderwijs ten koste gaat van leesvaardigheid, zou ik zeggen.