Bilderdijk en de officiële spelling
Door Marc van Oostendorp
Over de standaardspelling zijn er, geloof ik, in onze tijd nog maar twee opvattingen. Je bent er een al dan niet enthousiaste aanhanger van; je denkt bijvoorbeeld dat hij nu eenmaal nodig is om ‘verwarring’ te voorkomen. Of je trekt je er weinig van aan.
Wat bijna niet meer bestaat: dat je tegen die eenheidsspelling bent. Nu is dat toevallig mijn eigen standpunt (ik leg dat bijvoorbeeld hier uit), en het is een bron van schrijnende eenzaamheid. Ik geloof niet dat ik ooit iemand ben tegengekomen die het met me eens was. Op een bepaald moment meende ik enige tekenen van begrip te zien bij Hans Bennis, maar toen werd die ineens de baas van de Taalunie.
Het is wel anders geweest. Toen aan het begin van de negentiende eeuw het eerste ontwerp van eenheidsspelling werd voorgesteld, door de hoogleraar Matthijs Siegenbeek, keerden enkele belangrijke schrijvers zich tegen het hele idee dat er een eenheidsspelling moest komen.
Kapot
De belangrijkste onder hen was Bilderdijk. Met een overheidsspelling werd de creatieve vrijheid van schrijvers maar beknot. Hij vond de concrete regels die Siegenbeek voorstelde dan ook nog eens een voorbeeld van “dwarsheid, domheid en redenlooze willekeur”, dat hielp natuurlijk ook niet mee. Hoe durfden ‘vreemdelingen’ als Siegenbeek zich aanmatigen om taalgebruikers de wet voor te schrijven, als hun “oor of tong nooit aan de echte uitspraak onzer Taal heeft kunnen gewend worden”. (Siegenbeek was in Amsterdam geboren, maar zijn voorouders waren van Duitse afkomst, en het sprak voor Bilderdijk vanzelf dat je eerst vele generaties in Nederland gewoond moest hebben wilde je de taal ook maar op een enigszins acceptabel niveau hanteren.)
Maar los van de inhoud weigerde hij ook mee te doen met die staatsspelling: “Wanneer men iets van mij drukken wil, moet men zich niet aanmatigen mijn Nederduitsch tot Siegenbeeksch te veranderen.” Decennialang zou Bilderdijk blijven tieren tegen “de domme Siegenbekery”, hoewel de persoonlijke relatie met de laconieke hooggeleerde daar in ieder geval de eerste jaren niet onder lijkt te hebben geleden. Het was bij dit alles voor niemand een geheim dat Bilderdijk vond dat hij eigenlijk zelf op Siegenbeek hoogleraarsstoel had moeten zitten. In een postuum verschenen gedicht, stelde hij zich voor hoe Siegenbeek zich met zijn vrienden zou verkneulelen over Bilderdijks dood, omdat ze de taal nu echt eens ongestraft kapot konden maken:
Nu eens op zijn kist
Gepist
Wie zal ’t ons beletten?
Heel het rijk van taal en dicht
Nu zijn mond gesloten ligt,
Knielt voor onze wetten;
En de Duivel haal hem weg,
Die geen ja en amen zegg’,
Waar we ze uittrompetten!
Woedender
Het lijkt alsof je een moderne populist hoort, strijdend tegen door de overheid ‘opgelegde’ vaccinatie of zoiets. De elite pakt ons onze vrijheid af! Tegelijkertijd zou het nu bij geen populist meer opkomen om te protesteren tegen de eenheidsspelling, simpelweg omdat dit bij niemand meer zou opkomen. Behalve dan dus bij mij, maar ik ben wel een heel treurige populist, want het volk luistert niet naar mij.
Siegenbeek zelf lijkt er laconiek te zijn gebleven onder de aanvallen van de dichter: “In schelden & razen geef ik den Hr. B. graag gewonnen.” De voorkomende manier waarop hij Bilderdijk bleef bejegenen, lijkt deze alleen maar steeds woedender te hebben gemaakt.
Inmiddels lijkt het standpunt van Bilderdijk ondenkbaar. Mensen denken eigenlijk altijd dat ze je iets gewichtigs mededelen, als ze je vertellen dat je in dit of dat geschrift tegen de overheidsspelling ingaat. Dat je er ook heel anders over kunt denken, komt in de meesten niet op. Een aantal jaar geleden was er het fenomeen van de Witte spelling: een alternatieve spellinggids waarin een paar kleine kwesties net wat anders werden opgelost. De spellingwereld was te klein, alsof het schip der taal nu binnenkort zou kapseizen.
Ook latere schrijvers hanteerden soms een eigen spelling, zij het altijd minder fanatiek dan Bilderdijk. Mij lijkt het ook weer een beetje overdreven om zo te keer te gaan tegen die overheidsspelling. Ik vind het vooral onzin dat zoiets geregeld zou moeten worden. Maar het is nuttig dat zo iemand als Bilderdijk heeft bestaan, waardoor je kunt laten zien: je hoeft niet aan de leiband van de overheid te lopen, het kan ook anders.
Wouter van der Land zegt
“Tegelijkertijd zou het nu bij geen populist meer opkomen om te protesteren tegen de eenheidsspelling, simpelweg omdat dit bij niemand meer zou opkomen.”
Er zijn best veel mensen die tegenstander zijn van de staat en dus ook van een eenheidsspelling, zoals anarchisten, anarchokapitalisten en andere libertariërs. In Nijmegen moeten zij ook nog rondlopen. Toen zeer-links en daarmee ook anarchistisch geörienteerden heel invloedrijk was kreeg je in Nederland meer spellingsvrijheid. Je mocht kado spellen naast cadeau. Ook een progressief bedrijf als IKEA gebruikte deze spelling.
Bilderdijk sprak overigens met gespleten tong. Volgens Wikipedia hielp hij stadhouder Willem V mee om zijn staatsgreep te plegen met behulp van het Pruissische leger, waarbij bijvoorbeeld Gorkum met veel geweld geplunderd werd. ‘Om een voorbeeld te stellen.’
Marc van Oostendorp zegt
Nu, veel van die types in de jaren zestig waren voor een vereenvoudigde spelling, wat vaak betekende: een andere regeling. Maar dus wel een regeling. Zij wilden vermoedelijk vaak alléén kado. Mensen waren daar enorm mee bezig, met het bedenken van een ‘logische’ of ‘fonologische’ spelling, die dan zo gemakkelijk mogelijk aan te leren zou zijn. Ik ken geen pamfletten die juist oproepen om alles maar op zijn beloop te laten; als die er wel zijn, houd ik me aanbevolen.
Dat beide vormen werden goedgekeurd (met een van de twee een ‘voorkeursspelling’) werd door iedereen als enigszins mal gezien. En ook die voorkeursspelling was natuurlijk om een aantal vormen alsnog in een regeling onder te brengen.
Weia Reinboud zegt
Die ‘jaren zestig’ begonnen al in 1891 hoor.
Weia Reinboud zegt
Troost u, gij zijt niet alleen! Morrend en grommend zijn wij met ons uitgeverijtje uiteindelijk toch maar van kollewijns spellen afgestapt. Op opmerkingen over ‘zestigerjarenspelling’ zei ik altijd: lees Van Ostaijen eens in de oorspronkelijke spelling.
johanna5577 zegt
Leuk stuk. Hoe gek standaardspelling van overheidswege eigenlijk is, bedenk ik me nu, wordt duidelijk als je je voorstelt dat er van overheidswege een standaarduitspraak zou zijn voorgeschreven.