Wedding
Boer Knul had twintig pinten in,
boer Knijs al even vele.
Ze zaten vast, heel naar hun zin
pas
’t glas
gevuld, ’t bier vond de kele.
Ze zaagden over hemel, hel
en vruchten, beesten, wijven
en deden menig aardig spel,
dat
wat
verging in luide kijven.
Ze g’rochten toch van alles moe.
Zegt Knul : Wat nu verrichten ?
Zegt Knijs : Wij wedden om een koe,
wie
die,
van ons, het kortst kan dichten.
Boer Knul gaf toe. Hij sloeg zijn hand
in ’t vet der smout-telloore
en sprak glorieusch, voor Knijs geplant :
,,Met
vet” !
en smoutte Knijs zijn oore.
’t Is kort, zei Knijs, maar danig stout !
Hij ging voor Knul en grolde :
Hier hebt ge ’t kortste zonder smout
„Ik
tik !”
En sloeg hem dat hij rolde.
Warden Oom (1861-1934)
uit: Volkse verzen (1973)
———————————–
- Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere werkdag een gedicht per mail.
Laat een reactie achter