Door Siemon Reker
In de terugblikken van de PvdA-bewindslieden uit het kabinet-Den Uyl komt soms informatie naar boven over tijdgenoten. Jan Schaefer vertelt dat Tjerk Westerterp het beneden zijn ministeriële waardigheid achtte, te spreken met een staatssecretaris. (blz. 48) Minister Van der Stoel had eerder een moeizame positie als staatssecretaris in het kabinet-Cals (1965), de secretaris-generaal van het ministerie van Buitenlandse Zaken vertelde hem dat hij zich tot het uiterste tegen diens benoeming had verzet (91): over Haagse toko’s gesproken!
Onderwijsminister Jos van Kemenade nam vooral het basisonderwijs voor zijn rekening. “Al gauw bleek,” zegt Piet Hagen in zijn interview met hem, “dat Van Kemenade niet naar Den Haag was gekomen om louter en alleen op te treden als een kassier die eerlijk de centen verdeelt over openbaar en bijzonder onderwijs.” (51) Neen: “Zijn verhalen over maatschappelijke weerbaarheid en mondigheid vormden een bedreiging voor degenen die al mondig en weerbaar waren.” (54) Hij maakte “de verdedigers van de gevestigde orde zenuwachtig” en dat leidt tot een hetze van de kant van de VVD in samenwerking met De Telegraaf: in het interview is sprake van “spookverhalen over de socialistische injectienaald”, zegt Van Kemenade. (57)
Neelie Kroes pakt inderdaad uit op dinsdag 25 september 1973 in het ochtendblad bij de eerste Onderwijsbegroting van het nieuwe kabinet, want ze schrikt van de Memorie van Toelichting en de Telegraaf kopt groot “Socialistisch spuitje bedreigt schooljeugd”.
Dat allitereert niet alleen, het spuitje verwijst ook naar het normale gebruik ervan als middel voor verdoving of zelfs doding. “Keuzevrijheid in het geding” is de waarschuwing en het wordt niet minder verontrustend door de vette tussenkoppen LEVENSGEVAARLIJK, AANSLAG en ANGSTWEKKEND. Neelie Kroes vindt de memorie doodeng en die brengt bij haar een schrikreactie teweeg. Linkse belastingverhogingen? Kinderspel in vergelijking met deze “geloofsbelijdenis” van Van Kemenade, parafraseer ik. “De leerlingen kunnen zich onvoldoende verweren. Zij zijn zeer ontvankelijk voor allerlei nieuwe ideeën”, zegt ze. De krant citeert haar afsluitend met een doembeeld: “Willen wij een onderwijsstelsel, dat berust op maatschappelijke opvoeding van de kinderen, waar minister Van Kemenade kennelijk naar streeft en dat zo treffend wordt uitgedrukt in het programma van de Russische communistische partij, of willen wij een onderwijssysteem, waarbij jongeren worden opgevoed tot bewust denkende volwassenen.” En dat met een CDA- dan nog AR- staatssecretaris als waakhond in de persoon van Antoon Veerman aan de zijde van de PvdA-minister! Is de soep zo heet als deze opgediend wordt?
Het is een nieuwsgierig makende opmaat naar de Algemene Beschouwingen van enkele weken later: hoe zal fractievoorzitter Hans Wiegel in de Plenaire Zaal reageren op die teksten van zijn eigen onderwijswoordvoerder en op de ophef die er in alle media op volgde? Op 9 oktober 1973 sprak fractieleider Ed van Thijn (PvdA) volgens de Handelingen aldus: “Iedereen heeft de mond vol van zeggenschap, van inspraak, van democratisering, van participatie. Maar als in het onderwijs niet gewerkt wordt aan de voorbereiding van de mensen op hun taak als mondige, kritische burgers, die zich niet laten overdonderen door mooie praatjes van bovenbazen, dan kunnen wij die democratisering wel vergeten. De basis voor een echte democratische samenleving, een solidariteitsmaatschappij, waarin iets gerealiseerd wordt van gelijke zeggenschap in de eigen leefsituatie, moet bij het onderwijs worden gelegd. Welnu, wij dachten dat Minister van Kemenade dat bedoelde, toen hij in de memorie van toelichting schreef, dat de uitgangspunten voor het onderwijsbeleid uitdrukking dienen te zijn van veranderingen, die men in de samenleving noodzakelijk acht. Over die zin is de VVD gevallen. Mevrouw Smit-Kroes had in „Vrij Nederland” van 22 september jl. nog een vrij positief verhaal over de Minister van Onderwijs en zei later, dat het verhaal over de gelijke kansen, die er al zouden zijn voor iedereen, die maar flink doorzet, niet klopt. Als mensen, ook in mijn eigen partij, daarover beginnen, dan kan je niet anders doen dan dat tegenspreken. Nou, die mensen in die partij zijn blijkbaar begonnen, en met scherp, en mevrouw Smit-Kroes moet vreselijke dagen beleefd hebben, want drie dagen later stond in „De Telegraaf” van 25 september een verhaal, waaruit blijkt, dat mevrouw Smit zich dood is geschrokken. Wat is er aan de hand? Socialistisch spuitje bedreigt de schooljeugd. Het schoolgaande kind wordt gebruikt om tot maatschappelijke omwenteling te komen. Indoctrinatie en woorden van soortgelijke strekking. Op de VVD-partijraad, die daarop volgde, werd opgeroepen tot een soort nieuwe schoolstrijd. Inmiddels – wij weten allen, dat een spuitje high maakt – heeft er zeker een ontwenningskuur plaatsgevonden, want uit het betoog van de heer Wiegel van hedenmiddag heb ik begrepen, dat de fiere injectienaald van enkele weken geleden is ineengeschrompeld tot een miezerig vraagtekentje.”
Wiegel: “Het feit, dat wij vanmiddag zo genuanceerd hebben gesproken, vindt hierin zijn aanleiding, dat Minister Van Kemenade via bij voorbeeld de radio heel duidelijk heeft gezegd, dat datgene dat wij dachten dat erachter kon zitten, er wat hem betreft niet achter zit. Die conclusie hebben wij getrokken.”
Van Thijn: “Ik ben er blij mee dat de storm geluwd is, maar waarom was dat nu allemaal nodig? Waarom zou men nu spreken van een spuitje, als er in het urgentieprogram 1972 van de VVD sprake is van het onderwijs als breekijzer bij uitstek om de maatschappelijke verhoudingen te verbeteren? Wat bedoelt men nu eigenlijk? Er is nu een vraag gesteld aan de Minister-President. Ik zou de heer Wiegel willen vragen, wat men met dat breekijzer wil. Wil men de ongelijkheid die nu bestaat handhaven, wil men die vergroten?”
De heer Wiegel deed er verder het zwijgen toe, zijn punt was enkele weken eerder al gescoord.
Ten slotte. Het leukste moment in De kleine stappen van het kabinet-Den Uyl? Dat is de diplomatieke manier waarop Max van der Stoel het buitenlands beleid kritiseert dat sommige partijgenoten voorstaan. Op blz. 94 zegt hij zich in de PvdA thuis te voelen, “maar als het om het buitenlands beleid gaat dan is het naar mijn idee weleens een beetje beentjes van de vloer.” Er komt geen injectienaald of breekijzer aan te pas en het laat toch aan duidelijkheid niets te wensen over.
Deze post verscheen eerder op het weblog van Siemon Reker.
Laat een reactie achter