Door Marten van der Meulen
Afgelopen februari presenteerde ik op de Grote Taaldag, de jaarlijkste conferentie voor taalkundigen in Nederland, een deel van mijn onderzoek naar variatie bij de intensiveerder heel, als in ‘een heel grote auto’ en ‘een hele grote auto. Zoals al in 1901 bekend was, komt de verbogen vorm hele in gesproken taal heel veel voor (ja daar niet natuurlijk). De keuze voor hele lijkt vooral te worden bepaald door het aantal lettergrepen en de beginklank van het opvolgende bijvoeglijk naamwoord. Enfin, daarover een andere keer meer. Vandaag echter geef ik op mijn alma mater, de Universiteit Leiden, op de jaarlijkse T.W.I.S.T. Student Conference for Linguistics, een presentatie over iets wat eerst bijvangst leek, maar wat HEUL interessant bleek: het woord heul.
Kijken wat er gebeurt
Er heeft, voor zover ik weet, nog geen wetenschapper tijd besteed aan heul. Ik kan er tenminste geen publicatie over vinden. Wat ik wél kan vinden is een column in NRC van Paulien Cornelisse uit 2012, waarin ze over dit woord een aantal interessante dingen zegt:
Wat vrouwen tussen de twintig en veertig de laatste tijd doen: ze schrijven ‘heul’ in plaats van ‘heel’. (…)
Voor mij als taalwetenschapper is dit precies wat Paulien Cornelisse zo leuk maakt: ze merkt allerlei fenomenen op het gebied van taalvariatie op, én ze doet uitspraken over de sociale context van die variatie. Nou ben ik een taalwetenschapper van het type kijken-wat-er-daadwerkelijk-gebeurt, en Cornelisse geeft mij zomaar een testbare hypothese in handen: wordt heul inderdaad vooral door vrouwen gebruikt van een bepaalde leeftijd?
Het antwoord daarop lijkt helaas nee te zijn. Dat concludeer ik althans op basis van het SoNaR Corpus, een grote verzameling teksten (500 miljoen woorden) uit verschillende bronnen. In dat corpus kwam ik 630 gevallen van heul tegen, die over het algemeen (61,2%) door mannen werden geuit. Qua leeftijd zat Cornelisse wel goed: ruim 68% van de gevallen wordt gebruikt door mensen van 20-40. Dat is deels een effect van de bron: bijna alle gevallen van heul in het corpus komen van Twitter, en de gemiddelde leeftijd van de gebruikers van heul komt bijna overeen met de gemiddelde leeftijd van gebruikers van Twitter. Sowieso zijn er meer mannelijke Twitter-gebruikers, dus daar zien we misschien ook een effect van. Meer onderzoek in andere bronnen (die helaas minder goed voorhanden zijn) zou leuk zijn. Opvallend is wel dat in het Corpus Gesproken Nederlands heul dan weer helemaal niet voorkomt, maar dat kan dan ook weer liggen aan de manier waarop men de gesproken teksten heeft opgeschreven.
Heul als predikaatsvorm
Nou, hypothese getest, boem klaar, zou je denken. Niets is minder waar: er is namelijk meer aan de hand. Heul vertoon ook grammaticaal gezien interessant gedrag. Het wordt namelijk anders gebruikt dan heel. Sowieso is interessant dat heul vrijwel uitsluitend als bijwoord voorkomt en niet als adjectief. Het bijwoord heel is namelijk ontstaan als veralgemeniseerde vorm van het bijvoeglijk naamwoord. Dat is een gebruikelijke vorm van betekenisverandering. De nieuwe vorm heul lijkt echter als bijwoord te zijn ontstaan, en dat is ongebruikelijker.
Wat bovendien direct opvalt namelijk als we kijken naar de vervoeging, is dat heul als bijwoord vooral níet wordt vervoegd, maar dat dat bij heel juist wél gebeurt (zie grafiek). Er zijn mensen die hele fout vinden als vervoegd bijwoord, maar dat is niet per se het geval, zoals ik laatst al schreef (en zoals taaladviseurs ook stellen).
Hoe komt het nou dat heul zo vaak onverbogen is? Dat kunnen we begrijpen als we kijken naar de grammaticale omstandigheid waarin het woord voorkomt. Heul als bijwoord komt bijna altijd voor bij een bijvoeglijk naamwoord (heul mooi), en die kunnen we qua gebruik indelen in twee grote groepen: attributief (1) en niet-attributief (2). Die tweede groep kun je dan weer verder onderverdelen, maar dat doe ik hier even niet. Wat vooral belangrijk is, is dat bij attributief gebruik er een naamwoord bijhoort, en bij niet niet:
(1) Zag vandaag een heul oud mannetje
(2) Dan is dat nogal heul schandalig ja
Wat blijkt nu: heul komt in 76% van de gevallen voor zonder naamwoord (optie 2 dus), en in die gevallen is een verbogen vorm veel onwaarschijnlijker. Het roept wel meteen een nieuwe vraag op: waarom komt heul vooral op deze manier voor? Daar heb ik nog geen goed antwoord op. We weten dat een predikaat als heul schandalig in (1) een belangrijkere zinspositie heeft dan een zogenaamde adjectivische constituent als heul oud in (2), dus misschien wil een nadruksvorm eerder ontstaan in de predikaatsvorm? Als dat is, dan zou je echter verwachten dat zoiets vaker gebeurt, en dat is, voor zover ik weet, niet zo.
Meer
Zelfs nu is er nog meer te zeggen over heul. Over de verschillende manieren waarop extra nadruk wordt gelegd (letterherhaling komt veel voor (heeeeuuuuul), woordherhaling als heul heul heul bijna niet, ondanks de beroemd geworden sketch van Jochem Myjer), over de woorden waarmee heul graag voorkomt (heul niet bijvoorbeeld, of heul de moeite waard), en natuurlijk over het vreemde heul veul, waarbij sprake lijkt van een soort klinkerharmonie (een fenomeen dat in het Nederlands niet of nauwelijks voorkomt, maar waar op de Wikipedia-pagina wel druk over wordt overlegd). Maar daarover praat ik morgen in Leiden, voor wie wil komen.
Mijn meer algemene punt morgen is dat er nauwelijks een taalfenomeen is of het is niet ontzettend interessant. Je moet gewoon je oren en ogen openhouden (of die van Paulien Cornelisse vertrouwen), en alles wat opvalt niet veroordelen maar er juist lekker in gaan peuren. Voor je het weet ben je weer wat nieuws op het spoor.
Dit stuk verscheen eerder op het blog van Marten van der Meulen
Michiel de Vaan zegt
De reden dat de ee in ‘heel’ gerond wordt en niet in ‘hele’ zit hem natuurlijk in de lettergreepstructuur. Verder zou het interessant zijn om naar regionale variatie te kijken, die dan ook weer met de uitspraak van l verband zou kunnen houden.
Pieter Brouwer zegt
Ik heb eerlijk gezegd ‘heul’ altijd opgevat als regionale variant of zelfs als dialect (dat ook vroeger gewoon al voorkwam). Het loont wellicht de moeite ook naar de geografische verspreiding van het woord te kijken – vroeger en nu. Zou het kunnen dat het woord uit een dialect door andere taalgebruikers is overgenomen, die het daarbij een iets andere betekenis/annotatie hebben gegeven?
Peter-Arno Coppen zegt
Ik zit nog even na te denken over de betekenis van de constatering dat ‘heul […] in 76% van de gevallen voor[komt] zonder naamwoord (optie 2 dus)’, Ik neem aan dat dit betekent dat van alle gevallen van ‘heul’ die je gevonden hebt, er 76% in optie twee voorkomt. Maar wat dat betekent kun je volgens mij alleen beoordelen als je het vergelijkt met het gewone gedrag van ‘heel’. In hoeveel procent van de gevallen komt dat in optie 1 en 2 voor? Stel dat ‘heel’ sowieso al meer voorkomt in optie 2, dan wordt dit resultaat ineens een stuk minder opmerkelijk.