Door Jos Joosten
In De Groene Amsterdammer van deze week publiceert cultureel antropoloog Gloria Wekker het artikel ‘Jasmijn en maanlicht’, haar kritische lectuur van Het land van herkomst van Du Perron. Over haar uitgangspunt laat ze geen misverstand bestaan:
Ik herlees Edgar du Perrons canonieke tekst Het land van herkomst, op nieuwe, kritische manieren, namelijk dekoloniale en intersectionele. Dat wil zeggen dat ik de kolonialiteit van het boek expliciet en kritisch aan de orde stel, terwijl ik ook aandacht besteed aan hoe de auteur gelijktijdig gender, ras/etniciteit, klasse en seksualiteit inzet. Als feministisch, dekoloniaal antropoloog, ben ik met name geïnteresseerd in de kenmerken van het culturele archief die uit zo’n herlezing naar voren komen.
Zelf hoefde ik nauwelijks mijn cultureel archief als literatuurwetenschapper te raadplegen om vast te stellen dat ik een dergelijke ‘nieuwe, kritische manier’ van benaderen van Du Perrons roman al eens eerder gelezen had. In 1990 publiceerde Mieke Bal namelijk het artikel ‘“Door zuiverheid gedreven”: het troebel water van Het land van herkomst van E. du Perron’, waarmee zij een zeer vergelijkbaar onderzoek presenteerde:
Om het maar even heel scherp te stellen, bezondigt Arthur Ducroo zich aan racisme, seksisme en homofobie.
In haar artikel loopt Bal nauwkeurig passages na in Du Perrons roman die haar ‘treffen’ als racistisch, seksistisch én sadistisch. Bal presenteerde al met al een nogal fundamentalistisch stukje ideologiekritiek en dat paste als zodanig netjes tussen de andere bijdragen aan de in zijn geheel genomen naar vorm en inhoud bepaald kwakkelige bundel De canon onder vuur die, onder redactie van Ernst van Alphen en Maaike Meijer, beoogde canonieke Nederlandse literatuur te analyseren met een ‘leeswijze [die] vooral aansluit bij de belangen van minderheidsgroeperingen’.
Volgens mij is het goed gebruik in de wetenschap om je te verhouden tot eerdere bevindingen op je onderzoeksterrein of ze op zijn minst te vermelden, zeker als het een artikel betreft dat zo dicht op je eigen onderwerp zit én dat in de jaren die volgden een rol bleef spelen in het onderzoek naar Du Perron.
Maar misschien is Mieke Bal wel too white en too priviliged (wat natuurlijk wel waar is) om te citeren; of zou Gloria Wekker misschien de relevante vakliteratuur gewoon niet kennen?
Manfred zegt
“of zou Gloria Wekker misschien de relevante vakliteratuur gewoon niet kennen”
Voor een antropoloog is literatuurwetenschap niet haar vak. De geesteswetenschappen zijn eilandjes.
Wouter van der Land zegt
Wekker bedient zich van een stropop:
‘Het verlies van dat koloniale bezit en het gelukzalige bestaan van een kleine, geprivilegieerde witte maar ook Indo bovenklasse, is veel Nederlanders niet in de kouwe kleren gaan zitten. Heimwee en verlangen naar tempo doeloe, die goede oude tijd in Ons Indië, de periode van het midden van de negentiende eeuw tot de Tweede Wereldoorlog, voeren nog steeds de boventoon in het koor dat de geschiedenis bezingt.
De echo’s daarvan klinken drie generaties later nog steeds, nu met een flinke partij stemmen die luidruchtig inzetten op de toon dat Nederland zo’n weldadige kolonisator was, een kolonisator tegen wil en dank, die de beste bedoelingen met land en volk had. De kwalijke kanten van de Nederlandse aanwezigheid in Indië worden toegegeven, maar vrij snel terzijde geschoven ten gunste van de ongeschokte overtuiging dat ‘daar iets groots werd verricht’.’
Ik denk niet dat je dit kunt onderbouwen met bijvoorbeeld opinie-artikelen, non-fictie, lesmethoden en romans die de laatste decennia zijn verschenen. De teneur is dat de aanwezigheid in de Oost iets slechts was. Zie bijvoorbeeld speelfilms die in het toenmalige Indië spelen.
Ton van Rijn zegt
Jos Joosten heeft gelijk, maar maakt tegelijk dezelfde fout die hij Wekker verwijt. “…of zou Gloria Wekker misschien de relevante vakliteratuur gewoon niet kennen?” Ik mag in elk geval het essay van René Marres, die nota bene expliciet op het stuk van Bal betreffend ‘Het land van herkomst’ reageert, van harte aanbevelen. Met name de begrippen -kolonialisme- en -seksisme-, waarvan Wekker E. du Perron in het kielzog van Mieke Bal beschuldigt, weerlegt hij zeer secuur. (René Marres, ‘Zogenaamde politieke incorrectheid in Nederlandse literatuur’, Dimensie Boeken, 1997).