De oorlogsdagboeken van Bert Schierbeek
Tot zijn verrassing trof biograaf Graa Boomsma ze aan in het Literatuurmuseum: de oorlogsdagboeken van Bert Schierbeek. Fascinerende, openharige lectuur van de latere Vijftiger en levenslange vriend van Lucebert. Schierbeek was in 1942-’43 niet alleen voedselbonnenleverancier aan Joden, die hij zelf bij duikadressen onderbracht, maar hij had ook zeer nauwe contacten met de Amsterdamse verzetsgroep CS-6. Schierbeek ontsnapte ternauwernood aan liquidatie. Na lezing van deze dagboekjes blijkt: het verhaal over de Vijftigers, stuk voor stuk getekend door de Tweede Wereldoorlog, is nog steeds niet volledig verteld. (foto omslag © Giny Oedekerk / Leo Klatser, 1953)
Paul Leppin (1878-1945) was een Duitstalige, Tsjechische auteur. Net als de beroemdere tijdgenoten Franz Kafka, Gustav Meyrink en Alfred Kubin koos hij ervoor in het Duits te schrijven, en dat in een stad en een land waarin de Duitse taal al op haar retour was. De literatuur uit deze periode van ‘neergang’ is ongewoon rijk en in Nederland helaas zo goed als onbekend, zoals Chrétien Breukers in dit essay laat zien.
Gerard van het Reve verslaat het Tegelse Passiespel
Eind juni 1946 togen drie Amsterdamse journalisten – Gerrit Kouwenaar, Halbo C. Kool en Gerard van het Reve – naar het Limburgse Tegelen om het herrezen Passiespel voor hun krant te verslaan. De reportages van Kouwenaar en Kool waren bekend, die van Van het Reve – voor Het Parool – echter niet. Dankzij speurwerk kon er weer een onbekend pareltje aan het journalistieke proza van Van het Reve worden toegevoegd.
Laat een reactie achter