door Henk Wolf
Een tijdje terug hoorde ik dat een Duitse onderzoekster vertelde dat ze zo weinig mannelijke studenten had. Op een congres had ze een aantal studenten bij zich gehad en dat waren allemaal vrouwen. Ze verwoordde dat zo:
- Es waren keine Studenten dabei, nur Studentinnen.
Dat klonk mij heel vreemd in de oren. Het Nederlandstalige equivalent is voor mij in elk geval niet goed:
- Er waren geen studenten bij, alleen studentes. <raar>
Contrastaccent
Voor mij kan die zin alleen als je een contrastaccent gebruikt. Ik vermoed dat Nederlandstaligen die als meervoud van student doorgaans studente zeggen, omwille van het sterke contrast in deze zin zelfs studenten zeggen met een langgerekte of anderszins opvallend gemaakte [n] aan het einde. En op schrift zou je zo’n zin begrijpelijk maken door iets met de opmaak te doen, bijvoorbeeld met hoofdletters: ‘geen studenteN … alleen studenteS’.
Van zo’n contrastaccent was in de uitspraak van de onderzoekster echter geen sprake.
Waarom is zo’n zin nou raar? De volgende zinnen zijn immers volstrekt normaal:
- Er waren geen studenten bij, alleen docenten. <normaal>
- Er waren geen honden bij, alleen katten. <normaal>
Er zijn minimaal twee verklaringen mogelijk. De eerste is de simpelste.
Verklaring 1
Verklaring 1: in het Nederlands kun je het woord studenten voor zowel mannen als vrouwen gebruiken. Wie alleen vrouwen ziet en zegt: ‘er waren geen studenten bij’, zegt iets onwaars, wat in tegenspraak is met het tweede deel van de uiting. Waarom werkt de zin dan wel met een contrastaccent? Omdat je dan voor de gelegenheid studenten als woord voor alleen mannelijke studenten gebruikt. Als de context ons ertoe dwingt, dan nemen we zo’n betekenisverschuiving voor lief, dankzij het zogenaamde ‘samenwerkingsbeginsel’, dat zoveel zegt als dat we altijd aannemen dat onze gesprekspartner iets zinvols probeert over te brengen. Die betekenisverschuiving is alleen zo bijzonder dat je een heel specifieke intonatie moet gebruiken.
Een probleem met die verklaring is dat een zin als de volgende toch een beetje raar klinkt:
- Jeanine is een aardige student. <beetje raar>
Deel van het samenwerkingsbeginsel is ook dat we altijd zoveel informatie geven als nodig is. En omdat het woord student bij veel mensen vermoedelijk als eerste een plaatje van een jongeman oproept, het zogenaamde ‘prototype’, vinden we dat we te weinig informatie krijgen als we in deze zin student zeggen en niet studente. Dat dat zo werkt, zie ik geregeld in reacties op stukken in de Volkskrant. De redactie van die krant heeft als beleid vervrouwelijkte beroepsaanduidingen te mijden. Dames zijn er vaak schrijver, dichter of filosoof in plaats van schrijfster, dichteres of filosofe en lezers schrijven van tijd tot tijd dat dat tegen hun taalgevoel ingaat.
Verklaring 2
Verklaring 2: student en studente zijn varianten van hetzelfde woord, zoals ook wel en niet verkleinde vormen dat zijn. Je zegt ook niet:
- Er stonden geen boeken in de kast, alleen boekjes. <raar>
Woorden met uitgangen als het vervrouwelijkende -e en het verkleinende -je zitten wat in een schemergebied tussen afleidingen (die echt nieuwe woorden zijn) en flexievormen (die alleen een variant vormen van het stamwoord). En doordat flexievormen eigenlijk vormen van hetzelfde woord zijn, kunnen hun betekenissen elkaar niet goed uitsluiten.
Voor de Duitse onderzoekster waren Student en Studentin in het Duits blijkbaar geen varianten van één woord, maar werkelijk verschillende woorden. Is het Duits dan zo anders dan het Nederlands?
Ik heb twee taalkundige Duitstalige kennissen gevraagd of zij dat zo ervoeren. Allebei zeiden ze van niet. Ze vonden de zin van de Duitse onderzoekster ook vreemd en konden die alleen met het (niet gebruikte) contrastaccent interpreteren. Een van hen zei dat ze “ook niet echt mee[deed] met dat ge-gender”. Ze schreef erbij: “Maar ik denk dat mensen die meer ‘gendern’ dit anders ervaren.”
Gendern
Gendern wil zeggen dat je voortdurend expliciet maakt dat je zowel mannen als vrouwen bedoelt. Wie weleens Duitse politici of wetenschappers hoort praten, weet wat ik bedoel. Je krijgt dan formuleringen als:
- Die Bürgerinnen und Bürger Münsters wählen alle sechs Jahre den/die Oberbürgermeister/in (website gemeente Münster)
- Informationen für Patientinnen und Patienten (website Leverkusener Ärzte)
Op schrift zijn er allerlei manieren om die dubbelvorm kort te noteren, zoals het hierboven gebruikte Oberbürgermeister/in en de binnen-I (BürgerInnen). Op Nederlanders en Vlamingen komt dat consequente verdubbelen erg ambtelijk en omslachtig over, maar ik merk dat ik het in mijn Duitse PowerPoints soms ook doe.
In het Nederlands zou iets als ‘informatie voor schrijfsters en schrijvers’ erg vreemd klinken, alsof dat twee verschillende doelgroepen zijn in plaats van één. Maar bij een deel van de Duitstaligen is de niet-vervrouwelijkte beroepsaanduiding blijkbaar exclusief mannelijk.
Zijn Studenten altijd mannen?
Het lijkt er trouwens op dat het gebruik van dubbelvormen vooral in schriftelijk en formeel Duits voorkomt, zoals in PowerPoints, geschreven teksten en voorgelezen verhalen. In de spontane spreektaal bestaan die verdubbelingen wel, maar komen ze naar mijn indruk veel minder voor. Ik heb er bij een paar Duitse lezingen die ik recent heb bijgewoond eens op gelet en het viel me op dat het verdubbelen op schrift duidelijk meer voorkwam dan in spontaan gehouden praatjes en in de informele gesprekken tijdens de lunch. In informele situaties betekende Studenten wel vaak ‘studenten van beiderlei kunne’ en was iedereen in een ziekenhuisbed een Patient. Dat sluit aan bij de intuïties van de twee moedertaalsprekers waarover ik het hierboven had.
Dat Duitstaligen de wel en niet vervrouwelijkte vorm als varianten van één woord kunnen beschouwen, werd ook nog mooi geïllustreerd door iemand die zei:
- Die eine Linguistin war ich, der andere Linguist war X.
Dat neemt niet weg dat er in het Duits in bepaalde contexten wel degelijk reden is om aan te nemen dat Student niet synoniem is met het Nederlandse student, maar ‘mannelijke student’ betekent. Zeker wie veel gegenderde dubbelvormen tegenkomt, kan die conclusie trekken. En als Student ‘mannelijke student’ betekent, dan is de uitspraak waarmee ik dit stukje begon, natuurlijk goed verklaarbaar.
Nynke zegt
Waren het nou allemaal mannen of allemaal vrouwen?
Bert Mostert zegt
Volgens mij moet in regel 3 “vrouwen” gelezen worden.
Overigens ben ik opgegroeid in de jaren vijftig en toen was het naar mijn idee nog zo, dat, om bij het voorbeeld te blijven, student(en) voor mannen gebruikt werd en studente(s) voor vrouwen. Zo ben ik nog steeds in eerste instantie geneigd te formuleren.
Duits werd gegeven op mijn school door een Duitser, die het zo geformuleerd zou hebben als op de vierde regel, maar beschouwde het wel als een overdreven doorgevoerde formaliteit van het Duits.
DirkJan zegt
Er is een tendens om aanduidingen als schrijver, kunstenaar en student zowel te gebruiken voor mannen als vrouwen, maar toch kan dat som knellen. Zo lees ik wel in advertenties waar een ‘stagiair’ wordt gevraagd. Ik zou daar toch tussen haakjes ook een (e) achter zetten, omdat voor mij de indruk wordt gewekt dat er anders subtiel alleen een mannelijke stagiair wordt gezocht.
(In feministische kringen wil men juist weer terug naar de expliciete vormvarianten voor vrouwen, dus schrijfster, kunstenares en wetenschapster.)
Sterre Leufkens zegt
Het is lastig om in deze kwestie met intuïties te werken, omdat blijkt dat mensen wel vaak denken dat ze een woord als ‘student’ als ‘genderneutraal’ interpreteren, maar ze onbewust toch een gender toekennen. Dus ook al weten taalgebruikers heel goed dat ‘student’ naar een vrouw kan verwijzen, toch nemen ze onbewust aan dat het een man is. En dat heeft gevolgen. Zie bijv. onderstaande goede artikel uit de Vk van een tijdje terug, waarin ook duidelijk wordt waarom sommige (maar niet alle) feministes pleiten voor het gebruik van vrouwelijke varianten.
https://www.volkskrant.nl/wetenschap/hoe-maak-je-taal-echt-sekseneutraal~b16713b6/
Henk Wolf zegt
Formuleringen als ‘astronaut(e)’ of ‘conducteur/-trice’ in de kop van een personeelsadvertentie komen ook niet raar op me over. Ik vermoed dat dat komt doordat de keuze die uit die schrijfwijze blijkt metatalig is: je kunt de vorm kiezen die op jou als lezer(es) het meest van toepassing is, een beetje zoals bij in opgaveformulieren de zinnetjes ‘Ik wil wel/niet aan het diner deelnemen’.
In een gesproken tekst of voluit geschreven zou ik de nevenschikking ‘astronautes en astronauten (moeten fit zijn)’ of ‘conducteurs en conductrices (werken op een trein)’ wel gek vinden, doordat de mogelijkheid om de tekst als een metatalige keuze te lezen afwezig is, althans voor mijn taalgevoel. Er blijft dan alleen de interpretatie als nevenschikking van elkaar overlappende groepen (verklaring 1) of woordvarianten (verklaring 2) over.
Als contrast: in ‘ziekenzusters en -broeders (moeten fit zijn)’ of ‘brandweermannen en -vrouwen (hebben gevaarlijk werk)’, waarin de extensies van de woorden elkaar niet overlappen, ervaar ik geen probleem.
Vergelijkbaar is misschien dat op een bord aan de weg ‘wortel(tje)s te koop’ of ‘appels/appeltjes te koop’ niet raar is, maar ‘wortels en worteltjes te koop’ of ‘appeltjes en appels te koop’ wel. Bij ‘broodjes en broden te koop’, waarin de extensies elkaar uitsluiten, is er (voor mijn gevoel dan) weer geen probleem.
DirkJan zegt
In personeelsadvertenties mag een geslachtsaanduiding in principe niet ambigu zijn omdat dat strafbaar is in verband met discriminatie op sexe. Dus vinden we een dubbele aanduiding heel gebruikelijk. Wat ook veel voorkomt is bijvoorbeeld conducteur m/v.
In het spraakgebruik zijn verdubbelingen voor man- en vrouwaanduidingen omslachtig en komen minder voor, maar ideologisch is het niet altijd correct en ook een kwestie van wennen. We leven nog steeds in een maatschappij die gedomineerd wordt door mannelijke aanduidingen. Soms lees je in een zin ook wel, hij/zij om zowel mannen als vrouwen aan te duiden, maar mooi is dat niet.
Het voorbeeld van de appels/appeltjes, brood/broodjes die elkaar al dan niet door hun extensies uitsluiten kan ik niet invoelen. Je schrijft volgens mij niet appels en appeltjes wegens een taalkundige reden, maar omdat de appels en appeltjes alleen verschillen in grootte en bijna hetzelfde zijn. Een brood daarentegen vind ik weer heel iets anders dan een broodje en niet vanwege niet overlappende extensies.
Henk Wolf zegt
‘Conducteur (m/v)’ geeft juist aan dat ‘conducteur’ als geslachtelijk ambigu moet worden gelezen. Blijkbaar heeft de Nederlandse taal die mogelijkheid voor interpretatie, al is er natuurlijk, zoals Sterre schrijft, het prototypische plaatje van de man, dat de vrouwelijke conducteur atypisch maakt.
Dat een ‘brood’ en een ‘broodje’ iets anders zijn, is precies wat ‘niet overlappende extensies’ betekent. ‘Extensie’ is alles waarnaar een woord kan verwijzen. De extensie van ‘appeltje’ is een deelverzameling van die van ‘appel’, maar de extensies van ‘brood’ en ‘broodje’ overlappen elkaar niet.
DirkJan zegt
Dat van die extensies snap ik dan nog steeds niet. Appel/appeltje verhoudt zich taalkundig gezien voor mij hetzelfde als brood/broodje, beide met overlappende extensies. Broden/broodjes overlappen elkaar niet.
Henk Wolf zegt
Bij ‘broodje’ heeft een proces plaatsgevonden dat we lexicalisatie noemen. ‘Broodje’ is niet langer een klein brood, het is een woord met een eigen betekenis geworden. De betekenissen (extensies) van ‘broden’ en ‘broodjes’ overlappen dus niet meer.
DirkJan zegt
Het is me nu duidelijk.
Lucas zegt
Verklaring 1 klinkt vrij logisch. Net zoals je toch bij bv ‘dokter’ eerder aan een man dan een vrouw denkt. Maar dat zit niet in het woord, alleen in stereotypen en vooroordelen.
Ik heb overigens geen enkel probleem met de zin over Jeanine. Dus als het iets is, is het te subtiel voor mijn introspectief vermogen. (En wellicht heb ik te lang in Engeland/VS gewoond de laatste jaren.)
Henk Smout zegt
De normale klemtoon in Studentin, meervoud Studentinnen valt op -den-.
In Studentinnen om te contrasteren met het mannelijk bedoelde Studenten komt die op -tin- te liggen.
Henk Wolf zegt
Hier dus niet, dat is nou net het bijzondere.
Henk Smout zegt
De klemtoon verschuiven hoeft niet, geeft wel het contrast meer nadruk.