Uit Massastrandingen, van Moya De Feyter, een “caleidoscopisch prozagedicht” met een niet onbelangrijke rol voor typografie en vormgeving.
na een tijdje hoor je de muggen ook nog nadat ze al lang vertrokken zijn
de mug op het nachtkastje is duidelijk van streek
als ik voor haar neurie, vallen haar pootjes uit
zonder stuiptrekkingen
de muggenmoeder komt om het mij betaald te zetten
haar leger loopt heen en weer over de vensterbank
de achterlijven wiegen een beetje, kopjes onverstoorbaar
hoe afhankelijk zijn deze muggen van mijn bloed
ben ik moreel verplicht hen iets te gunnen
als de muggen ziek worden, moet ik dan voor hen zorgen
moet ik het overtollig vocht uit hun oogjes zuigen
ik besluit ze niet langer tegen te houden
ik zal ze niet doodkloppen of vergiftigen
in het midden van de nacht wordt op de deur geklopt
de mug die binnenkomt, is groter dan een mens
haar zes poten zijn langer dan mijn armen
haar snuit schiet naar voren
ik had kunnen weten dat haar kus gulzig en wreed zou zijn
maar zó gulzig en wreed
Moya De Feyter (1993)
uit: Massastrandingen (2019)
• • • • • • • • • • • • • • • • • •
Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere werkdag een gedicht per mail.
Laat een reactie achter