Door Karin Echten
Er wordt wel geklaagd dat het schoolvak Nederlands saai is en de aantrekkelijke kanten van de studie Neerlandistiek niet genoeg toont. Voor een deel van het programma geldt dat zeker. Veel leerlingen en docenten in het VO willen meer vakinhoud: naast de letterkunde – die een redelijk goede plaats heeft in de huidige eindtermen – moet de taalkunde net zo’n positie krijgen. Mijn school, het Sint Bonifatiuscollege te Utrecht, besteedt veel aandacht aan cultuur en bij Nederlands gaat meer dan de helft van de uren naar letterkunde, en dat is mooi, maar dat is niet genoeg. Bij mij op school is het verplicht om het PWS bij Nederlands over een taalwetenschappelijk onderwerp te schrijven (en ook bij Engels is dat een mogelijkheid en daar gebeurt het dus ook): ieder jaar schrijven zo’n vijf tot tien van onze examenleerlingen (van ongeveer 180 vwo-leerlingen en 75 havo-leerlingen) een taalkunde-PWS. Verder laten verschillende collega’s Nederlands de presentaties in 4-vwo, 5-vwo, 5-havo houden over taalkundige onderwerpen. Keer op keer merken we dat de leerlingen na enige onwennigheid erg enthousiast worden. Taalkunde toevoegen aan de eindtermen en dus structureel aan onze lessen zal ons vak interessanter maken.
Om de letterkunde meer te verankeren in de schoolprogramma’s en om de taalkunde eraan toe te voegen, wil ik ervoor pleiten om deze twee onderdelen niet alleen in het SE te toetsen, maar ook in het CE: dan zal de noodzaak voor goede lessen daarover toenemen. Hier zie ik een grote rol voor de uitwisseling tussen universiteit en VO. Wat er gebeurt in de Meesterschapsteams, is daar een mooi voorbeeld van, net als de andere initiatieven als het LitLab en De taalcanon. (Zie verder dit artikel.)
Een derde mogelijkheid ter versterking van het schoolvak zie ik in de mogelijkheden voor nascholing van de eerstegraadsdocenten. Om te beginnen worden er in Nederland erg weinig eerstegraadsnascholingen aangeboden. Verder mogen docenten van hun schoolleiding vaak niet met de hele sectie naar een nascholing, terwijl dat de verankering van het geleerde zeer zou bevorderen. Een nascholing als “De dag van het literatuuronderwijs” duurt een hele dag en is zeer inspirerend, maar als er maar twee collega’s naartoe mogen en zo’n dag maar eens in de twee jaar aangeboden wordt, schiet het niet op. Als er een databank ingericht kan worden met aanbod van universitair docenten, waar scholen een docent kunnen boeken, kan er tot meer uitwisseling gekomen worden. Een universitair docent zet erin welke colleges hij/zij aanbiedt (dat kunnen gewoon de colleges zijn die al aan masterstudenten worden aangeboden) en welke reisafstand hij/zij vanuit zijn/haar woon- of werkplaats kan reizen, en dan kunnen scholen ’s middags na de lessen een universitair docent laten komen voor een college van een uur of anderhalf uur voor een publiek van de hele sectie, eventueel aangevuld met collega’s van zusterscholen, en kan e.e.a. gefinancierd worden uit het nascholingsbudget van de school (€ 600 per docent per jaar).
Laten we ons enthousiasme voor ons mooie vak tonen: bij onze leerlingen, bij onze collega’s, bij onze schoolleiding, bij curriculum.nu, bij Levende Talen, waar we maar kunnen!
Bert Le Bruyn zegt
Beste Karin,
Ik deel volop je enthousiasme en zie dat er veel mogelijkheden zijn in de voorstellen van Curriculum.nu, niet alleen voor Nederlands maar ook voor MVT. In samenwerking met Levende Talen en het Nationaal Platform voor de Talen heb ik gisteren een initiatief gelanceerd om alle docenten op te roepen om kabaal te maken voor de talen. Misschien wil jij hier ook mee aan werken? Zie https://platformtalen.nl/2019/06/19/geef-handen-en-voeten-aan-curriculum-nu/ en https://vakdidactiekgw.nl/2019/06/19/geef-handen-en-voeten-aan-curriculum-nu/.
Met hartelijke groeten,
Bert
Romy zegt
Beste Karin,
Er is zeker een grote behoefte aan verrijking van het schoolvak Nederlands en van de andere schooltalen. Dat zou een goede manier zijn om leerlingen meer te enthousiasmeren en te interesseren voor de talenvaken, maar ook om hen enthousiast te maken voor het volgen van een talenstudie na de middelbare school.
Bert noemde hierboven al kort het Nationaal Platform voor de Talen. Als Platform hebben we vergaande plannen om een aantal van de punten die jij noemt concreet uit te voeren. We zijn bijvoorbeeld een website aan het opzetten voor leerlingen die een profielwerkstuk voor een taalvak schrijven, maken een website met innovatief lesmateriaal en hebben ook plannen voor het opzetten van nascholingstrajecten.
We zijn het volledig met je eens dat de schoolvakken een verrijking verdienen, al is het maar om leerlingen te laten zien hoe geweldig leuk, uitdagend en interessant de schooltaalvakken zijn.
Met vriendelijke groet,
Romy
Romy zegt
Je kunt eventueel meer over onze activiteiten lezen op onze website http://www.platformtalen.nl.
chris zegt
Jullie hebben het veelal over inhoud. Maar als je didactiek aanpast en aansluit bij huidige jeugd… waarom maakten wij keuzes … omdat we geïnspireerd waren door iemand. Zorg dat het een cool vak wordt waar leerlingen voor gaan. Inspireert hen.
Karin Echten zegt
Beste Bert, Romy en Chris,
hartelijk dank voor jullie warme reacties. We strijden voort! Krachten bundelen en samenwerken zijn de toverwoorden.
Groet!
Karin
Harry Reintjes zegt
Een klein duitje in het zakje.
1. Blijven “hameren” op het belang van taal voor hun toekomst uiteraard met voorbeelden (voor de in deze tijd zo pragmatisch ingestelde jongeren bijv. : solliciteren vereist een goed schriftelijk en mondeling taalgebruik).
2. Duidelijk de verbanden laten zien met en het belang voor de talen maar ook met/voor andere vakken. En wat ik daarbij zeer belangrijk vond.en gelukkig ook zo heb mogen ervaren:
3. Een hecht, goed samenwerkend docententeam: a) hoever ben jij met je naamvallen (docent Duits, Latijn) oh dan kan ik ze deze week wel even bezighouden met staande uitdrukkingen: ten enen male etc. b) en jij (docent Frans) met de vervoegingen, oh dan kan ik wel even de aanvoegende wijs doen.c) en jij (docent geschiedenis), 17de eeuw? oh dan doe ik deze week de muiderkring of zo. Dit werkt allemaal natuurlijk vice-versa.
Humor is uiteraard ook nooit weg: (gejat van de serie the nanny) voor docenten Engels en Frans: “je t’adore” is wat anders dan “shut the door”, hoewel het vervolg op beide zinnen hetzelfde kan zijn ;-). Voor alle talen kan hieraan ook nog een beetje fonetiek gekoppeld worden.
Mijn krijtjes hangen al een tijdje aan de wilgen, maar ik wens u allen veel succes.