Iemand moet als de echte commissie straks komt een antwoord hebben, in ons managersfeuilleton De verleden tijd van lijken
“Dan maak ik als voorzitter”, zei Wouter Pieterse, de voormalig hoogleraar Financiële Letterkunde bij de afdeling Nederlands die nu de proefvisitatiecommissie leidde over diezelfde afdeling, “graag gebruik van mijn privilege om een laatste vraag te stellen.”
Hij zweeg een halve minuut en keek ondertussen bedrukt in zijn papieren. “Het is de commissie opgevallen dat u niets doet met kinderen.”
De leden van de vakgroep keken elkaar aan. “Ik heb twee jaar geleden wel een werkgroep gegeven over hedendaagse kinderloze auteurs,” zei de boomlange ex-promovenda Sofie. “Pfeijffer, Buwalda en Grunberg. Dat was een redelijk succes.”
“I wrote a book a couple years ago”, zei Maribella, de hoogleraar Dutch Studies, “Arie de Jager and the Children of Dutch Studies. Maar dat telt zeker allemaal niet.”
“Nee”, zei Wouter. “Kinderen. We weten allemaal dat het niet zo goed gaat met de opleidingen Nederlands. Er moet toch iets worden gedaan om de aandacht te trekken.”
“Ah, dat bedoel je met kinderen.” De voormalige, in een manager veranderde postdoc Femke lachte. “We hebben hier een brochure met al onze voorlichtingsactiviteiten. Je hebt daar zelf nog het initiatief toe genomen.”
“Ja”, zei Wouter. “Die brochure ken ik. Kent de commissie. Alleen, die voorlichtingsactiviteiten richten zich volgens het begrip van de commissie allemaal op de bovenbouw van het vwo. Terwijl je natuurlijk veel eerder moet beginnen. Bij sterrenkunde hebben ze tegenwoordig pakketten die gericht zijn op gebruik op de basisschool. Het bevreemdt de commissie dat deze vakgroep zich werkelijk niets lijkt aan te trekken van deze doelgroep.”
Mia Bravo knikte. “Er zijn wél activiteiten voor bejaarden!” riep ze triomfantelijk. “Nascholing voor leraren! Een opa-en-omadag! Maar de jongsten worden door jullie straal genegeerd! Alsof die zich niet interesseren voor de wetenschap!” Ze vertelde over haar achtjarige dochtertje dat via haar school had mogen meedoen aan scheikundige experimenten. “Zo moet het”, besloot ze haar verhaal. “Dat is de toekomst!”
“Maar werkelijk niemand heeft dit ooit tegen ons gezegd!” Marie, de UHD die zich specialiseerde in de geschiedenis van de neerlandistiek tot 1800, leek echt een beetje verontwaardigd. “Moeten we ons nu al ook ineens tot kleuterleidsters omscholen!”
“Marie, Marie, Marie”, zei Wouter vaderlijk. “Het gaat er niet om wat wij vinden, maar als de echte commissie straks komt moet je hier dus wel een antwoord op hebben.”
Marcel Meijer Hof zegt
Verfijnde humor.