In memoriam Tom van Deel (1945-2019)
Door Nico Keuning
Op maandag 12 augustus, is Tom van Deel, oud-literatuurcriticus en oud-docent Moderne Letterkunde aan de UvA, overleden. Hij publiceerde gedichten als T. van Deel. Twee maanden geleden, op 13 juni, de geboortedag van de schrijver Willem Brakman, was ik nog in Amsterdam bij Van Deel op bezoek. Die datum was toeval. Ik realiseerde me het pas toen de afspraak was gemaakt. Maar dat Brakman bij onze laatste ontmoeting een rol speelde, was alles behalve toevallig.
Aanvankelijk kende ik ‘Van Deel’ op afstand als docent aan de UvA, waar ik tussen 1976 en 1982 Nederlands studeerde. Later liep ik hem eens tegen het lijf bij een Querido-borrel. De uitgeverij, waar zijn gedichten werden uitgegeven. Tevens de uitgever van het gerenommeerde literaire tijdschrift De Revisor, waarvan Van Deel mede oprichter was. We spraken tijdens die borrel over Gerrit Krol, een van zijn favoriete auteurs, naast Willem Brakman, Jeroen Brouwers en de dichter Rutger Kopland. Auteurs voor wie hij als docent Moderne Letterkunde, als recensent van dagblad Trouw, redacteur van De Revisor en lid van menige jury, een lans brak. Brakman noemde hem ‘apostel en propagandist’. Tussen beiden ontstond na hun eerste ontmoeting in 1964 een warme vriendschap. ‘Ik ben vanaf mijn 19de met hem in intensief contact geweest,’ schreef ‘Tom’ mij in een mail van 20 september 2016 als reactie op het nieuws dat ik de biografie van Brakman ging schrijven. Van Deel stelde ruimhartig zijn Brakman-collectie ter beschikking die ik in delen kon lenen. ‘Dat archief is betrekkelijk ongeordend, maar beschikbaar, de honderden brieven eveneens. En alle documenten.’
Na het eerste bezoek in december dat jaar in de Frans van Mierisstraat, op de ruime bovenetage met plafondhoge boekenkasten in alle kamers, gaf Tom mij een aantal mappen en cassettebandjes mee. Met tramlijn 5 en de trein reisde ik huiswaarts, de twee tassen beschermend tussen mijn voeten. Ik was heel blij met wat Tom zo vrijmoedig had meegegeven. Een rijke bron om uit te putten.
Uit Toms mail nog dezelfde dag blijkt dat zijn ruimhartige gebaar hem achteraf enigszins verontrustte: ‘Het ging op het laatst wat snel en rommelig, maar ik verwacht dat je begrijpt dat je een voor mij nogal belangrijke, zij het onoverzienbare lading meevoerde. Al die manuscripten, tekeningen, brieven, geluidsbandjes en ansichten behoren tot de kern van mijn leven. Ik heb helemaal verzuimd je de waskrijttekeningen van Brakman, ook oude, die her en der in het huis hangen te laten zien.’
Die tekeningen zouden tijdens volgende bezoeken nog uitvoerig aan bod komen. De tussenliggende periodes mochten niet te lang duren: ‘Ik wil dus graag met je afspreken dat je tegen het laatste kwartaal van dit jaar, het mag september of november zijn, mij de spullen terugbezorgt. Dan kan je weer andere krijgen, er is nog genoeg. Vind je dit een afspraak?’
Uiteraard. De afspraak stimuleerde mij contact te houden, inspirerende gesprekken te voeren, open te staan voor nieuwe informatie, een rondleiding door het huis. Bij elk nieuw bezoek legde ik de doorgenomen mappen op tafel, waarna Tom de nieuwe, klaargelegde stapel naar mij toeschoof.
Begin juni dit jaar werd de biografie van Brakman, Een ongeneeslijk heimwee, aangekondigd in de prospectus van uitgeverij Querido. Ik mailde Tom de pagina’s door en vroeg hem of hij voor verschijnen het typoscript wilde lezen en commentaar wilde geven. ‘Wat een feestelijk bericht!’ schreef hij. ‘En een knap staaltje. Misschien wil ik het wel het liefst als verschenen boek lezen.’
Zover is het jammer genoeg niet gekomen. Tijdens het laatste bezoek bracht ik de laatste ‘lading’ terug. We inventariseerden uit zijn enorme bibliotheek de bibliofiele Brakman-uitgaven. Tot in de slaapkamer hingen ingelijste boekomslagen en vetkrijttekeningen van Brakman. Uit een dekenkist in een zijkamertje toverde hij het grootformaat Brakmanboek met twee fraaie etsen van Hermanus Berserik te voorschijn dat is uitgegeven bij de uitreiking van de P.C. Hooftprijs in 1981.
Tom had last van zijn maag en was wat trillerig. Maar de geest was goed. We hebben genoeglijk gepraat en gelachen. Ik maakte me wel zorgen over die steile trap. Maar er was iemand die voor hem zorgde, zei hij. Toen ik aan het eind van de middag de trap afdaalde, riep hij mij nog na dat ik ‘altijd welkom’ was, wat me op de een of andere manier ontroerde.
In de biografie van Brakman neemt Tom van Deel een prominente plaats in. Niet alleen als vriend van Brakman en kenner van diens oeuvre, maar ook als gulle en gastvrije inspirator vormt hij de verbindende schakel tussen de schrijver en de biograaf. In dienst van de literatuur.
Een ongeneeslijk heimwee, leven en werk van Willem Brakman, verschijnt in januari bij Em. Querido’s Uitgeverij BV.
Laat een reactie achter