De Multatulileescursus (51)
– … en Hugo heeft op het laatste moment afgezegd!
– Zodat we deze week dus maar met zijn tweeën zijn. Misschien is het dan niet zo aardig om door te gaan met het bespreken van de Volledige Werken. Te veel mensen missen dat dan.
– Misschien kunnen we het dan een keer hebben over iets waar de meeste van onze vrienden niet echt voor lijken te komen: Multatuli’s stijl.
– Zijn stijl?
– Om preciezer te zijn heb ik net een literatuurtheoretisch boekje gelezen waarbij ik voortdurend aan Multatuli moest denken: A Theory of the Aphorism van Andrew Hui.
– Een theorie, toe maar!
– Ja, maar die titel is niet misleidend. Een theorie is precies wat die Hui probeert te ontwikkelen. Aforismeschrijvers – hij bespreekt Confucius, Herakleitos, de Jezus van het evangelie van Thomas, Erasmus, Francis Bacon, Pascal en Nietzsche – opereerden volgens hem altijd in oppositie met de grote systeembouwers.
– Een filosofische theorie.
– Zo zou je dat kunnen zeggen. Wanneer je als mens diep doordenkt over de grote chaos op de wereld, kun je op twee manieren reageren. Je kunt proberen een ordening aan te brengen in een systeem; of je reageert op de versplinterdheid van alles en misschien wel van jezelf met versplinterd werk.
– Ah, zoals bij Pascal.
– Inderdaad, een tijdgenoot van Descartes, maar met precies de tegenovergestelde reactie en een geheel anders georiënteerd oeuvre. Hui laat mooi zien hoe de eerste redacteuren die na Pascals dood geconfronteerd werden met die chaos wanhopig probeerden er alsnog orde in aan te brengen.
– Ik begin de overeenkomsten te zien met het pak van Sjaalman.
– Ja, maar je kunt natuurlijk ook denken aan de Ideeën: lange bundels met op het eerste gezicht nauwelijks georganiseerde gedachten.
– Die soms ook een klassiek aforistische vorm aannemen.
– Ja, maar dat is precies wat me aan het denken zette. Je kunt zeggen dat het aforistische project in de Ideën strandt. De allereerste ideeën zijn kort en puntig, en hebben kortom de structuur die je van aforismen kunt verwachten. In de latere bundels neemt de schrijver zich een paar keer expliciet voor om de aforismen er uit te lichten door ze een apart nummer te geven, maar daar houdt hij zich steeds binnen de kortste keren toch niet aan.
– Ik snap wat je bedoelt: hij wil een aforismenschrijver zijn, maar het lukt niet.
– Hij heeft ook geprobeerd samen met Mimi om een bundel kernachtige spreuken uit zijn werk te lichten en die apart uit te geven, onder andere om zijn uitgever Funke een plezier te doen. Maar daar kwam uiteindelijk ook weinig van terecht.
– De vraag is wat dit dan zegt in het licht van Hui’s theorie. Het lijkt mij dat je kunt zeggen dat Multatuli aan de ene kant doordrongen is van het chaotische karakter van de werkelijkheid – vandaar dat hij aforismen wil schrijven, vandaar ‘misschien is niets geheel waar en zelfs dat niet’ – maar hij kon het niet helpen steeds proberen toch een systeem te vinden – vandaar de pogingen in het casino de bank te breken, of in de politiek te komen.
– Het valt daarbij op dat hij die Ideën ook nummerde. En zelfs dóórnummerde. Zijn uitgever sméékt hem af en toe om nu eens met een ‘nieuwe’ reeks te komen, omdat niemand nog ‘een zesde bundel’ gaat kopen als hij de eerste vijf niet kent. Een nieuwe nummering helpt instappers. Maar Multatuli wil daar niet aan.
– Precies. Het gaat hem niet om de aforismen, maar om een systeem van aforismen en andere teksten. Al zijn werk is heel verbrokkeld, maar tegelijkertijd één geheel.
– Hij heeft zelfs een aantal keer gezegd dat hij het liefst al zijn andere, zelfstandig verschenen boeken ook in de Ideën had ondergebracht.
– Ja, nu merkt Hui ook al op dat aforismen ‘sociale wezens’ zijn, dat ze graag bij elkaar staan in bundelingen. Maar het idee van zo’n bundeling is dan toch niet dat er echt systeem in zit.
– Grappig.
– Een ander interessant aspect aan Hui’s theorie is dat hij zegt dat een aforisme werk verlangt van de lezer. Je moet actief aan de slag om zo’n kernachtige spreuk te interpreteren. Aforismebundels nodigen uit tot steeds meer commentaar, en commentaar op commentaar. Omdat ze zo gecondenseerd zijn, kunnen ze op verschillende manieren worden uitgepakt. Dat alles staat tegenover de systeembouwers onder de filosofen die ofwel alles nauwkeurig uitleggen, of in dialoog treden met de lezer.
– Ik snap wat je bedoelt. Ook hier kun je zeggen dat Multatuli niet het geduld kon opbrengen van de ware aforismeschrijver. Hoeveel hij ook klaagde dat zijn Publiek niet kon lezen, hij deed er alles aan hen tegemoet te komen…
– … ja, of misschien zou hij zelf zeggen dat zijn Publiek het hem niet toestond om te schrijven hoe hij wilde: in puntige aforismen. Hij moest het telkens opnieuw zelf uitleggen, een en ander zélf van commentaar voorzien.
– Tegelijkertijd keerde de Socratische dialoog natuurlijk juist óók vaak terug in het werk. Je zou kunnen zeggen dat hij echt iedere theorie over genres wel moet frustreren. Ik ken geen schrijver die vrijwel alle genres heeft beoefend, maar geen één er ooit echt heeft afgebakend.
– Ja, in de strijd tussen eenheid en versplintering probeerde Multatuli de versplintering van alles door zijn persoonlijkheid tot een eenheid te smeden.
– Terwijl die persoonlijkheid natuurlijk óók versplinterd was. Het interessantst in Hui’s boekje vond ik wat dat betreft het hoofdstuk over Herakleitos. Ik weet niet of Multatuli hem ooit gelezen heeft, ik geloof niet dat hij ooit iets over die presocratische wijsgeer heeft gezegd. Hij zou duidelijke verwantschap hebben gevoeld als hij het had gelezen:
συλλάψιες· ὅλα καὶ οὐχ ὅλα, συμφερόμενον διαφερόμενον, συνᾷδον διᾷδον καὶ ἐκ πάντων ἓν καὶ ἐξ ἑνὸς πάντα
dingen: hele en niet hele, wat samen is gevoegd en wat los is gemaakt, het harmonieuze en het tegenstrijdige. Het ene is gemaakt van alle dingen en alle dingen komen uit het ene.
– Toch is er iets wat ik niet begrijp.
– En dat is?
– Dat jij net zegt dat je dat hoofdstuk over Herakleitos zo interessant vond.
– Wat is daar onbegrijpelijk aan?
– Ik dacht dat we deze dialoog zo begonnen waren dat ik dat boek van Hui gelezen had en jij niet?
Andrew Hui. A Theory of the Aphorism. From Confucius to Twitter. Princeton and Oxford: Princeton University Press, 2019. Bestelinformatie bij de uitgever.
Op 2 maart 2020 wordt de 200e geboortedag van Multatuli gevierd. Help mee een digitaal monument voor hem op te richten.
Gerard van der Leeuw zegt
Lichtenberg>
Jona Lendering zegt
Geweldig stuk. Ik denk dat ik het ga citeren in mijn eigen stukje over “Wie zei dat?”