Door Marc van Oostendorp
Ruim zestigduizend Hongaarse kinderen verbleven in de jaren twintig van de vorige eeuw een paar maanden in het buitenland, om bij gezinnen aan te sterken na de Eerste Wereldoorlog en de woelige politieke periode die daarop was gevolgd.
Heel veel van die kinderen reisden per trein naar Nederland en Vlaanderen; ze bleven soms tot een half jaar. Ze leerden, in ieder geval volgens de overlevering, vaak razendsnel Nederlands en hadden soms zelfs moeite om hun ouders, als ze eenmaal terug waren, te vertellen wat ze hadden meegemaakt: daar hadden ze alleen nog Nederlandse woorden voor.
Schouders
Vooral aan het eind van de twintigste eeuw kwamen de herinneringen los en verschenen er een documentaire en enkele boeken over de ‘kindertreinen’ en de belevenissen van de kinderen die erop hadden gezeten. Sommigen hebben altijd een band met de Lage Landen gehouden en bleven ook nog redelijk tot goed Nederlands spreken, anderen raakten die band lang kwijt en dachten er op oudere leeftijd voor terug.
Het een van de taken van de neerlandicus waar je minder over hoort: de relaties van Nederland en Vlaanderen met andere landen beschrijven. In het geval van deze bijzondere episode in de geschiedenis heb je ofwel Hongaarse neerlandici of Nederlandse en Vlaamse kenners van het Hongaars nodig. Gegeven de treurige staat van de vreemdetalenstudie in ons hoekje van Europa komt het werk dus allemaal op de schouders van onze collega’s in Hongarije.
Reacties
Ze hebben er werk van gemaakt: vorig jaar was er een tentoonstelling in Boedapest, en onlangs kreeg ik de fraaie catalogus opgestuurd, met gedegen informatie over de religieuze achtergrond (het hielp misschien dat Hongarije een vrij grote protestantse gemeenschap had, maar juist de katholieken waren ook heel actief), en over sommige van de kinderen die reisden en de taalboekjes die er gemaakt werden voor de Nederlandse ouders en de lijstjes met ehbo-Nederlands voor de Hongaarse kinderen.
Je leert er iets uit over Nederland en Vlaanderen – de motieven die mensen hadden om te adopteren – en iets over Hongarije – de reacties die de kinderen hadden, de herinneringen die ze altijd zouden herinneren. Het is een klein hoofdstuk uit de geschiedenis, maar het is goed dat iemand zich erover heeft gebogen.
DirkJan zegt
Er zullen toch nog aardig wat kenners van het Hongaars zijn in Nederland? Ik denk dan aan de tweede generatie kinderen van de ruim 2500 Hongaarse vluchtelingen die na de neergeslagen Hongaarse opstand in 1956 (ook met speciale treinen) naar Nederland kwamen.
Maarten Vidal zegt
In het Leuvense KADOC vond drie jaar geleden ook een tentoonstelling plaats over deze geschiedenis – als ik het goed begrijp was de latere tentoonstelling in Boedapest daar een vervolg op.
https://kadoc.kuleuven.be/3_onderzoek/33_onzeonderzoeksoutput/tentoonstellingen/2016/tt_2016_01_Hongaren
https://kadoc.kuleuven.be/5_nieuws/2018/n_2018_0043