Persbericht Literatuurmuseum
Op 24 oktober 2019 is het op de dag af een eeuw geleden dat P.C. Boutens, Jac. van Looy en anderen in Den Haag het nog steeds actieve Willem Kloosfonds oprichtten. Een fonds ter ondersteuning van ‘schrijvers en hun nagelaten betrekkingen’ die in moeilijke financiële omstandigheden verkeren. Ter gelegenheid van dit eeuwfeest boekstaafde literair onderzoeker Marsha Keja in Alles is veel voor wie niet veel verwacht de geschiedenis van dit fonds. Deze publicatiewordt op 24 oktober in het Literatuurmuseum feestelijk gepresenteerd.
Alles is veel voor wie niet veel verwacht verschijnt als themanummer van het literair-historisch tijdschrift Zacht Lawijd. Hierin komen dankzij grondig archiefonderzoek tal van, soms schrijnende, situaties aan bod. Zo schrijft de nu vergeten auteur Marcel Artz in de eerste oorlogsjaren brieven vol rampspoed: hij mist een linkerarm, heeft een verlamde voet en een rechterbeen waarmee het na een ongeluk nooit meer goed is gekomen; zijn vrouw is verpleegster, ‘doch kreeg na 1 ½ jaar van een patiënt een kneep waardoor buikvliesontsteking ontstond. […] Soms weten mijn vrouw en ik niet, waar wij een stuk brood vandaan moeten halen’. De mooiste brief is die van F. Starik, die vergeefs geld vroeg voor een project van zijn Willem Kloos Groep. Hij eindigde die met: ‘Nog een ding: die verschrikkelijke zin, die iedere afwijzing besluit: ik hoop dat u er elders in slaagt de benodigde middelen voor uw project te vinden, die wil ik nooit meer horen. Als u die hoop had, dan had u de middelen. Zeg dan voortaan gewoon: rot op met je stomme projecten. Kut.’
Kortom, honderd jaar Willem Kloosfonds, maar ook honderd jaar literatuurgeschiedenis.
Laat een reactie achter