Uit Huis Huid, de nieuwe bundel van Theo Monkhorst, een cyclus over “het huis dat ik ben en waarin ik woon”.
Ik leef mijzelf in deze kamer, dit gepleisterde gewelf,
honderd jaar geleden zwetend gestuukt
door een jonge snordrager geliefd bij vrouwen
om zijn glanzende spieren.
Klaas
noem ik hem omdat hij die naam verdient
en een leven, een vrouw, drie kinderen, dromen
een huisje met een keuken, bekleed
met de stank van ui, olie en rook,
drie deuren, twee gangen, een kakdoos,
trots van een oude vrouw met grijze ogen
en rimpels van lijden rond haar mond,
de dochter van een kleine kromme man
die zich kapotwerkte in de aarde
en de trots was van zijn zwijgzame moeder
generaties geleden zodat het mij duizelt
in dit trotse huis, deze oude huid waarin ik leef
Theo Monkhorst (1938)
uit: Huis Huid (2019)
Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere werkdag een gedicht per mail.
Laat een reactie achter