Op 8 november j.l. verscheen een editie van de eerste historische roman over de slavernij in het Nederlands: De stille plantage van Albert Helman. Het is de eerste editie van een postkoloniale tekst in de reeks Tekst in context, die zich richt op de hogere klassen van Havo en VWO. Daarmee doet Helman zijn intrede naast Hooft, Vondel, Bredero, Hildebrand en andere klassieken uit de Nederlandstalige literatuur.
Het duurde lang voordat de slavernij in de Nederlandse koloniën het onderwerp van een roman werd. Pas 68 jaar na de afschaffing van de slavernij was het zover: in 1931 verscheen De stille plantage van de Surinaamse schrijver Albert Helman. Helman koos een historisch décor voor zijn verhaal. Een Franse familie aan het einde van de 17de eeuw vestigt zich op een Surinaamse plantage. Vol van religieuze en optimistische idealen zien de familieleden hun dromen over een nieuwe samenleving stuklopen op een realiteit van ziekte, mislukte oogsten en geweld.
Toen de roman verscheen, speelde de slavernij geen rol in de Nederlandse literatuur. Multatuli had met zijn Max Havelaar (1860) wel de uitbuiting van de kleine Javaanse landbouwers aan de orde gesteld, maar het koloniale stelsel op zich verwierp hij niet. Schrijvers uit de toenmalige overzeese gebiedsdelen Suriname en de Nederlandse Antillen waren er binnen de Nederlandse letteren überhaupt nog niet. Dit deel in de reeks Tekst in Context belicht op verfrissende wijze de context van dit belangrijke en succesvolle boek. In De stille plantage komen tal van kwesties aan de orde die nu weer actueel zijn.
De bezorgers van deze tekst, neerlandica en schrijver Henna Goudzand Nahar en hoogleraar Caraïbische letteren Michiel van Kempen, hebben duidelijk beseft dat deze roman op de grens van de laatkoloniale en de nieuwe tijd staat. In hun 27 toelichtende teksten kijken zij kritisch naar de wijze waarop Helman in zijn tijd – 90 jaar geleden – de slavernij in beeld bracht. Zij kijken niet alleen naar historische aspecten van het boek als de slavernij, de Eldorado-mythe, missie en zending, de scheepsbouw en het koloniale bestuur, zij brengen ook veel verheldering als het gaat om culturele aspecten: winti en christendom, de Loango-trommels, klederdracht (de angisa), het Sranantongo en het Surinaams-Nederlands. De toelichtingen trekken bovendien de verhaalstof naar onze tijd, zodat ook tegenwoordige opvattingen over slavernij, racisme en Zwarte Piet, de benaming ‘slaaf’ en blackface in het klassendebat betrokken kunnen worden. De uitgave is voorzien van didactische vragen en opdrachten. De tekst is ingekort en op bepaalde plaatsen samengevat, omdat een boek van 300 pagina’s niet in de omgeving van de schoolklas behandeld kan worden.
Met deze uitgave bereikt De stille plantage zijn 27ste druk; het is daarmee een steady seller, een moderne klassieker uit de Nederlands-Caraïbische literatuur, nu voor ‘t eerst voor scholieren helder toegelicht.
Albert Helman, De stille plantage. Editie samengesteld door Henna Goudzand en Michiel van Kempen. Reeks Tekst in context, nr. 14. Digitaal is ook een docentenhandleiding beschikbaar op de site van de AUP. Amsterdam: Amsterdam University Press, 2019, 96 pagina’s, full-color. ISBN 978 94 6298 799 9
Casper de Weerd zegt
“De tekst is ingekort en op bepaalde plaatsen samengevat, omdat een boek van 300 pagina’s niet in de omgeving van de schoolklas behandeld kan worden.” De eerste druk omvat 342 bladzijden, deze editie 96 (inclusief commentaar). Betekent dat dat nagenoeg iedere roman niet in de schoolklas behandeld kan worden? Merkwaardig.