Door Siemon Reker
Het verhaal van de hoofdconducteur van enkele maanden terug komt zo, eerst even naar een jaar of 30 geleden. Een collega vertelde me enthousiast hoe zijn zoontje hem had verteld dat hij iets juist heel goed had opgebruimd. Opgebruimd? Ja, van het werkwoord opbruimen dat net zo klinkt als opruimen en als je dat als jonge junior nog niet zo bewust hebt gehoord, dan is opgebruimd even begrijpelijk als opgeruimd.
De collega vertelde het in reactie op mijn verhaal dat een van de (kleine) kinderen naar Lauwerslaag had geïnformeerd: als er een Lauwershoog was, kon er immers ook een Lauwerslaag bestaan.(Ik zet deze gebeurtenis uit het thuis gesproken dialect voor het gemak over in het Nederlands. ) Lauwersoog is bij normale spraak net Lauwershoog.
De broer van dezelfde kleine junior gebruikte een keer het woord snavonds. Dat moet afgeleid zijn van vannavond dat op zijn beurt net zo klinkt als vanavond.
Maar dat was een kind van vier jaar en dergelijk taalgebruik bezit dan nog wat meer logica dan wanneer een opgewekte conducteur de zojuist opgestapte passagiers welkom heet door hun “een hele goeie navond” te wensen. Dat deed hij consequent die navond, ook bij de volgende stops. Zo wisten we dat hij enthousiast was (getuige hele) en die oude naamvals-n vast had geplakt aan het tweede deel van het woord goeienavond. Dat is heel menselijk, juist voor een woord dat met een klinker begint. (Lijkt te beginnen, ik schreef lang geleden een artikel waarin ik beweer dat woorden in het Nederlands in principe nooit met een klinker openen maar in dat geval met een glottisslag, zeg maar het klikje van Willemijn: “De fonologische status van de glottisslag.” In: Tabu; vol. 13 (1983), afl. 4 (dec), pag. 121-142 / 1983) Menselijk maar van een hoofdconducteur minder te verwachten dan van een kleuter.
De NS-functionaris – hét aanspreekpunt en visitekaartje van de trein zegt NS in de advertentie waarin ze werven voor deze beroepsgroep – kan beïnvloed zijn door omroepmedewerkers die ons een heel goeienavond toewensen. Goeienavond, zeker, maar in “een (heel) goeienavond” is iets als een soort zelfstandig naamwoord opgevat wat Van Dale terecht als tussenwerpsel karakteriseert. Een heel goedenavond is voorlopig nog net zulk Swiebertje-Nederlands als iets als een heel goedenmorgen.
Nog een prettigen dag gewenst!
Dit stuk verscheen eerder op het blog van Siemon Reker.
Peter-Arno Coppen zegt
Ondertussen, drie jaar geleden: http://taalprof.blogspot.com/2016/03/een-bijzondere-goede-treinreis.html?m=1
Henk Smout zegt
De Nederlandse Wikipedia noemt als karakteristiek Nederlands voorbeeld van de glottisslag de uitspraak van beamen. Maar de normale uitspraak van de tweede lettergreep is met geleidelijk aanzwellen van de klinker, het is wel een voorbeeld van ‘vokalischer Neueinsatz’ (voorbeeld van zichzelf!). Echte glottisslag herinner ik me nog goed uit het eerste bewust gehoorde Duits in mijn leven, al kende ik uiteraard als klein kind de term nog niet. Het staat me nog goed bij: de volle kracht waarmee de beginklank van ” Ach so!’ losbarstte. Dat kwam door de voorafgaande glottisslag, zelf niet hoorbaar.