Door Bas Jongenelen
Ineens waren ze er: de grote drie van de literatuur. De literatuur van de twintigste eeuw werd verpersoonlijkt door drie schrijvers die een aantal zeer behoorlijke boeken geschreven hadden. Had je die drie schrijvers gelezen, dan had je eigenlijk alles wel gelezen. Maar er was ook wat gerommel. Waren er niet vier schrijvers die ertoe deden? Men kwam er toen niet helemaal uit. Het is nu 2020 – er is genoeg tijd tijd verstreken om met enige afstand te kijken wat we ervan vinden. Wie van die vier waren dan die grote drie? Ik vroeg het op Twitter en dit was de uitslag:
De uitslag is niet verrassend, want conservatief. Maar ook wel een beetje jammer. Ik had gehoopt dat Wolkers toch een eindsprintje had ingezet. De opdracht voor deze vrijdagmiddagborrel: wie waren nou echt de grote drie van de Nederlandse literatuur van de twintigste eeuw? Van Ostaijen, Reve en Vasalis? Boon, Haasse en Bloem? Gooi de bitterballen maar in het vet.
Wouter van der Land zegt
Willem Elsschot, Etienne Leroux, WF Hermans
maanantai zegt
Laat ik dan de eerste zijn die toegeeft het lastig te vinden met namen te smijten, ik heb te weinig gelezen, mede omdat
ik de wereldliteratuur al een hele kluif vind. De mensen die ik het best vond schrijven qua romans waren Hamelink en Kellendonk. Ik vind het belangrijk dat schrijvers ambitie hebben, en dan bedoel ik niet ambitie tot BN’er.
Samuel Vriezen zegt
Kijk, nu snap ik de meme OK Boomer pas echt.
Johan Herrenberg zegt
Misschien maar es vragen in 2040.
maanantai zegt
Optimistisch, mijnheer Herrenberg! De Grote Drie staan voor eeuwig vast. Jongenelen poogt slechts Boerkowski als een eventuele rebelse aanvulling de top in te krijgen, vergeefs natuurlijk.
Harry Reintjes zegt
tja, als ze al zo goed verkochten tijdens hun leven, zijn het toch geen echte van gogh’s. geef mij dan maar hen “die echt veel geleden hebben”, maar ja, da’s weer geen 20ste eeuw. maar niets uit die eeuw haalt het dan ook bij “de gordel van smaragd die zich slingert rond de evenaar”.
maanantai zegt
Nee precies. Van Gogh was ook zo impopulair tijdens zijn leven omdat er zo nodig 1000 huisschilders in de schijnwerpers moesten staan. Het is ook verschrikkelijk ingewikkeld, moet je maar bedenken, om tijdens iemands leven al kwaliteit te weten duiden, als je ook gewoon de massage van een stortregen ellenboogjes kunt genieten.
chrisbernasco zegt
Elsschot, Claus en Hermans
lvroomen zegt
Waarom zouden we conservatief vast blijven houden aan het concept van de grote drie? De 20ste-eeuwse literatuur is veel te complex om slechts drie schrijvers uit te roepen tot grootste schrijvers. Als het aan mij ligt moeten vrouwen als Carry van Bruggen en Hella S. Haasse zeker in het rijtje. We kunnen ook niet om Vlaamse grootheden als Boon en Claus heen. Elsschot en Wolkers horen naar mijn persoonlijke voorkeur ook in het rijtje. En dan nog is de generatie van de laatste decennia van de twintigste eeuw niet vertegenwoordigd. Drie is dus veel te weinig.